IV
vuistregels ten aanzien van de onderscheiden accommodaties en hun
gebruiksniveau gepresenteerd om de werkelijke situatie in Leeuwarden,
zoals geschetst in hoofdstuk 2, daaraan te kunnen toetsen. De gege
vens in dit hoofdstuk zullen zolang er nog niet voldoende verfijnings
mogelijkheden voorhanden zijn, gehanteerd worden als globale richtlij
nen ter bepaling van prioriteiten in de accommodatiesfeer.
Het vierde hoofdstuk van dit rapport vergelijkt de vuistregels uit
hoofdstuk 3 met de gegevens over de aktuele situatie uit hoofdstuk 2.
Dat wordt gedaan op de vier onderscheiden gebruiksniveau1s stad-,
wijk-, buurt- of dorpsniveau. Bij die toetsing zijn in eerste instantie
de accommodaties waarvoor geen vuistregels te geven waren, buiten be
schouwing gelaten (met name kerkelijke bijgebouwen en horecasectorBij
de beoordeling van de op die wijze tot stand gekomen balans per buurt
e.d. zijn deze echter wel in de overwegingen betrokken.
Hoofdstuk 5 geeft tenslotte met behulp van meer achtergrondinformatie
een voorlopige prioriteitenstelling aan, waarin de nadruk gelegd wordt
op het doen realiseren van sociaal-culturele accommodaties op buurt-
niveau, zonder daarin een nadere verfijning aan te brengen naar priori-
teitsgroepen (bijv. peuters, bejaarden e.d.). In eerste instantie wordt
gedacht aan het totstandbrengen van ruimten waarin verschillende sociaal
culturele aktiviteiten. kunnen worden ondergebracht.
Tot slot van deze inleiding zij nog gewezen op de in de paragrafen 5«1
en 5*2 verwoorde beperkingen en verfijningsmogelijkheden. Vooral de
kwestie van het multi-functioneel gebruik van accommodaties zal in de
toekomst veel aandacht moeten krijgen.
Vooruitlopend op de totstandkoming van een sociaal-cultureel plan voor
onze gemeente, aan de hand waarvan de in dit rapport aangegeven priori
teiten nader getoetst en eventueel bijgesteld kunnen worden, beschouwen
wij dit rapport als een bruikbaar werkdocument. Wij zijn van oor
deel, dat de op basis van vooreerst voldoende gegevens getrokken kon-
klusies, zoals die in hoofdstuk 5 zijn opgenomen, vooralsnog als richt
lijn moeten dienen voor het te voeren gemeentelijk accommodatiebeleid
op het sociaal-cultureel terrein.
Hoofdstuk 1 Indeling naar accommodatietypen en buurten.
1.1. Inleiding.
Dit hoofdstuk valt uiteen in twee delen, te weten:
paragraaf _li2_;_Begripsomschri jvingende volgende onder
werpen komen aan de orde:
- de reikwijdte van het rapport;
- de definiëring van sociaal-culturele activiteiten;
- de indeling van sociaal-culturele accommodaties en
definiëring.
paragraafGeografische en demografische gegevens, onder
te verdelen in de buurtindeling die in dit rapport wordt
gehanteerd en de daarbij behorende bevolkingsgegevens
1.2. Begripsomschrijvingen.
1.2.1. De reikwijdte van het rauport.
Dit rapport heeft betrekking op de overdekte sociaal-culturele
accommodaties. Aan de overige accommodaties die binnen het
welzijnsterrein worden aangetroffen, zoals openluchtvoorzie
ningen (speel- en groenvoorzieningenrecreatievoorzieningen
e.d.), culturele voorzieningen en specifieke sportvoorzieningen
(sporthallen, -velden e.d.) wordt voorbijgegaan.
Met deze beperking in de reikwijdte van het rapport wordt
aansluiting gevonden bij de Rijksbijdrageregeling sociaal-
culturele activiteiten. Voor de nadere definiëring van wat
volgens genoemde regeling onder sociaal-culturele activiteiten
moet worden verstaan, verwijzen wij U naar paragraaf 1.2.2.
Ten behoeve van de planning die ingevolge deze rijksbijdrage-
regeling vereist is, wordt in artikel 10 gesteld dat het plan
vergezeld dient te gaan van een raming van onder andere de
accommodatiebehoefte. Door nu dit acoommodatierapport op de
criteria van deze regeling af te stemmen, wordt bereikt dat
de planning van sociaal-culturele activiteiten en van de daar
voor benodigde accommodaties als een samenhangend geheel ter
hand kan worden genomen.