Wijzigen van de lozingsverordening riolering. Bijlage nr. 219. Leeuwarden, 22 mei 1980. Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van 2A april 1978 nr. 5139 hebt U de lozingsverordening riolering vastgesteld. De meeste artikelen van deze verordening waren overeenkomstig de desbetreffende bepalingen uit de model-lozingsverordening riolering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Enkele artikelen weken daarvan af, omdat in Friesland de provincie, in tegenstelling tot de meeste andere provincies, zelf beheerster is van de waterkwaliteit Inmiddels heeft de V.N.G. een herziene model-verordening samengesteld. De gewijzigde bepalingen, die niet direct van betekenis zijn voor de orga nisatie van het waterkwaliteitsbeheer, kunnen naar ons oordeel zonder be zwaar worden overgenomen. Het gaat om de volgende wijzigingen, te weten: de in artikel 3 vervatte opsomming van stoffen die krachtens dit artikel niet zonder vergunning mogen worden geloosd, is in het nieuwe V.N.G.- model meer gepreciseerd dan in het oude model het geval was. De tekst is vooral naar aanleiding van recente E.E.G.-richtlijnen gewijzigd. Voorts is een nieuw artikel opgenomen dat de mogelijkheid opent tot het doen van aanschrijvingen of lastgevingen. In andere gemeenten is de behoefte aan een dergelijke bepaling reeds gebleken. Het ging daarbij met name om ge vallen, waarin met het oog op de goede staat of de werking van de riolering of zuiveringstechnische werken, dan wel de zuiverheid van het óppervlak water, snel ingrijpen geboden was. Om in voorkomende gevallen regelend te kunnen optreden, achten ook wij invoering van een dergelijke bepaling gewenst. Uit een oogpunt van systematiek zijn de huidige artikelen 27 t/m 30 vernummerd en is een nieuw artikel 27 ingevoegd. Enkele andere punten, waarvoor de V.N.G. in het nieuwe model bepalingen heeft opgenomen, zijn reeds in de huidige verordening verwerkt. De Commissie voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne kan zich met dit voorstel verenigen. Voor de goede orde delen wij U nog mede, dat de betreffende stukken ter kennisneming zijn toegezonden aan de Commissie voor Openbare Werken. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ont- werp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 431