Instellen van een Gemeentelijk Waarborgfonds. Bijlage no. 76 Leeuwarden, 7 februari 1980, Aan de Gemeenteraad. De Gemeentelijke Sociale Dienst wordt bij de uitvoering van de Alge mene Bijstandswet de laatste jaren in toenemende mate geconfronteerd met cliënten, die grote schulden hebben; dit levert situaties op van totaal ontredderde gezinsfinanciën, doordat het inkomen veel te zwaar is belast ten gevolge van een aantal tegelijk lopende betalingsverplichtingen en waarin men dan geen raad wetend een beroep op hulpverlening vanwege de dienst doet. Het behoeft geen betoog dat met deze materiële problematiek ook veel immateriële nood gepaard gaat. Hulpverlening via de Algemene Bijstandswet is in zijn algemeenheid niet mogelijk in geval van schulden. Toch zal voor deze cliënten, dikwijls op zeer korte termijn hulp nodig zijn. Mogelijkheden terzake zijn onder meer schuldbemiddeling, schuldsanering en het zogenaamde vrijwillig akkoord (betaling van een gedeelte van een schuld tegen finale kwijting), terwijl verder getracht moet worden te voorkomen dat een dergelijke situatie voor de betrokkene weer ontstaat. Het bestuur en de directie van de Stichting Volkscrediet (V.C.B.) - een instelling die zich reeds jarenlang ten doel stelt in de krediet behoeften van de groep der economisch zwakken te voorzien- hebben zich bereid verklaard om, indien hulp mogelijk wordt geacht -en dit is sterk afhankelijk van de omstandigheden en met name de hoogte van het schuld bedrag- de betrokkenen bij te staan bij het regelen van hun moeilijke financiële positie en in verband daarmee een saneringskrediet te verstrek ken voor zoveel dit voor de Volkscredietbank een zakelijk verantwoorde zaak is. Ook is men bereid de verdere budgettering te begeleiden. De Volkscredietbank is, gezien het feit dat zij tot dusver alleen za kelijk verantwoord geachte kredieten heeft verleend en zonder winst-oog merk heeft gewerkt, waardoor slechts zeer bescheiden eigen middelen beschik baar zijn, niet in staat saneringskredieten te verstrekken in gevallen waarin dit wel sociaal wenselijk doch zakelijk niet verantwoord is. De V.C.B. heeft derhalve het verzoek aan de gemeente gedaan garant te staan voor de financiële risico's die voortvloeien uit het verlenen van sanerings kredieten in gevallen waarin zij dit zonder gevaar voor haar financiële po sitie niet kan doen. Gelet op het belang dat wij hechten aan een betere aanpak van de hulp verlening bij overkreditering, stellen wij voor de gevraagde garantie te verlenen. De hoogte van dit garantie-bedrag ware voor 1980 te stellen op maximaal 50000 In de dekking van de hieruit voor de gemeente voortvloeiende financiële risico's zou kunnen worden voorzien door op de gemeentebegroting genoemd bedrag te ramen in de vorm van storting in een waarborgfonds waaruit bijdra gen kunnen worden verleend aan de V.C.B. Indien IJ tot instelling van een dergelijk waarborgfonds besluit, stel len wij U voor ons te machtigen uit het fonds bijdragen te verstrekken aan de stichting ter dekking van de kosten voortvloeiende uit de door deze in stelling aan te gane verplichtingen in verband met schuldbemiddeling en schuldsanering. Uiteraard vloeien uit het hierboven bedoelde hulpverleningsplan extra werkzaamheden voort; de kosten hiervan kunnen niet zonder meer door de V.C.B. worden opgevangen, aangezien het niet redelijk zou zijn deze af te wentelen op de "normale" kredietnemers. Deze kosten worden vooralsnog geraamd op 30.000,jaarlijks.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 59