Vaststellen van het bestemmingsplan "Oldegalileën
Bijlage no. 413. Leeuwarden, 7 oktober 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding
Het plangebied Oldegalileën wordt in grote lijnen begrensd door de
Dokkumer Ee, de Prof.mr. P.S. Gerbrandyweg, de Goudenregenstraat, de
Groningerstraatweg en de Noordelijke Stadsgracht, met uitzondering van het
gebied Mariahof, waarvoor U op 26 juni 1978 een afzonderlijk bestemmingsplan
hebt vastgesteld.
Op 17 november 1975 hebt U besloten het plangebied Oldegalileën aan te
wijzen als rehabilitatiegebied. Hierbij hebt U het rapport van de project
groep Oldegalileën met de daarbij behorende kaart "Voorkeursmodel" aanvaard
als basis voor het beleid met betrekking tot rehabilitatie en ruimtelijke
ontwikkeling van het plangebied Oldegalileën. Op 31 mei 1978 hebt U besloten
het gebied Hoeksterplein e.o. toe te voegen aan het rehabilitatiegebied
Oldegalileën. Op de kaart "Voorkeursmodel" zijn twee gebieden aangegeven als
"Uit te werken woongebied", namelijk de gebieden tussen de Leliestraat en de
Pieterseliestraat (blok Zwart) en de DoKkumerstraat e.o. (blok Rood). Over de
toekomstige ontwikkeling van de blokken Zwart en Rood hebt U respectievelijk
op 6 december 1976 en 27 november 1978 beslissingen genomen.
Uitgangspunt voor de toekomstige wegenstructuur van dit plangebied is
geweest het door U op 29 en 30 mei 1978 vastgestelde Verkeersstructuur- en
uitwerkingsplan. De uitgangspunten voor woningbouw op het terrein van de
gemeentewerf hebben wij opgesteld na de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening te hebben gehoord. Vervolgens hebt U op 25 juni 1979 besloten
Oldegalileën/Bloemenbuurt tot stadsvernieuwingsgebied aan te wijzen en het
uitvoeringsplan Oldegalileën vast te stellen.
Het ontworpen plan heeft voor een groot deel van de wijk een min of
meer conserverend karakter. Voor andere delen van de wijk en dan met name
voor de blokken Zwart en Rood is een enigszins gewijzigde stedebouwkundige
opzet aangegeven. Voor de aan dit plan ten grondslag liggende gedachten en
de uitkomsten van het op grond van artikel 8 van het Besluit op de
Ruimtelijke Ordening gevoerde overleg verwijzen wij U overigens kortheids
halve naar de bij dit plan behorende toelichting.
Het ontwerp-plan heeft met ingang van 25 maart 1980 gedurende een
maand voor een ieder ter inzage gelegen.
In Uw vergadering van 23 juni 1980 hebt U de beslissing omtrent de
vaststelling van dit bestemmingsplan verdaagd tot uiterlijk 24 oktober 1980.
Bezwaren
Tegen het ontwerp-plan zijn 14 bezwaarschriften ingediend, waarvan een
aantal geheel of gedeeltelijk gelijkluidend is. Een lijst met de namen van
de reclamanten met daarbij een rubricering van de ingediende bezwaren hebben
wij als bijlage bij het ontwerp-raadsbesluit gevoegd. Eén van de bezwaar
schriften, namelijk dat van de heer F. van der Schuit, Willem Sprengerstraat
56, is niet binnen de wettelijke termijn ingediend. Deze reclamant dient in
zijn bezwaren daarom niet ontvankelijk te worden verklaard. Overigens is dit
bezwaarschrift gelijkluidend aan een tweetal andere bezwaarschriften.
De overige bezwaarschriften zijn tijdig ingediend, zodat deze reclamanten in hun
bezwaren kunnen worden ontvangen.
Wij laten hieronder puntsgewijs de ingebrachte bezwaren volgen onder
toevoeging van een commentaar.