II-4-9
De verwachting, dat in 1979 zou kunnen worden begonnen met de nieuwbouw voor
de Vijverschool, is niet bewaarheid; eerst in augustus 1980 is voor deze school
de eerste paal de grond ingegaan. Nadat - naar wij verwachten in 1981 - de Vijver-
school het nieuwe gebouw zal hebben betrokken, zullen wij het oude gebouw aan
de Oostersingel geschikt doen maken voor de huisvesting van de Akademie voor
Beeldend Kunstonderwijs, die thans verspreid over verschillende gebouwen is onder
gebracht. De realisering van dit plan is evenwel afhankelijk van de ministeriële
goedkeuring.
De huisvesting van de Muziek Pedagogische Akademie baart ons nog steeds grote
zorgen. Wij hopen dat de nieuwbouw voor dit instituut zal worden toegestaan in
het vijfde scholenbouwplan. Dit plan is echter nog niet verschenen. Teneinde al
thans enige vooruitgang te kunnen maken met de planning van een nieuw gebouw,
resp. de aanpassing van een bestaande accommodatie, hebben wij het ministerie
verzocht ter zake een lokalenplan te verstrekken.
Ter oplossing van de korte-termijn-problemen in de huisvesting van de M.P.A.
hebt U onlangs de panden Eewal 56 en 58 aangekocht ten behoeve van de huisves
ting van een deel van de M.P.A. Daarmee zal het aantal dislokaties kunnen wor
den verminderd en kan tevens de ruimte die nu in het pand Schrans 44 wordt in
genomen door de M.P.A., ter beschikking van het Gemeentelijk Muziekinstituut
worden gesteld.
Toelichting per volgnummer:
Stelpost in verband met personeelsuitbreidingen aan de scholen voor voortgezet
onderwijs (diverse volgnummers)
In april 1980 is het raadgevend bureau Twijnstra en Gudde gestart met een onder
zoek naar de noodzakelijke bezetting van de administraties van de gemeentelijke
scholen voor voortgezet onderwijs. De huidige bezetting van de administraties
wordt door de directies qua omvang veelal onvoldoende geacht. In de loop van de
maand juli hebben wij de definitieve rapportage van het onderzoek ontvangen.
Volledige honorering van de voorstellen tot personeelsuitbreiding uit het rap
port zou een jaarlijks bedrag van ca. 300.000,-- vergen. Na een eerste bestu
dering van het rapport en na afweging tegen andere beleidsvoornemens in het
licht van de totale begrotingsproblematiek, hebben wij besloten ter oplossing
van de meest urgente problemen een jaarlijks bedrag van 140.000,-- in het
beleidsplan op te nemen. Onze nader uitgewerkte voorstellen zullen wij U zo
spoedig mogelijk doen toekomen.