Het voeren van verweer in een rechtsgeding tussen drie "bankinstellingen en de gemeente. Inleiding. Bijlage no. 65. Leeuwarden, 7 februari 1980. Aan de Gemeenteraad. In onze gemeente bestaat de mogelijkheid tot aansluiting van inbraak alarminstallaties op een paneel van de meldtafel in het politiebureau. Dit systeem van zgn. stil-alarm wordt aangelegd en geëxploiteerd door de Nederlandsche Huistelefoon Maatschappij B.V. (N.H.T.M.). Hiertoe heeft de gemeente met de N.H.T.M. een overeenkomst gesloten. Daarnaast sluit de N.H.T.M. met elke cliënt een overeenkomst met betrekking tot het (resp. de) aan te sluiten perceel (resp. percelen). Aard van het geschil. Sedert 1966 is de N.H.T.M. contractueel gerechtigd het alarmsysteem te exploiteren. Het contract daartoe heeft een looptijd van vijf jaar en wordt behoudens opzegging, telkens stilzwijgend voor vijf jaar verlengd. In 1976 werd het lopende contract door de gemeente opgezegd. Daaraan werd toegevoegd dat de gemeente bereid was met de N.H.T.M. een nieuwe overeenkomst aan te gaan, welke in hoofdzaak gelijk zou zijn aan de lo pende overeenkomst, doch waarbij voor elke aansluiting op de meidtafel een vergoeding van 500,ten gunste van de gemeente werd bedongen. Voorts werd een vergoeding voor valse alarmeringen verlangd. De reden van deze nieuwe bedingen was gelegen in de omstandigheid dat het aantal - aansluitingen een dusdanige omvang kreeg dat de politie verhoudingsge wijs veel manuren moest besteden aan controle, proefalarm, e.d.'Voorts bleek een vergoeding per aansluiting ook in andere gemeenten te worden gevraagd. Hoewel de N.H.T.M. aanvankelijk bezwaar maakte tegen de bovengenoemde condities, is zij hier later toch mee akkoord gegaan. Enkele van haar cliënten, een drietal bankinstellingen, bleken echter niet bereid een overeenkomstige wijziging van hun contracten met de N.H.T.M. te aanvaarden en spanden een rechtsgeding tegen de N.H.T.M. aan.In de loop van dit geding is door die bankinstellingen tevens de gemeente in vrijwaring gedagvaard, omdat zij onrechtmatig jegens hen zou hebben gehandeld en deswege schadevergoeding zou dienen te betalen. Voorstel Aangezien wij van oordeel zijn, dat de gemeente ten onrechte onrecht matig handelen wordt verweten, stellen wij U voor tegen deze vordering verweer te voeren, zonodig voort te zetten in hoger beroep en in cassatie door te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 40