- 2 -
De bezwaarschriften zijn tijdig ingediend, zodat reclamanten in hun be
zwaren kunnen worden ontvangen.
Met betrekking tot deze bezwaren merken wij het volgende op.
Bezwaren van het Pensioenfonds.
Bij brief van "8 januari 1979 heeft het Pensioenfonds zich reeds tot
de Gemeenteraad gewend met het verzoek een onderhoud toe te staan inzake
mogelijke aanpassing van het ontwerp-bestemmingsplan, dat in de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening aan de orde was gesteld. Dit ten behoeve
van een te realiseren bouwplan voor het terrein tussen de gebouwen van
de OTOS, de Kamer van Koophandel en het bestaande gebouw van het Pen
sioenfonds
Over deze aangelegenheid heeft op 31 januari 1979 een bespreking
plaatsgevonden tussen een vertegenwoordiger .van ons college en het
Pensioenfonds met de architect. Naar aanleiding van de uitkomsten van
die bespreking is de Gemeenteraad er op 19 februari 1979 mee akkoord
gegaan dat het Pensioenfonds werd bericht, dat de nadere plannen worden
afgewacht. Het lag in de bedoeling voordat het ontwerp-plan formeel ter
visie zou worden gelegd, tussen het Pensioenfonds en de "gemeente"
overeenstemming te bereiken over de inhoud van dat plan.
Het is niet gelukt nog voor de ter visie legging van het ontwerp-
bestemmingsplan, welke niet kon worden uitgesteld, tot een reële over
weging te komen inzake een eventuele aanpassing van het ontwerp-plan
aan de wensen van het Pensioenfonds.
Om die reden heeft het Pensioenfonds een bezwaarschrift ingediend
tegen het ontwerp-bestemmingsplan, voorzover dat de (bouw)mogelijkheden
aangeeft voor de percelen gelegen tussen de gebouwen van de O.T.O.S.,
de Kamer van Koophandel en dat van het Fonds zelf.
Het Pensioenfonds verzoekt het ontwerp-bestemmingsplan zodanig te
wijzigen, dat haar plannen voor de bouw van een kantorencomplex, waarin
tevens ruimte wordt opgenomen voor baliefunkties (A.N.W„B.-kantoor)
enkele woningen en kiosken, alsmede een openbaar binnenterrein, dat als
schakel fungeert in een alternatieve looproute tussen het oude veemarkt
terrein en de binnenstad, kunnen worden gerealiseerd. Het bebouwings—
voorstel is nader aangegeven op voor U ter inzage gelegde tekeningen en
een maquette. Het bezwaarschrift bevat een uitgebreide motivering waaron
de plannen van het Pensioenfonds de bouwmogelijkheden van het ontwerp-
bestemmingsplan overschrijden. Kortheidshalve mogen wij IJ daarnaar ver
wijzen. Samenvattend vallen de bezwaren in de volgende onderdelen uiteen:
1Het ontwerp-bestemmingsplan laat voor de betrokken percelen in totaal
een maximaal vloeroppervlak toe van rond 6200 m2
Het plan van het Pensioenfonds beslaat, inclusief 700 m2 voor woon-
doeleinden, een vloeroppervlak van rond 9200 m2.
2. Het ontwerp—bestemmingsplan geeft voor de diverse betrokken percelen
verschillende vloerindexen aan (v.i.= aantal m2 vloeroppervlak per
m2 bouwterrein)
Het plan van het Pensioenfonds vertoont - afgezien van de afwijking
sub. 1 - qua opbouw van de diverse bouwvolumes afwijkingen met die
indexen. Om die reden wordt verzocht een gemiddelde vloerindex te
hanteren van 3«
3. Het ontwerp-bestemmingsplan geeft per bouwperceel verschillende dak
en goothoogten aan. Voor zover gemeten in de gevellijnen en rekening
houdende met de in het ontwerp-bestemmingsplan opgenomen vrijstel-
lingsmogelijkheden, overschrijdt het plan van het Pensioenfonds die
hoogten in geringe mate. Meer binnenwaarts worden de maximale hoog
tematen in grotere mate overschreden.
