- 2 - E. Het vierde lid wordt als volgt gelezen: het innemen van een ligplaats door pleziervaartuigen: a. in het openbaar vaarwater of aan de kaden en oevers gelegen tussen de Verlaatsbrug, de Prins Hendrikbrug en de Noorder- brug, gedurende de periode 1 juni tot en met 31 augustus, voor zover geen havengeld verschuldigd is overeenkomstig het derde lid van dit artikel: 1. voor zover de lengte van het vaartuig niet meer bedraagt dan 7 meter, per overnachting 2,53 2. bij een lengte van 7 tot 10 meter 3,35 3. bij een lengte van 10 meter en meer 4,20 b. in het openbaar vaarwater Woudmansdiep of aan de oevers van het recreatiegebied Froskepolle, gedurende de periode 1 mei tot en met 30 september, voor zover geen havengeld verschul digd is overeenkomstig het derde lid van dit artikel: 1. voor zover de lengte van het vaartuig niet meer bedraagt dan 7 meter, per overnachting 2,55 2. bij een lengte van 7 tot 10 meter 3,35 3. bij een lengte van 10 meter en meer 4,20 F. Sub a en b van het vijfde lid worden gelezen als volgt: a. voor zover de lengte van het schip niet meer bedraagt dan 15 meter, per kalendermaand 16,90 b. bij een grotere lengte dan 15 meter 16,90 verhoogd met 1,15 voor iedere meter boven de 15 meter. Artikel II Voor de in artikel IA- vermelde bedragen 0,13, 0,70, 1,95, en 15,80" wordt gelezen respectievelijk 0,14, 0,73, 2,05 en 16,60. Artikel III. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1981. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. -- - Delegatie van bevoegdheden. Bijlage nr. 393 Leeuwarden, 2 oktober 1980. Aan de Gemeenteraad. Op grond van artikel 177 van de Gemeentewet beslist de raad of er vanwege de gemeente rechtsgedingen zullen worden gevoerd. Een gedeelte van deze bevoegdheid hebt U gedelegeerd bij besluit van 8 november 1971, nummer 17894, dat werd gewij zigd bij besluit van 25 april 1977, nummer 5954. Beide besluiten liggen ter inzage. Volgens de jurisprudentie wordt onder het voeren van rechtsgedingen ook verstaan het voeren van administratieve rechtsgedingen, dat wil in het algemeen zeggen het instellen van beroep tegen administratieve beslissingen of het maken van bezwaar te gen handelingen of voornemens van de administratie. In verschillende wettelijke voorschriften worden de mogelijkheden daartoe, ook aan de gemeente, geboden. Delegatie van de bevoegdheid om administratieve rechtsgedingen aan te gaan is onzes inziens noodzakelijk, omdat de termijn, waarbinnen beroep kan worden ingesteld of bezwaar kan worden gemaakt tegen onwelgevallige beslissingen of handelingen over het algemeen beperkt is. Snel beslissen is daarom een voorwaarde wil althans een niet-ontvankelijkheid-verklaring van een ingesteld beroep of een gemaakt bezwaar worden voorkomen. Delegatie is mogelijk op grond van artikel 212 van de Gemeentewet. Het derde lid van het artikel is opgenomen juist met het oog op de administratieve rechtsgedingen. In de tekst van het ontwerp-besluit is onder II. naast het begrip de gemeente, zoals dat ook voorkomt in de tekst van artikel 177 van de Gemeentewet, het begrip gemeen tebestuur opgenomen. In verschillende wettelijke regelingen is namelijk uitdrukkelijk aan het gemeentebestuur als zodanig de bevoegdheid om beroep in te stellen gegeven. Naar ons oordeel komt nog een tweede bevoegdheid, die U ingevolge artikel 177 van de Gemeentewet toekomt, voor delegatie in aanmerking. De bevoegdheid namelijk om te beslissen of door de gemeente in rechte verhaal zal worden gevoerd op personen, die ten onrechte een uitkering of een teveel aan uitkering hebben ontvangen op grond van de Wet Werkloosheidsvoorziening (de W.W.V.) In de Algemene Bijstandswet (de A.B.W.) is in artikel 54 uitdrukkelijk bepaald, dat besluiten terzake van verhaal in rechte door Burgemeester en Wethouders worden genomen. In de W.W.V. ontbreekt een dergelijke bepaling, waardoor artikel 177 van de Gemeentewet van toepassing is. Om dat er geen wezenlijk verschil is tussen verhaalsacties op grond van de A.B.W. en de W.W.V. en deze zaken overigens tamelijk routine-matig zijn, stellen wij voor ook de bevoegdheid om te besluiten in rechte verhaal te zoeken krachtens de W.W.V. aan ons te delegeren. •pdat het delegatiebesluit hanteerbaar blijft verdient het de voorkeur om het oor spronkelijke besluit en het wijzigingsbesluit in te trekken en met in achtneming van het bovenstaande een nieuw delegatiebesluit vast te stellen. Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma Burgemeester. W.3.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 333