Nr. 6398. DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 mei 1980 (bijlape nr. 201); BESLUIT: een aanvullend krediet van 116.300,-- beschikbaar te stellen t.b.v. de bouw van een was- en kleedruimte met casco voor een clubhuis in het sportpark "Hemrik". Aldus vastgesteld in de openba;e vergadering van Voorzitten. Secretari ubsidiëring van het vrijwilligerswerk ten behoeve van bejaarden over het aar 1980. ijlage no. 202. Leeuwarden, 1 mei 1980. Aan de Gemeenteraad. Evenals voorgaande jaren heeft de Raad voor Bejaardenaangelegenheden ons dvies uitgebracht over de verdeling van de middelen die bestemd zijn voor het rijwilligerswerk ten behoeve van bejaarden. In 1978 en 1979 bedroeg het totaal ubsidie 5.000,--; voor 1980 hebt U dit bedrag verhoogd tot 20.000,--. Tot nu toe werd bij de subsidiëring de volgende verdeelsleutel gehanteerd: een vast bedrag per gesubsidieerde bejaardensociëteit (1978: 350,-- 1979 A50, een toeslag van ƒ2,per zelfstandig wonende bejaarde in de wijk of het dorp waarin de sociëteit is gelegen; verdeling in gelijke bedragen van het daarna resterende bedrag over de di verse bejaardensociëteiten. Bij deze verdeelsleutel werd er van uit gegaan dat alleen die bejaarden- ociëteiten in aanmerking kwamen die waren gevestigd in de dorpen of in geïso leerde (buiten)wijken van de stad waar nog geen voorzieningen waren in de vorm van dienstencentra. Voor 1980 stellen wij U voor, overeenkomstig het advies van de Raad voor iejaardenaangelegenheden, een andere verdeelsleutel toe te passen, te weten: a. een bedrag van 10,-- per vast (ingeschreven) lid bij de betreffende bejaar densociëteit (peildatum 1 juli 1980); b. een tegemoetkoming van maximaal 90% in de werkelijke activiteiten- en orga nisatiekosten van de betreffende bejaardensociëteit. Wij zijn hierbij van mening dat deze verdeelsleutel vooralsnog voor één jaar moet worden toegepast en dat daarna bekeken moet worden in hoeverre deze vijze van subsidiëren acceptabel is. Met betrekking tot het onderhavige voorstel merken wij het volgende op. Op grond van de ontwerp-rijksbijdrageregeling Gecoördineerd Bejaardenwerk subsidieert de gemeente de dienstencentra voor 100% in de huisvestingskosten en voor 90% in de personeels-, organisatie- en activiteitenkosten. In dit subsidie ;an een rijksbijdrage van 80% worden verkregen. Naar onze mening dienen de bejaardensociëteiten die niet in de diensten- oentra zijn ondergebracht, in principe op soortgelijke wijze te worden gesub sidieerd. Aangezien het hier vrijwilligerswerk betreft, is geen subsidie in personeelskosten nodig. Omtrent de huisvestingslasten van de sociëteiten is geen duidelijk inzicht te verkrijgen. Wel valt te constateren dat deze veelal zijn gevestigd in accommodaties die reeds op andere wijze door de gemeente wor den gesubsidieerd. Wij achten het dan ook niet wenselijk om in de huisvestings lasten een subsidie te verstrekken. De beide andere kostensoorten dienen ons nziens wel voor 90% gesubsidieerd te worden. Verder zijn wij van mening dat een gemeentelijk subsidie van 10,-- per ngeschreven lid zou moeten worden verstrekt. De achterliggende gedachte bij de coppeling tussen het aantal bezoekers en het subsidie voor de bejaardensociëteit is ondermeer de stimulering van het bezoek aan deze sociëteiten: immers, elke ■aste (ingeschreven) bezoeker betekent 10,-- meer subsidie. Indien zou blijken dat door een toename van het aantal leden en/of een tijging van de activiteiten- en organisatiekosten het gemeentelijk subsidie pp basis van de thans voorgestelde verdeelsleutel niet toereikend is, stellen wij U voor om eerst het bedrag per ingeschreven lid uit te keren en vervolgens het dan resterende bedrag uit te drukken in een percentage van de werkelijk gemaakte activiteiten- en organisatiekosten en overeenkomstig dit percentage elke bejaardensociëteit te subsidiëren in deze kosten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 336