-10- Wij achten de opgenomen planning van de werkzaamheden en de besteding van de kosten aanvaardbaar erp stellen II dan ook voor hiermede in te stemmen. De haalbaarheid van de planning zal mede afhankelijk zijn van het daadwerkelijk beschikbaar komen van de benodigde subsidie middelen. De opgedane ervaringen hebben aangetoond, dat hier fricties optreden als gevolg van een niet volledig op elkaar afgestemd beleid van de verschillende departementen. Zo is de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening weliswaar bereid meerjaren afspraken te maken, hetgeen noodzakelijk is voor de continuiteit en de planning van de werkzaamheden, doch dit beleid wordt niet gevolgd door andere ministeries. De Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne gaat bijvoor beeld niet verder dan het toekennen van jaarlijkse subsidies. Bovendien laten de ontwikkelingen in het gebied Oldegalileën zien dat de beschikkingen laat of in het geheel niet afkomen. De toezegging van de Minister van V.R.O. d.d. 27 december 1979 cLat zijn ambtgenoot van VOMIL de rioleringswerkzaamheden zal subsidiëren is tot op heden niet gevolgd door een subsidietoezegging van die zijde. Dit klemt destemeer, aangezien de uitvoering van de riolerings werkzaamheden vooraan in de planning dient te staan, omdat boven gronds niets gedaan kan worden als ondergronds de zaak niet is aan gepakt. Het uitblijven van deze subsidies is derhalve van directe invloed op de totale fasering. Verder heeft de goedkeuring van de aanwijzing tot gevolg dat de Minister van Verkeer- en Waterstaat zal bijdragen in de werken, welke vallen onder de "Beschikking bijdragen voor voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer en het openbaar vervoer in en om de steden". In de praktijk blijkt echter, dat de voor dit doel op de rijksbegroting uitgetrokken mi;ddelenonvoldoende zijn om de inge diende aanvragen van de gemeenxen te honoreren. Ook op dit punt komt de door de I.S.R. beoogde coördinatie onder druk te staan. In tegenstelling tot de plannen voor de Schil-Oost zijn thans de kosten van de onder deze beschikking vallende werken niet onder de I.S.R.-kosten gebracht, omdat gebleken is dat door de minister van V.R.O. geen suppletie wordt toegepast. Om deze reden zijn ze in paragraaf 5»4« afzonderlijk opgenomen. Het behoeft echter geen betoog dat het welslagen van de stadsvernieuwing mede afhankelijk is van de uitvoering van deze werken en dat om deze reden een tijdig beschikbaar komen van rijksmiddelen dringend nodig is. Ingevolge de artikelen 18 en 19 van de I.S.R. kan de minister op verzoek van het gemeentebestuur, nadat het aanwijzingsbesluit is goedgekeurd, voorschotten en een werkkapitaal verstrekken. Het voorschot op de voorbereidingskosten bedraagt maximaal 80% van de te verwachten bijdragen. Het werkkapitaal maximaal 5% van het verwachte nadelig saldo op de uitvoeringskosten. Wij stellen u voor de minister thans reeds te verzoeken het voorschot en werkkapitaal ter beschikking te stellen. 8. Tenslotte Wij hebben het rapport ter kennisneming gezonden aan de commissie voor het Grondbedrijf en de Raad voor de Volkshuisvesting. Advies is ingewonnen van de commissies welzijnsaangelegenheden en - 11 - de ruimtelijke ordening. De betreffende verslagen zijn voor u ter inzage gelegd. Resumerend stellen wij u voor in te stemmen met het boven staande en te besluiten overeenkomstig het hierna in ontwerp afgedrukte besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 416