'borbereidingsbeslu.it ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke rdening voor een aantal percelen grond, alsmede voor de plangebieden "Aldltn-Oost IIA" en "1e wijziging Westeinde 1970". Bijlage no. 181. Leeuwarden, 10 april 1980. Aan de Gemeenteraad. I. AGO-verzekeringen te Amsterdam, heeft een verzoek om vergunning ingediend voor het bouwen van een ligboxenstal op het perceel Miedwei 2 te Lekkum. Het bouwplan wijkt af van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied", omdat een gedeelte van de desbetreffende grond is aangewezen voor agrarische doeleinden, waarop deze bebouwing niet is toegestaan. Uit stedebouwkundig oogpunt bestaat tegen het voorgenomen bouwplan geen bezwaar. Aan het bouwplan kan slechts medewerking worden verleend indien voor het bouwperceel een voorbereidings- besluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van het geldende plan te verlenen. Hierbij geldt wel als voorwaarde, dat Gedeputeerde Staten vooraf moeten hebben verklaard tegen het verlenen van deze vrijstelling geen bezwaar te hebben. Hierna kan de bouwvergunning worden verleend. II. Op grond van het geldende bestemmingsplan "Buitengebied" mag de hoogte van agrarische bedrijfsgebouwen niet meer dan 14 m. bedragen. In de provincie Friesland zijn de laatste jaren reeds verschil lende silo's met grotere hoogten geplaatst. Ook in deze gemeente zijn twee silo's gebouwd, namelijk bij de boerderijen Lapedyk 6 te Wytgaard en Himpenserdyk 12 te Teems. Ten behoeve van deze beide silo's, welke een hoogte hebben van respectievelijk plm. 20 m. en plm. 25 m. hebt op 17 februari 1975 en 21 juni 1976, een voor- bereidingsbesluit als bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening genomen. Thans hebben wij een verzoek ontvangen van de heer D. Kramer, Brédyk 147 te Wirdum, om vergunning voor het bouwen van een silo met een hoogte van plm. 24 m. bij zijn ligboxenstal op een per ceel grond ten westen van de Brédyk te Wirdum. Deze hoogte van de silo is afgestemd op de behoefte aan wintervoer van de veestapel van dit bedrijf. Tegen de bouw van de silo hebben wij geen bezwaar, mits deze in een onopvallende kleur wordt uitgevoerd. Medewerking kan echter eerst worden verleend indien voor dit bouwperceel eveneens een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk vrijstelling van de voorschriften van het geldende plan te ver lenen. Ook hierbij geldt als voorwaarde, dat Gedeputeerde Staten vooraf moeten hebben verklaard, dat tegen het verlenen van deze vrij stelling geen bezwaar bestaat. II. De heer K. de Boer te Leeuwarden, heeft een verzoek om vergunning ingediend voor het uitbreiden van een berging tot een berging/ garage op het perceel Nicolaas Beetsstraat 12, alhier. Het bouwplan wijkt af van het geldende bestemmingsplan "Veemarkt". Uit stedebouwkundige overwegingen bestaan echter geen bezwaren tegen het bouwplan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 294