- 4 - De specifieke wijze van energieproductie bij het onderhavige stadsverwarmingspro ject brengt immers met zich mee, dat de productiekosten bij verminderde afname re latief minder dalen. Een en ander vergt een nadere afweging van voor- en nadelen. Een voorstel met betrekking tot de tarifiëring zal U nog in de uitwerkingsfase worden voorgelegd. Voorzover thans valt na te gaan is er overigens landelijk gezien weinig uniformiteit te bespeuren in de hoogte en samenstelling van het tarief. Bij toepassing van stadsverwarming wordt geen aardgasnet in dat gebied aan gelegd. Aardgas zou dan immers vrijwel uitsluitend worden gebruikt voor kookdoel- einden en de daarvoor noodzakelijke investeringen in het net zouden zeer onrendabel zijn. Voor koken zal daarom een electrisch fornuis moeten worden gebruikt. Het verdient naar onze mening aanbeveling na te gaan of een dergelijk fornuis di rect bij de bouw door de eigenaar-verhuurder kan worden aangebracht. Hierover dient nader overleg met de betrokken partijen, waaronder de woningbouwcorporaties, plaats te vinden. Het electrisch koken zal enige aanpassing van de bewoners vragen indien deze voor heen op gas kookten. Een goede voorlichting is daarbij van belang. In de kostenop zet is daarnaast in principe uitgegaan van een bijdrage door de bewoners van 100,- in de kosten voor de aanschaf van pannen. Er zullen tot slot nog algemene voorwaarden voor de levering van warm wa ter (w.o. aansluitkosten e.d.) opgesteld dienen te worden. Voor wat betreft de deelplannen VI en VII in Camminghaburendie in eerste instantie worden aangesloten op het stadsverwarmingsnet, heeft overleg plaatsgevon den met St. Joseph, Patrimonium en met de projektontwikkelaars. Deze instanties zullen in deze deelplannen gaan bouwen. De verslagen van de besprekingen omtrent deze zaak liggen voor U ter inzage. Wij verwijzen U daarnaar. Het door de corporaties gehanteerde uitgangspunt dat de huurders geen financieel nadeel mogen ondervinden van stadsverwarming onderschrijven wij, zoals wij hiervoor reeds stelden. VI. Beheer. Voor de exploitatie van een stadsverwarmingsbedrijf zijn diverse mogelijk heden denkbaar, zoals: een afzonderlijke rechtspersoon, onderbrenging bij een ge meentelijk bedrijf, of uitbesteding aan derden, bijvoorbeeld de N.V. Frigas. Voors hands gaan wij er vanuit dat de gemeente zelf het project ter hand neemt en de in vesteringen pleegt in de aanloopfase. VII. Conclusie. Resumerend menen wij, dat: a. het tot stand brengen van stadsverwarming met inschakeling van de vuilverbran dingsinstallatie aan de Greunsweg uit een oogpunt van zuinig beheer van de be schikbare energie moet worden aanbevolen; b. omtrent de financiële uitkomsten van stadsverwarming over de gehele exploitatie- periode bezien weliswaar geen zekerheid kan worden verschaft, maar dat de ter beschikking staande recente gegevens de verwachting wettigen, dat het stadsver warmingsproject financieel haalbaar is; c. het comfort van stadsverwarming voor de gebruikers stellig niet minder is dan bij conventionele verwarming, terwijl het beschikbare warme tapwater naar hoe veelheid en aanwendingsmogelijkheden voordelen biedt boven de huidige opwek kingsmethoden. Indien U ons standpunt deelt, dat tot stadsverwarming moet worden overge gaan, is het noodzakelijk kredieten uit te trekken voor de werkzaamheden waarmee spoedig moet worden aangevangen, zoals: het opstellen van een uitgewerkt plan met offerte voor de bouw van een derde verbrandingsoven en de detaillering van het aan te leggen net in de wooneenheden VI en VII in Camminghaburen met de daarbij be horende financiële gegevens. - 5 - Wij stellen U voor ten behoeve van de advies- en voorbereidingskosten een krediet yan 350.000,-- beschikbaar te stellen. Daarnaast zal ten behoeve van de voort ang van het project een investerings-krediet ten bedrage van 4 miljoen ter be schikking moeten worden gesteld, voor het leggen van leidingen en de overige voor zieningen in de deelplannen VI en VII in Camminghaburen. De dekking van lasten voort vloeiende uit deze kredieten zal plaatsvinden in het kader van een sluitende exploi tatie van de stadsverwarming. Wij stellen ons voor in de komende periode het stadsverwarmingsproject te detaille ren. Zodra de exacte gegevens omtrent de investeringen bekend zijn en de verdere uit werking van de bijkomende aspecten heeft plaatsgevonden, zullen wij U terzake nadere voorstellen doen tot het beschikbaar stellen van kredieten. Wij zijn er ons overigens van bewust, dat de thans aan U voorgelegde beslissing in feite geen weg terug meer inhoudt. De commissiesvoor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en de Dienst voor Reiniging en Brandweer kunnen zich met het plan voor de aanleg van stadsverwarming verenigen. De plannen zijn, voorts in de Raad voor de Volkshuisvesting aan de or de gesteld. De Commissie voor de Financiën zal nog worden gehoord. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, CJ.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 144