- 3 - Bovendien zou minder grond "beschikbaar komen om uit te geven. Ook zou het groen- en speelgebied minder gunstig worden gesitueerd. Wij zijn dan ook van mening, dat aan de door de bewoners van de Heggewinde voorgestelde verkaveling geenmedewerking dient te worden verleend. Teneinde zoveel mogelijk aan de bezwaren van reclamanten tegemoet te komen, hebben wij een wijziging in het plan aangebracht. Hierbij blijft het stratenpatroon ongewijzigd, maar zijn de bebouwingsvlakken aangepast. De op het perceel ten zuiden van de Heggewinde te bouwen dubbele woning is vervangen door één vrijstaande woning. In verband hiermee is de bebouwings- grens voor zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen in oostelijke richting verschoven. Voorts hebben wij de bebouwingsgrens voor de bijgebouwen van het zuidelijk daarvan gelegen perceel 5 m in oostelijke richting verscho ven. Overigens merken wij t.a.v. het plaatsen van schuttingen nog op, dat het hier een gebruikelijke bepaling betreft, die ook in de Bouwverordening voorkomt wanneer het gaat om de bebouwing van achtererven. Waar onze mening wordt door deze oplossing, waarover een delegatie van de bewoners van de Heggewinde is ingelicht, op aanvaardbare wijze aan de bezwaren van deze bewoners tegemoet gekomen. Aangezien zich bij de woningen, die zuidelijk van de bestaande woningen aan de Hoornbloem zullen worden gebouwd, een vergelijkbare situatie voordoet als bij de Heggewinde, dient ook hier de bebouwingsgrens voor de bijgebouwen enigszins te worden verschoven. Wij zijn derhalve van mening, dat de bezwaren van reclamanten t.a.v. de afstand van de gebouwen deels gegrond moeten worden verklaard en dat hun be zwaren voor het overige, aangezien hun suggestie niet kan worden overgenomen, ongegrond moeten worden verklaard. Mede om die reden dient naar onze mening het plan gewijzigd te worden vastgesteld. Ad b. Reclamanten hebben bezwaar tegen de. plaats van de* weg, die ter ontsluiting van hun percelen aan de Froskepolle, aan de achterzijde hiervan zal worden aangelegd. Zij vrezen, dat door de aanleg hiervan, de wortels van de boomwal langs de aanwezige sloot zullen worden beschadigd, met als gevolg, dat deze boomwal zal verdwijnen. Zij vragen zich af of het niet mo gelijk is de vijver te versmallen en daardoor de weg op 3 a 4 m afstand van de boomwal aan te leggen. De eigenaar van het perceel Froskepolle 8 voegt hieraan toe, dat hij graag zou zien dat het gedeelte van de sloot ten noorden van zijn perceel gehandhaafd blijft. Yoorts wil hij de bestaan de ingang onveranderd houden. Ten aanzien van deze bezwaren merken wij het volgende op. Haar ons is gebleken zullen de wortels van de boomwal door de aanleg van deze weg op de aangegeven plaats geen gevaar lopen. Het is dan ook niet noodzakelijk deze weg te verleggen. Met betrekking tot de bezwaren van de eigenaar van het perceel Froske polle 8 merken wij op, dat wij hebben laten onderzoeken of het gedeelte van de sloot ten noorden van zijn perceel kan worden gehandhaafd. Door de vijver met overloop iets anders uit te voeren blijkt het inderdaad mogelijk dit gedeelte van de sloot te handhaven. Nu er technisch gezien tegen handhaving van dit gedeelte van de sloot geen bezwaren blijken te bestaan, bestaat er naar onze mening geen aanleiding meer tot demping over te gaan. Het perceel Froskepolle 8 is momenteel bereikbaar via een voetpad langs de Wijde Greuns. Dit voetpad zal weliswaar worden verbreed, maar in het karakter hiervan zal geen wijziging worden gebracht. De bestaande ingang van dit perceel blijft derhalve onveranderd. Wij zijn van mening, dat de bezwaren van de eigenaar van het perceel Froskepolle 8 t.a.v. het dempen van het gedeelte van de sloot ten noorden van zijn perceel gegrond moeten worden verklaard en dat zijn bezwaren voor het overige, evenals de bezwaren van de eigenaren van de percelen Froskepolle 10, 11 en 12 ongegrond moeten worden verklaard. Onder mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zich met dit voorstel kan verenigen, stellen wij IJ voor het bestemmingsplan "Aldlan-Oost VI" vast te stellen overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma Burgemeester. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 8