I
Nr. 14185.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 oktober 1980 (bij
lage nr. 392);
gelet op de artikelen 272, letter h en 277 van de gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Verordening op de
heffing en invordering van haven- en opslaggeld
(9e wijziging)
Artikel I.
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
A. Voor de in onderdeel A van het eerste lid, sub a en b vermelde bedragen
0,096, 1,-, 1,-, 10,-, 1,50, 15,-. 2,55, 25,50, 0,22,
2,20, 0,22, 5,40, 0,42 en 10,50" wordt gelezen respectievelijk:
0,10, 1,05, 1,05, 10,50, 1,60, 16,-, 2,70, 27,-, 0,23,
2,30, 0,23, 5,65, 0,44 en 11,-;
B. Onderdeel B van het eerste lid wordt als volgt gelezen:
het innemen van een ligplaats op andere plaatsen dan onder A bedoeld door:
schepen bestemd en gebruikt voor vervoer van goederen, sleepboten, kranen,
bokken, baggermolens, zandzuigers en dergelijke drijvende werktuigen:
a. bij een verblijf van ten hoogste 14 achtereenvolgende dagen, per m3 0,10
met een minimum van 1,05
b. bij abonnement, voor een kalenderkwartaal, per m3 1,05
met een minimum van 10,50
c. bij abonnement, voor een kalenderhalfjaar, per m3 1,60
met een minimum van 16,—
d. bij abonnement, voor een kalenderjaar, per m3 2,70
met een minimum van 27,—
Het havengeld genoemd onder a, b, c en d wordt met respectievelijk 0,039,
0,63, 0,85 en 1,26 per m3 verhoogd voor schepen, die tijdens hun ver
blijf in de gemeente worden gebruikt voor opslag van goederen.
C. Voor de in het tweede lid vermelde bedragen 0,107, 1,07, 1,15, 11,50,
1,65, 16,50, 2,80 en 28, wordt gelezen
0,11, 1,10, 1,20, 12,-, 1,73, 17,30, 2,95 en 29,50;
D. Voor de in het derde lid vermelde bedragen 19,70, 91,en 150,
wordt gelezen
20,70, 95,50 en 157,50;
