Ontwerp-uitwerkingsvoorschrift voor en grondverkoop in deelgebied III C van Camminghaburen. Bijlage nr. 376. Leeuwarden, 2 oktober 1980. Aan de Gemeenteraad. a. Ontwerp-uitwerkingsvoorschrift Bij Uw besluiten van 29 oktober 1979, nr. 14.971 a, en van 21 april 1980, nr. 5218 b, hebt U ingestemd met de ontwerp-uitwerkingsvoorschriften voor de deelgebieden III A en III B in de eerste fase van Camminghaburen. Op een klein gedeelte na zijn de woningbouwplannen voor de rest van dit plangebied zover ontwikkeld dat deze kunnen worden ingepast in een gedetailleerd uitwerkingsvoorschrift. Het betreffen hier de plannen van de Stichting Bedrijfs pensioenfonds voor de Bouwnijverheid voor 64 premiehuurwoningen (4 kamerwoningen) en van de woningstichting Sint Joseph voor 47 gestapelde woningen (28 driekamer- en 19 zit/slaapkamerwoningen)Het is de bedoeling dat de bebouwing op het res terende bouwterrein wordt ontwikkeld in combinatie met de tegenoverliggende woonvlek in het centrumgebied, voor het verkrijgen van een goede overgang tussen deze gebieden ter hoogte van de geprojecteerde waterovergang voor voetgangers en fietsers De uitwerkingsvoorschriften voor deelgebied III wijken op twee punten af van het globale bestemmingsplan, omdat de bebouwingsdichtheid en het aantal ge stapelde woningen te hoog zijn. Op grond van onze wijzigingsbevoegdheid kan de bebouwingsdichtheid van het globale plan worden verruimd, zodat het totaal van de in de deelgebieden I, III en IV te realiseren woningen blijft beneden de maxi maal toegestane gemiddelde woningdichtheid. Het aantal gestapelde woningen blijft ook met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid te hoog. In Uw vergadering van 29 oktober 1979 hebt U er reeds mee ingestemd dat deze afwijking bij de eerste herziening van het globale bestemmingsplan zal worden ingepast. Voor het overige mogen wij U verwijzen naar de toelichting op het uitwerkingsplan. Het ontwerp- uitwerkingsvoorschrift hebben wij met ingang van 15 september j.l. gedurende veertien dagen voor een ieder ter visie gelegd. Bezwaren tegen het ontwerp zijn niet ingekomen. In de procedure-regels van het globale bestemmingsplan, dat U hebt vastge steld zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen: "d.1. Aan de Raad wordt voorgelegd het ontwerp voor een uitwerkings- c.q. wijzi gingsplan en de bezwaarschriften welke daartegen zijn ingebracht; 2. Burgemeester en Wethouders stellen het uitwerkings- c.q. wijzigingsplan vast, niet anders dan overeenkomstig de uitspraak van de Raad". Aan deze laatste regel heeft de Kroon goedkeuring onthouden, aangezien deze niet in overeenstemming is te achten met artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gelet hierop en onder mededeling dat wij het uitwerkingsplan zullen vast stellen, zoals dit voor U ter inzage is gelegd, stellen wij U voor dit plan voor kennisgeving aan te nemen. In verband met de hierboven geconstateerde afwijking van het globale bestem mingsplan, voor wat betreft de gestapelde bebouwing, is het noodzakelijk dat voor het deelgebied III van Camminghaburen een voorbereidingsbesluitals bedoeld in artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, wordt genomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 185