- 4 - huisvesting en Ruimtelijke Ordening, gedaan in zijn brief van 27 december 1979, no. 544. Hierin deelde hij mee ook te zullen bijdragen in deze kosten indien reeds met de werkzaamheden zou zijn begonnen, mits de gemeente tot aan het moment van da goedkeuring de renteverliezen voor haar rekening neemt. Ten behoeve van de realisering van het plan dienen de nodige gronden en op stallen ingebracht, c.q. verworven te worden. Deze zijn aangegeven op kaart 1.1 en omschreven in de hierbij behorende verwervingslijstAan het geheel ligt een tweetal criteria ten grondslag, n.l. a.. welke gronden krijgen een openbare bestemming in de vorm van een openbaar plein speel- en groenvoorzieningen. Het realiseren van laatstgenoemde voorzieningen - omgeving Bonifatiuskerk en het binnengebied ten noorden van Droevendal - is naar ons oordeel een onmisbare factor voor het doen slagen van de uitgangs punten van het plan: in het dichtbebouwde stedelijke gebied zullen ten behoeve van het wonen de aanvullende/ondersteunende voorwaarden voor een goed leef- en woonklimaat niet kunnen ontbreken; _b. waar en in welke mate kan de sociale woningbouw in het plangebied ingevoerd worden. Evenals dit in de overige delen van de binnenstad het geval is be staat het huidige woningbestand in hoofdzaak uit vrije sector woningen. Voor de toekomstige situatie is ons beleid er op gericht een meer gedifferentieerde samenstelling te verkrijgen. In het plangebied zijn hiervoor mogelijkheden ten zuiden van het Nieuwstraatje en aan het Hoeksterpad. Op laatstgenoemde plaats zal na sloop van de Oosterkerk een veertigtal zorgwoningen kunnen worden ge bouwd, die in nauwe relatie met het Nieuwe Hoek staan. In ons voorstel van 22 mei 1980, bijlage nr. 214 hebben wij U ons standpunt reeds uiteengezet ten aanzien van het gevangeniscomplex. Wij kunnen hiernaar dan ook kortheidshalve verwijzen. Het totale saldo van het uitvoeringsgebied is geraamd op 16.469.000, waarvan de door de verschillende ministeries te verstrekken subsidies als volgt zijn geraamd: - Ministerie C.R.M. 992.000, - Ministerie Volksgezondheid en Milieuhygiëne 3.603.000, - Ministerie van Economische Zaken i 350.000, - Ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 11.524.000, Teneinde de verschillende ministeries in staat te stellen ramingen te maken van hun aandeel, is in hoofdstuk 11.8 "Fasering" een uitsplitsing in de tijd ge maakt. Hieruit blijkt dat het plan in de periode tot 1990 uitgevoerd kan worden. Wij achten dit haalbaar mits de rijksoverheid de benodigde middelen tijdig ter beschikking stelt en wij stellen U dan ook voor hiermee in te stemmen. Voor wat betreft de bijdragen van de verschillende ministeries merken wij nog het volgende op. Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. In de ramingen van de bijdragen van dit ministerie is rekening gehouden met 40% van 50% van de uitvoeringskosten welke gemoeid zijn met het herstel van de Vismarktpijp en de walmuren langs de Weaze, BerlikumermarktGroentemarkt en Voorstreek. Zowel de pijp als de walmuren zijn namelijk opgenomen op de Monumenten lij st Naast het saldo zijn bijdragen geraamd ten behoeve van de restauratie van de op de Monumentenlijst voorkomende gebouwen. In paragraaf 11.6 zijn de herstelkos- ten hiervan geraamd op totaal 49.116.000,waarvan op grond van de huidige sub sidieregelingen een bedrag van 13.829.800,ten laste van C.R.M. komt. In deze raming is een fout geslopen in het onderdeel "Grote Monumenten", doordat een ob ject is opgenomen, dat ligt buiten het plangebied. De totale restauratiekosten van de in het gebied liggende grote monumenten moeter hierom gesteld worden op 21.516.000,en bij de subsidiebijdragen moet het be drag van 1.450.000,worden vervangen door 400.000, - 5 - De totale herstelkosten en te verwachten subsidies van 49.116.000, respec tievelijk 13.829.800,— worden hierdoor 