- 2 - 2. Burgemeester en Wethouders kunnen aanvragen, welke zijn ingekomen na de in het eerste lid genoemde termijn buiten behandeling laten, zodat over het betreffende jaar geen subsidie wordt toegekend. Artikel 4: Bij de in artikel 3 bedoelde aanvrage moeten worden overgelegd: a. de exploitatierekening over het afgelopen jaar vergezeld van de balans op de laatste dag van dat jaar, voorzien van een toelichting en getekend door het bestuur b. een exploitatiebegroting voor het komende en een raming daarvan voor het daaropvolgende jaar; c. een door het bestuur getekende opgave van het aantal leden, contribuanten en donateurs; d. een overzicht van de eventueel geldende reductieregeling(en) voor leden, contribuanten en donateurs; e. een door het bestuur getekende opgave van alle ontvangsten van derden; f. het verslag van de in het laatste boekjaar van de instelling door haar ver richte werkzaamheden. Artikel 5: 1. De instelling dient, naast de in artikel 4 bedoelde bescheiden, alle andere gegevens te verstrekken welke nodig zijn voor de vaststelling van het sub sidie, zulks ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders. 2. De instelling dient, voor het geval dit voor de vaststelling van het subsidie nodig wordt geoordeeld, een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaar inzage te verlenen in de financiële bescheiden, de boekhouding en de administratie inzake leden, contribuanten en donateurs. Artikel 6: 1. Het subsidie is, behoudens het bepaalde in artikel 8, derde lid, gelijk aan 50 van de werkelijke kosten van de te organiseren concerten tot een maxi mum van de door de gemeente aanvaarde begrote kosten. 2. Indien het op de in lid 1 bedoelde wijze berekende subsidie meer zou bedra gen dan het werkelijke exploitatietekort wordt een subsidie verstrekt tot ten hoogste het bedrag van het werkelijke exploitatietekort. 3. Voor de berekening van het exploitatietekort dienen de aan leden, contri buanten of donateurs verleende reducties op de normale entreeprijzen onder de baten te worden opgenomen. Artikel 7 Indien het vermogen van een voor subsidie in aanmerking komende instelling meer bedraagt dan Burgemeester en Wethouders voor de doelstelling van de instelling noodzakelijk achten, kunnen Burgemeester en Wethouders het subsidie lager vast stellen dan op grond van deze regeling is berekend, dan wel geen subsidie ver lenen. Artikel 8: 1Burgemeester en Wethouders nemen binnen drie maanden na vaststelling van de gemeentebegroting door de Gemeenteraad een beslissing ten aanzien van een ingediende aanvrage en brengen hun beslissing schriftelijk ter kennis van de aanvrager. - 3 - 2. Een subsidie wordt telkens voor een jaar toegekend, waarbij onder jaar wordt verstaan een kalenderjaar. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen slechts subsidie toekennen voor zover op de begroting van de gemeente hiervoor voldoende middelen beschikbaar zijn. Artikel 9: Op het subsidie kan op verzoek van een instelling door Burgemeester en Wethouders een voorschot worden verleend van maximaal 80 van het vermoedelijke subsidiebe drag. Artikel 10: De subsidie ontvangende instelling is verplicht binnen drie maanden na afloop van elk jaar waarover subsidie is ontvangen, aan Burgemeester en Wethouders de stuk ken over te leggen als bedoeld in artikel 4, sub a, c, d, e, f. Artikel 11 Aan de hand van de in artikel 10 bedoelde bescheiden stellen Burgemeester en Wet houders het bedrag van het subsidie over het afgelopen jaar vast en keren het definitieve subsidie aan de instelling uit onder verrekening van toegekende voor schotten. Indien het bedrag van het toegekende voorschot hoger is dan het defini tief vastgestelde subsidiebedrag dient het verschil door de instelling aan de ge meente te worden terugbetaald. Artikel 12: Burgemeester en Wethouders kunnen voor zover bijzondere omstandigheden daartoe naar hun oordeel aanleiding geven, gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van één of meer bepalingen van deze regeling. De instelling, die meent in aanmerking te komen voor ontheffing dient een daar toe strekkend, met redenen omkleed verzoek in. Artikel 13: Wijzigingen in de rechtsvorm van de instelling, wijzigingen van de statuten als mede wijzigingen in de samenstelling van het bestuur, dienen onverwijld ter ken nis van Burgemeester en Wethouders gebracht te worden. Artikel 14: In alle gevallen, waarin deze regeling niet voorziet beslissen Burgemeester en Wethouders Artikel 15: De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1980. III. De onder II bedoelde regeling met terugwerkende kracht met ingang van 1 janu ari 1979 van toepassing te verklaren op de Commissie van de Kerkmuziek en de Stichting Hothouse Redbad. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 310