- 111 - Hoofdstuk 5 Konklusies. 5.1. Inleiding. I Voordat er konklusies getrokken zouden gaan worden uit het materiaal zoals dat in de voorgaande hoofdstukken is gepresenteerd, willen wij de beperkingen die daarbij in acht moeten worden genomen hier nadrukkelijk onder de aandacht brenger! Zoals in paragraaf 1.2.1. al werd gesteld, gaat het in dit rapport om overdekte sociaal-culturele accommodaties. In feite kal dit rapport dan ook beschouwd worden als vooruitlopend op de totstandkoming van een sociaal-cultureel plan. Het zal ook in samenhang daarmee eerst zijn werkelijke waarde moeten bewijzen. Immers, om zo gefundeerd mogelijk te kunnen beoordelen in hoeverre) er sprake is van tekorten of overschotten aan sociaal-culturele accommodaties is ook een analyse nodig van de ruimte-vragende aktiviteitenverder zullen beleidsdoelstellingen en prioriteiten bekend moeten zijn teneinde ook voorzieningen in de accommodatie sfeer daarop af te kunnen stemmen. Aangezien de Rijksbijdrage regeling sociaal-culturele aktiviteiten in artikel 8 lid 2 voor schrijft dat het plan gebaseerd dient te zijn op een verkenning van de sociale, culturele en educatieve situatie en artikel 10 onder meer een raming van de accommodatiebehoefte voorschrijft, zullen bij de totstandkoming van het plan de benodigde aanvullende gegevens voor de accommodatieplanning op tafel moeten komen. Met het oog daarop kan deze accommodatienota niet beschouwd worden als een "eindprodukt"maar vormt deze veeleer een eerste aanzet in het geheel van de sociaal-culturele (welzijns) planning. Uit deze konstatering moet overigens niet begrepen worden dat deze nota op korte termijn geen praktische gebruiks waarde zou hebben. Het tegendeel is het geval. Op grond van de hierin geïnventariseerde gegevens m.b.t. situering en omvang van beschikbare accommodaties en met in aanmerking neming van globale normen die deze zelfde aspecten als basis hebben, wordt een globaal inzicht verkregen in de accommodatie verdeling over onze gemeente. Daarbij kunnen tevens de in paragraaf 2.5. gememoreerde gemee;- telijke beleidsuitgangspunten in aanmerking worden genomen. - 112 - Verder dient rekening te worden gehouden met de beleidsvoornemen! i zoals die zijn neergelegd in de rapporten behorende bij het door de gemeenteraad op 25 juni 1979 genomen besluit inzake "aanwij zing tot stadsvernieuwingsgebied. van de Schil-Oost en Oldegali- leën/Bloemenbuurt en het vaststellen van het uitvoeringsplan voor Oldegalileën" in het kader van de Interim Saldo Regeling. Naar onze mening kunnen ondanks de vermelde beperkingen dan ook op dit moment op basis van de voorhanden gegevens relevante konklusies worden getrokken, welke hieronder in de paragrafen 5-3 en 5*4 worden gepresenteerd. In paragraaf 5*3. zullen de accommodaties op stadsniveau nader worden bekeken; in paragraaf 5*4 komen de accommodaties op de andere niveaus aan de orde. Aangezien in hoofdstuk 4 voor elke soort accommodatie op stadsniveau en voor elke wijk, buurt en dorp steeds afzonderlijk de balans is opgemaakt, zullen in deze paragrafen alleen de o.i. belangrijkste konklusies aan de orde komen 'erf ijningsmogeli jkheden Overeenkomstig hetgeen in de inleiding bij dit hoofdstuk reeds is gesteld, kunnen de nu beschikbare gegevens en normen inzake accommodatievoorzieningen verder verfijnd worden in relatie tot het sociaal-cultureel plan. Bij een verdere verfijning behoeft niet alleen gedacht te worden aan een analyse van ruimte- vragende aktiviteiten. Naar onze mening zijn nog andere gegevens nodig om te bereiken dat er in de toekomst sprake kan zijn van een systematisch gemeentelijk accommodatiebeleid. Daarvoor zal tevens nodig zijn dat er een gestructureerd overzicht komt van de volgende gegevens: - eigendomssituatie en beheerstructuur van accommodaties; - bezettingsschemas/gebruiksroosters, waarbij het in hoofdzaak gaat om twee aspekten: a. wie, wanneer in welke ruimte met welke aktiviteiten b. wie maakt tegelijkertijd voor welke aktiviteiten gebruik van belendende ruimten, of wat gebeurt er in de direkte omgeving. - kwalitatieve aspekten: zowel in bouwkundig opzicht als ook t.a.v. de geschiktheid voor de aktiviteiten die er in (moeten) plaatsvinden funktionele kwaliteit).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 258