Wijziging Parkeer- en parkeergeldverordening 1978. Bijlage nr. 254-. Leeuwarden, 12 juni 1980. Aan de Gemeenteraad. Ter uitvoering van de Parkeer- en parkeergeldverordening 1978 werd eind vo rig jaar het zogenaamde belanghebbenden - parkeren ingevoerd. Aan bewoners en be drijven etc. in de binnenstad werd vanaf dat moment de mogelijkheid geboden voor een bepaalde straat een parkeervergunning ofwel voor een parkeerterrein een par- keerabonnement aan te vragen. Enkele honderden belanghebbenden maken van deze regeling, welke uitgevoerd wordt door het Harkt-, Haven- en Slachthuisbedrijf inmiddels gebruik. De straten die aangewezen zijn voor parkeren door vergunninghouders staan niet open voor het normale, gemotoriseerde verkeer. Bij de keuze van deze stra ten is uitgegaan van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan 1978, waarin de wegen die toegankelijk zijn voor alle (auto) verkeer en de straten waarin alleen intern verkeer mag komen, van elkaar zijn onderscheiden. Om de vergunninghouders zoveel mogelijk te beschermen tegen de overlast van derden, hebben wij besloten om alleen voor laatstbedoelde straten parkeervergunningen te verlenen. Voor de parkeerterreinen hanteren wij de norm, dat plm. 20 van de per ter rein beschikbare parkeerplaatsen voor abonnementsuitgifte beschikbaar is. Tot nu toe heeft er tweemaal een toedeling van parkeerplaatsen aan belanghebbenden plaatsgevonden; de eerste keer op 21 november 1979 en de tweede keer op 1 mei jl. De ervaring bij deze laatste toedeling was, dat het aantal beschikbare parkeer plaatsen nagenoeg voldoende is om aan de vraag te voldoen. Bij de toedeling van deze parkeerplaatsen komt het nogal eens voor, dat de aanvrager geen parkeervergunning of -abonnement kan krijgen voor een plaats die op minder dan 75 meter afstand van diens woning of werkadres is gelegen, hoewel dit laatste wel het uitgangspunt is van de U in 1978 toegezonden Parkeernota. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, stellen wij U voor het systeem van be langhebbenden-parkeren uit te breiden in die zin, dat het mogelijk wordt gemaakt om ontheffing te verkrijgen van de betalingsplicht bij de parkeermeters en wel in de vorm van een abonnement. Hiervoor dient dan, evenals bij de andere parkeerfaci- liteiten, een bedrag van 15,-- per maand te worden betaald. Wij stellen ons voor van deze aanvullende mogelijkheid vooralsnog in beperkte mate gebruik te maken en deze voornamelijk toe te passen in die gevallen, waarin de twee bestaande parkeer- faciliteiten voor belanghebbenden duidelijk bezwaarlijk zijn. In bijgaand ontwerp-besluit zijn enkele artikelen in bovenstaande zin gewij zigd. Aangezien de voorgestelde veranderingen Koninklijke goedkeuring behoeven, ziet het er naar uit dat de gewijzigde verordening het komende najaar in werking kan treden, zodat bij de eerstvolgende toedeling van de parkeerfaciliteiten, in gaande per 1 november a.s., hiermee wellicht reeds rekening gehouden kan worden. Als onderdeel van de herinrichting van het Wilhelminaplein c.a. stellen wij U tenslotte voor, ermee akkoord te gaan dat het terrein achter de Mercuriusfon- tein zijn functie voor het betaald parkeren verliest. Na de tijdelijke buitenge bruikstelling van de parkeerautomaten aldaar in verband met de bouw van de par keerkelder, kan geconstateerd worden dat op deze plaats een grote behoefte is aan parkeerplaatsen voor vergunninghouders en stallingsruimte voor bromfietsen. Onder mededeling, dat de Verkeerscommissie met de hierbovenvermelde wijzigingen kan in stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretairs.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 515