- 3 -
4. In het ontwerp-plan zijn winkels uitgesloten. Het plan van het Pen
sioenfonds gaat uit van enkele kiosken langs het geprojecteerde
binnenterrein.
Bij de afweging van de vraag of méér bouwvolume gerealiseerd kan
worden dan thans in het ontwerp is aangegeven dient in de eerste plaats
te worden beoordeeld of dit in zijn algemeenheid op deze lokatie van de
stad planologisch inpasbaar moet worden geacht.
Naar onze mening kan dit in positieve zin worden benaderd. Bij be
sluit van 23 september 1975 heeft U de Kantorennota aanvaard en er mee
ingestemd dat het onderhavige gebied voor kantoren zal worden bestemd.
Het huidige ontwerp-bestemmingsplan gaat nog uit van de oorspronkelijke
eigendomssituatie, waarbij de diverse percelen in verschillende handen
waren. In die situatie zijn de bouwmogelijkheden aan een zekere beper
king onderhevig, met name gelet op de geringe mogelijkheid per perceel
de parkeerbehoefte op te lossen. Per perceel zou het namelijk econo
misch gezien zeer moeilijk uitvoerbaar zijn die behoefte door middel van
een parkeerkelder op te vangen.
Het Pensioenfonds heeft medegedeeld de uit haar plan voortvloeiende
parkeerbehoefte volledig op het betrokken terrein te zullen opvangen door
de bouw van een parkeerkelder in twee lagen. De voor de berekening van
de capaciteit van die parkeergarage gehanteerde norm van 1 plaats per
60 m2 bruto kantoorvloeroppervlak, achten wij juist.
In de parkeerkelder zal overigens voldoende parkeerruimte voor bewoners
van de in het bouwplan op te nemen woningen aanwezig zijn.
De met een groter vloeroppervlak gepaard gaande toename van verkeersbe
wegingen achten wij op deze lokatie geen bezwaar.
In de tweede plaats moet worden nagegaan of door de toename van de be
bouwingscapaciteit de bedoelingen die met het maken van het ontwerp-
bestemmingsplan voor ogen hebben gestaan niet worden ondergraven.
Afgezien van het aangeven van de functie (kantoren) is het doel van
het ontwerp-plan:
de straatwanden van met name de Willemskade en Snekerkade (gelet op
de bestaande relatie met de stadsgracht en de bebouwing in de binnen
stad) en de Lange Marktstraat (gelet weer op de relatie met de
achterliggende bebouwing) voor wat betreft schaal in stand houden.
In verband daarmede zijn zodanige hoogte-lijnen aangegeven, dat dominante
uitschieters, die de straatwand onevenwichtiger zouden maken, worden voor
komen. Daarnaast is een bepaalde geleding aangegeven. Zowel hoogtebegren—
zing als geleding sluiten aan bij de nog bestaande oorspronkelijke bebouwing.
Het schetsontwerp van het Pensioenfonds, zoals dit is verwerkt in
tekeningen, toelichting en maquette is naar onze mening in overeenstemming
met de bedoeling van het ontwerp-stedebouwkundige plan.
Wij achten de verschillen voor wat betreft de hoogte- fn de gevellijnen en
de geledingen marginaal. Hoewel de hoogte van de bebouwing op de meer
binnenwaartse delen de grenzen van het ontwerp—bestemmingsplan soms vrij
fors overschrijden, achten wij deze gezien de totale conceptie en het
feit, dat deze hoge onderdelen een overgang vormen naar de (hoge) be
bouwing van 0T0S en het bestaande kantoorgebouw van het Pensioenfonds
stedebouwkundig acceptabel.
Wij achten het van groot belang dat door middel van aanpassing van
het ontwerp—bestemmingsplan het Pensioenfonds de gelegenheid wordt ge
boden in te spelen op de ontwikkelingen in de dienstensector, welke een
aanzienlijke verruiming op de plaatselijke arbeidsmarkt zullen bete
kenen