- 2 - Het ontwerp-bestemmingsplan Blokhuisplein komt binnenkort gereed. Er wordt naar gestreefd dit ontwerp-plan nog dit jaar ter visie te leggen. Het bouwplan voor het complex de Jong Papier B.V. zal te zijner tijd in het ontwerp-bestemmingsplan Breedstraat worden opgenomen. 4. Volkshuisvesting. Volgens de richtlijnen Interimsaldoregeling d.d. januari 1979 dienen gegevens te worden verstrekt over de huidige bevolking, de verwachte bevolkingsontwikkeling, alsmede een inzicht in de huidige en toekomstige kwantiteit woningen en de woning- differentiatie naar financieringswijze en gebruik. Deze gegevens komen in het rapport niet voldoende tot uiting, reden waarom ze onderstaand alsnog worden verstrekt. huidige en toekomstige kwantiteit woningen. (deel)gebiedhuidig bestand uitbreiding toekomstig bestand Bonifatiuskerk/Turfmarkt 90 117 207 Blokhuisplein 94 136 230 complex de Jong Papier BV 26 26 Binnenstad-Oost 184 279 463 verdeling naar financieringswijze en gebruik. soortaanweziguitbreiding toekomstig bestand woningwet 110 39% 110 24% premie 58 21% 58 12% vrije sector 184 111 40% 295 64% 184 279 100% 463 100% verhuur 37 20% 130 47% 167 36% eigen gebruik 147 80% 149 53% 296 64% bevolkingsontwikkeling. (deelgebied huidige bevolking toekomstige bevolking 1 Bonifatiuskerk/Turfmarkt 422 700 Blokhuisplein 217 529 Binnenstad-Oost 639 1229 1) in dit aantal is begrepen de toekomstige bewoners van de te bouwen kleine wo ningen van het complex de Jong Papier B.V. De aantallen en de soort te bouwen woningen, c.q. de panden waarin de woon functie wordt hersteld, zijn voor een deel gebaseerd op concrete bouwplannen, voor het overige zijn ze afgeleid van de concrete mogelijkheden die het verbete ringsplan aangeeft. Daarbij is, voor wat betreft de laatste categorie, de financieringswijze in belangrijke mate bepaald door de eigendomssituatie van de gronden waar zal worden ge(ver)bouwd. Het toekomstig gebruik is berekend op basis van het gebruik van het huidige woningbestand en voorts op het reeds bekende gebruik van een deel der te bouwen - 3 - oningen, alsmede het te verwachten gebruik van de overige te (ver)bouwen woningen Voor de verdeling in kleine en grote woningen, alsmede voor de bevolkingsont wikkeling, is uitgegaan van de uitgangspunten die in het rapport voor de aanwij- ing tot stadsvernieuwingsgebied van de binnenstad zijn gehanteerd (bladzijde 59). kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Distributieplanologisch onderzoek/Bedrijvenonderzoek. Op de aspecten van het distributieplanologisch onderzoek is in de raadsbrief oor de aanwijzing tot stadsvernieuwingsgebied (bijlage nr. 214 d.d. 22 mei 1980) ïitvoerig ingegaan. Het terzake gestelde is ook van toepassing op dit uitvoerings plan. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Aan de voorwaarde tot het houden van een bedrijvenonderzoek is in zoverre 'oldaan, dat, aan de hand van mondeling overleg met ondernemers uit het gebied, de reeds aanwezige gegevens, voorzover nodig, zijn aangevuld en geactualiseerd. )m deze reden en mede gezien de minder goede ervaringen in andere gebieden, is ifgezien van een omvangrijke enquête. Onder punt 8 wordt nader ingegaan op de binnenkort te verwachten wijziging ran de Beschikking Steun Bedrijven Stadsvernieuwing 1977, (B.S.B.S.). 3. Willem Lodewijkschool. Op de inrichtingsplankaart en op de ontwerp-bestemmingsplankaart is aan het errein aan de Druifstreek-hoek Oude Oosterstraat, waar de Willem Lodewijkschool s gevestigd, de bestemming winkels met bovenwoningen gegeven. Dit is in strijd aet Uw besluit terzake van de aanwijzing tot stadsvernieuwingsgebied van de bin- ïenstad. Wij stellen U daarom voor te besluiten het inrichtingsplan en het betref fende bestemmingsplan in die zin aan te passen dat de school wordt gehandhaafd. 7. Overleg met de bevolking. In hoofdstuk 12 is aangegeven op welke wijze in overleg met de bevolking de plannen tot stand zijn gekomen. Voorts is daarin opgenomen het commentaar op de ingediende reacties c.q. bezwaren. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Wij stellen U voor in te stemmen met het van gemeentezijde gegeven commentaar op de ingediende reacties c.q. bezwaren tijdens de hoorzitting van 15 april j.l., oehoudens het commentaar terzake van de Willem Lodewijkschool. Het gemeentelijk tandpunt daarover is weergegeven onder punt 6 van deze raadsbrief. Met inachtname van het vorenstaande, achten wij, dat, voor wat betreft in spraak en overleg, is voldaan aan het gestelde in artikel 8 van de Beschikking leldelijke Steun Stadsvernieuwing 1977. 8. Financiën. De raming van de kosten en opbrengsten zijn ontleend aan de financiële opzet, welke bij de aanwijzing van de binnenstad is gevoegd (bijlage nr. 214). De ra mingen zijn dan ook gebaseerd op dezelfde normeringen en eenheidsprijzen. Hoewel in verband met de duur van het besluitvormingsproces, dat eind 1980 afgerond zal zijn, de uitvoering eerst in 1981 kan starten, zijn er voor 1980 niet temin kosten geraamd voor verwerving en uitvoering van openbare werken. De opvoe ring van de verwervings- en sloopkosten ligt voor de hand omdat deze reeds zijn gemaakt dan wel binnenkort gemaakt zullen worden en nu als onroerend goed, dat noodzakelijk is voor de realisering van het plan, wordt ingebracht. Overeenkom stig de I.S.R.-voorwaarden zijn hierbij de geleden rente- en exploitatieverliezen buiten beschouwing gelaten. In dit onderdeel zit bijvoorbeeld de inmiddels plaatsgevonden aankoop van R.D. de Jong's Papier B.V. waarvan het College van Gedeputeerde Staten, na de provinciale commissie voor stads- en dorpsvernieuwing te hebben gehoord, ons in zijn brief van 27 maart 1980 in overweging heeft gegeven dit mee te nemen in het kader van de I.S.R. Hiermee is een bedrag gemoeid van 840.000, De in 1980 uit te voeren werken aan de walmuren en de daar direct achterlig gende riolering is een uitvloeisel van de mededeling van de Minister van Volks-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 488