No. 14186
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 oktober 1980 (bijla
ge nr. 393);
gelet op de artikelen 177 en 212 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
I. in te trekken zijn besluit van 8 november 1971, nummer 14894 en 25 april 1977,
nummer 5954;
II. te bepalen dat Burgemeester en Wethouders beoordelen en beslissen of vanwege
de gemeente of het gemeentebestuur een rechtsgeding zal worden gevoerd of gebruik
zal worden gemaakt van enig rechtsmiddel tegen een gewezen vonnis of arrest dan-
wel verweer zal worden gevoerd in een rechtsgeding, voor zoveel het betreft:
1. rechtsgedingen, waarbij de vordering in hoofdsom niet meer dan 5.000,-- be
draagt;
2. rechtsgedingen tot verhaal van ten onrechte of teveel genoten uitkering krach
tens de Wet Werkloosheidsvoorziening;
3. administratieve rechtsgedingen;
4. het voegen van de gemeente als beledigde partij in een strafgeding;
III. te bepalen, dat de onder II. van dit besluit bedoelde bevoegdheid door Burge
meester en Wethouders wordt uitgeoefend onder de voorwaarde, dat zij binnen
twee maanden na afloop van een kalenderjaar aan hem schriftelijk kennisgeving
doen van de besluiten, die zij met toepassing van dit raadsbesluit in dat jaar
hebben genomen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beschikbaarstellen van een krediet t.b.v. het demonstratieproject Transvaalwijk
in het kader van het Europese stadsvernieuwingsjaar
Bijlage nr. 394. Leeuwarden, 2 oktober 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Op initiatief van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
van ons land heeft de Raad van Europa besloten het jaar november 1980 - november
1981 uit te roepen tot Europees stadsvernieuwingsjaarDe campagne, die gericht
is op de uitwisseling van ervaringen van al diegenen die bij de stadsvernieuwing
zijn betrokken, heeft als hoofdthema gekregen "Stadsvernieuwing en de verbete
ring van het stedelijk leefmilieu". De vijf van dit hoofdthema afgeleide subthe
ma's zijn:
1. beleid ter verbetering van de kwaliteit van het stedelijk leefmilieu;
2. beleid voor het verbeteren van bestaande woningen en gebouwen;
3. beleid met betrekking tot maatschappelijke-, onderwijs-, culturele- en ver
voersvoorzieningen en werkgelegenheid;
Voor de uitwerking van de tijdens de campagne te houden activiteiten is een Na
tionaal Comité ingesteld.
Bij brief van 13 december 1979 heeft het Nationaal Comité ons medegedeeld dat het
ransvaalwijkproject, met het oog op de bij dit project tot stand gekomen bewo
nersparticipatie bij particulier woningbezit een uitstekend demonstratieproject
zou kunnen zijn.
n antwoord op het verzoek van dit Nationaal Comité hebben wij onze bereidheid
uitgesproken mede te werken aan de opzet van een demonstratieplan voor het Trans
vaalwi jkproject
In overleg met een hiervoor door ons ingestelde commissie, waarin ook vertegen
woordigers van de wijk zitting hebben, zullen de hieronder genoemde activiteiten
worden ontwikkeld die beogen het Transvaalwijkproject in het Europese stadsver
nieuwingsjaar in de internationale belangstelling te brengen. Hierbij is eveneens
opgenomen de begroting van kosten die hiermede gemoeid zullen zijn.
Algemene activiteiten
a. brochure over het Transvaalwijkproject 25.000,-
vertaalkosten in het Frans, Duits en Engels - 5.000,-
b. tentoonstelling (huren van ruimte en inrichting daarvan) - 107.500,-
c. kosten Dienst Stadsontwikkeling (gereedmaken terreinen) - 15.000,-
d. aanstellen kracht voor 1 jaar voor begeleidingsproject - 23.000,-
e. variabele kosten tentoonstelling (verlichting/verwarming) - 15.000,-
f. persmateriaal, posters enz. - 5.000,-
g. audio-visuele presentatie te ontwikkelen door Rijksvoor
lichtingsdienst - 40.000,-
h. stelpost t.b.v. opening project en begeleiding groepen - 5.500,-
i. bijdrage aan Nationaal Comité voor algemene kosten - 9.000,-
Totaal 250.000,--
Bijzondere activiteiten.
a. ontwikkeling van een audio-visuele presentatie over
bewonersparticipatie 32.000,--
aanschaf apparatuur - 12.000,--
4. aanpak en beleid met betrekking tot de bewustwording van het maatschappelijke
probleem van de stadsvernieuwing en de noodzaak tot inspraak en medezeggen
schap;
5. de rol van de lokale overheid en de lokale overheidsdiensten.