47.016.000,— respectievelijk 12.779.800, Iet zal duidelijk zijn dat de raming van de restauratiekosten, zeker die ten behoe ve van de grote objecten zoals de Bonifatiuskerk, Prins FrederikkazerneRitske loelema Gasthuis en de Evangelisch Lutherse Kerk, een voorlopige is en dat eerst ceer duidelijkheid kan worden verschaft nadat de plannen nader uitgewerkt zijn. linisterie_van_Volksgezondheid_en_Milieuhygiëne In de geraamde bijdragen van het Ministerie van Vomil zijn de rioleringskos— ten opgenomen. Deze zijn geraamd op totaal 3.603.000, Voor een doelmatige voortgang van de uit te voeren werken is het noodzakelijk dat e beschikkingen van dit ministerie tijdig zullen afkomen, hetgeen thans nog niet het geval is, waardoor aan de integrale aanpak die de I.S.R. beoogt afbreuk wordt edaan. Dit geldt temeer nu de rioleringswerken uitgevoerd dienen te worden al vorens verder te kunnen met de andere werken. In de ramingen voor dit ministerie zijn geen kosten opgenomen ten behoeve an de verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven. Er zijn n.l. in de onderha vige gebieden geen bedrijven die zodanig milieuhinderlijk zijn dat zij in de ter- een van de terzake toepasselijke regelingen vallen. Ministerie van Economische Zaken. Het geraamde bedrag dat ten laste van dit ministerie komt, namelijk 350.390,heeft betrekking op de herinrichtingskosten van de winkelgebieden. Voor het onderhavige plangebied betreft dit de Tuinen N.Z., Voorstreek en Ooster- traten. De bijdrage is bepaald aan de hand van de normen welke worden gehanteerd n de beschikking "Subsidiëring winkelconcentratiesDeze subsidieregeling loopt ind 1980 af, doch wij mogen verwachten dat het ministerie ook voor de komende aren voor dit doel middelen reserveert. Mocht dit laatste niet het geval zijn, an verwachten wij op grond van de I.S.R. dat het ministerie van V.R.0. een sup- letie toepast. Verder is in paragraaf 11.5 een raming gegeven van de kosten welke gemoeid ijn met de toepassing van de B.SB.SDeze kosten, welke in dit stadium van de lanvoorbereiding globaal geraamd zijn, vallen niet in het eigenlijke I.S.R.— aldoOverigens zal de B.S.B.S. binnen afzienbare tijd ingrijpend gewijzigd wor— en. De minister van E.Z. is namelijk voornemens tussen 15 juni en 1 juli 1980 en nieuwe raambeschikking uit te vaardigen. Uitgangspunt van die nieuwe regeling s dat de beschikbare middelen voor de bedrijven in stadsvernieuwingsgebieden van ie ISR.—gemeenten aan de hand van een bepaalde verdeelsleutel - voorshands wordt itgegaan van het oude woningbestand van voor 1945 - aan de gemeenten ter beschik ing worden gesteld. De gemeente zal dan zelf kunnen bepalen wie voor subsidie in anmerking komt, wat de aard en de omvang van de subsidies zullen zijn en hoe de litvoering van het steunbeleid zal zijn. Iel dienen de gemeenten een en ander te vertalen in een verordening, die goedkeu ring van de staatssecretaris van E.Z. behoeft. Aan een model—verordening wordt ïomenteel op landelijk niveau in samenwerking met de V.N.G. gewerkt. Om nog aan- ■praak te kunnen maken op de gelden die voor 1980 beschikbaar zijn in het kader ran de B.S.B.S. zal de nieuwe regeling 1 november c.q. 1 december 1980 van kracht loeten zijn. Het ligt dan ook in ons voornemen U na het zomerreces de noodzake lijke verordening in concept voor te leggen. In dat verband zullen wij ook nader Ingaan op het te voeren beleid terzake. linisterie_van_Verkeer_en_Waterstaat Aangezien de I.S.R. geen suppletie toepast bij de toepassing van de "Beschik king bijdragen voor voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer en het openbaar vervoer in en om de grote steden" is in het saldo geen bijdrage opgenomen ten las te van het Ministerie van V. en W. Niettemin zijn er werken die uitgevoerd moeten vorden en in de termen van bedoelde beschikking vallen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 489