- 6 - 2Inrichting omgeving Johannes Semstraat - hoek Menno van Coehoornstraat. De wijkraad is tegen de door ons voorgestelde afbraak van de 7 zijns inziens redelijk goede woningen en verlegging van de Johannes Semstraat. Hij meent, dat het voorstel van de projectgroep is gedaan ten behoeve van de aanleg van parkeerplaatsen en om bedrijfsuitbreidin- gen mogelijk te maken. Deze raad meent voorts, dat de toegang naar het Molenpad voldoende wordt verbeterd als de autoboxen aan de noord-west zijde van de Menno van Coehoornstraat worden afgebroken. Wij zijn van mening dat de woonfunctie aan de noordzijde van de Johan nes Semstraat, gezien de aanwezigheid van de bedrijven en mede gezien de situering van deze woningen, onder druk staat. De ruimte tussen de woningen aan weerszijden van de straat bedraagt van gevel tot gevel slechts 10 m. Er zijn geen voortuinen. Bij gebrek aan parkeerruimte wordt aan weerszijden van de straat gedeeltelijk op het trottoir gepar keerd. Wij stellen voor deze woningen af te breken en de Johannes Sem straat gedeeltelijk in noordelijke richting te verleggen. Hiermee wordt een structurele oplossing voor het woonklimaat in deze omgeving bereikt. De druk op het wonen aan de zuidzijde wordt immers door een grotere af stand van de bebouwing tot de straat verminderd. Tevens wordt ter plaat se een aantrekkelijker inrichting en ruimtelijke vormgeving bereikt me de door de aanleg van een groenvoorziening. Voorts wordt door de aanleg van een 1^-tal parkeerplaatsen een bijdrage geleverd aan de oplossing van het parkeerprobleem. Tenslotte wordt hierdoor een betere aansluiting van het Molenpad op het Vliet verkregen. Overigens zou in de nadere de taillering de bocht in de Johannes Semstraat een iets minder vloeiend verloop kunnen krijgen 3. De inrichting van het voormalige ambachtsschool-terrein en naaste omge ving De wijkbewoners wensen op dit terrein een zo groot mogelijke aan eengesloten speel- en groenvoorziening tevens bruikbaar en toegankelijk voor de naburige wijk "Welgelegen", zij stellen de plaats van de nieuwe basisschool daarvan afhankelijk en willen deze voornamelijk op de plaats van de huidige school situeren. Wij zijn van oordeel, dat de situering van de nieuwe basisschool in het bewonersmodel uit een oogpunt van verkeersveiligheid en geluidhinder minder gunstig is dan die in het door ons voorgestelde model. Voorts biedt de situering van het terrein in het bewonersmodel, gezien de ge ringe diepte, minder mogelijkheden voor een vormgeving van het gebouw die voldoet aan de hedendaagse opvattingen op onderwijskundig gebied. Daarnaast is in het bewonersmodel een negatieve factor het feit, dat eerst een noodschoot moet worden gebouwd, alvorens tot nieuwbouw kan worden overgegaan. Tenslotte speelt het financiële aspect een rol; glo baal geraamd zijn de kosten volgens het bewonersmodel op dit onderdeel 300.000,-- hoger dan in het model van de projectgroep (exclusief de kosten van de noodschool). De reden voor de situering volgens het bewonersmodel is dat men een zo groot mogelijke aaneengesloten groen- en speelvoorziening wenst De compensatie aan kleine plekjes groen in de wijk, gepaard gaande met afbraak van huizen, wijst men af. Afgezien van de vraag of een omvangrijke geconcentreerde groenvoor ziening de voorkeur verdient boven verspreide kleine speel-/groenvoor- zieningen in combinatie met een redelijk grote centrale groenvoorziening achten wij de hiervoorgenoemde aspecten bepalend voor de situering van de school. Wij stellen U dan ook voor in te stemmen met de terreininde ling overeenkomstig het door ons voorgestelde model. - 7 - A-. Financiële aspecten. In het kader van de aanwijzing tot stadsvernieuwingsgebied van de Schil-Oost is, op basis van de toen bekende gegevens voor de verbete ring van het gebied Molenpad, een tekort geraamd van rond 15 miljoen gulden. Volgens een globale raming zal het tekort, zowel op het model van de projectgroep als op dat van de bewoners, iets lager liggen dan het hiervoor aangegeven bedrag. De beide modellen wijken voor wat betreft het geraamde tekort on derling weinig af. Voor de goede orde zij erop gewezen, dat de financiering van het uitvoeringsplan slechts is verzekerd, indien de Minister van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening aan het plan zijn goedkeuring hecht. Hiervoor hebben wij reeds uiteengezet, dat die goedkeuring slechts ver wacht mag worden op een uitvoeringsplan dat is gebaseerd op het door ons voorgestelde model. 5. Overige reacties. In het rapport van de bewoners, tijdens de hoorzitting en in de brief van de Belangenvereniging Oranjewijk zijn voorts nog de volgende reacties gegeven. a. Verkeersmaatregelen in de Van Cronenburchstraat. De bewoners verzoeken een viertal maatregelen te nemen ter ver betering van de situatie met betrekking tot het rijdend en stilstaand verkeer in deze straat. Samenvattend houden ze in: 1. éénrichtingsverkeer voor het vrachtverkeer; 2. aanpassing van het wegdek; 3. een parkeerverbod op werkdagen met ontheffing voor bewoners; invoering van een maximum-snelheid van bijvoorbeeld 20 km. per uur. De Gemeenteraad heeft terzake reeds een standpunt ingenomen in de raadsvergadering van 12 mei 1980. De bewoners zijn bij brief dd. 21 mei 1980 van dit standpunt oo de hoogte gesteld. Wij zijn van me ning, dat zich geen omstandigheden hebben voorgedaan welke aanleiding geven om voormeld standpunt te herzien. b. Inrichting tot woonerf van de Lambert Jacobzstraat. In het bewonersrapport wordt deze wens naar voren gebracht. Bij de raadsbehandeling van de opzet van het gebied Cambuurster- pad hebt U terzake van de herinrichting van de straten in stadsver nieuwingsgebieden als standpunt ingenomen, dat de herinrichting zich in het algemeen dient te beperken tot de bestaande openbare ruimte. Afwijkingen van dit standpunt dienen naar Uw mening van geval tot ge val te worden beoordeeld binnen het raam van de zich op dat moment voordoende mogelijkheden. Naar onze mening is het niet noodzakelijk aanhet onderhavige verzoek te voldoen. c. De situering van een eventuele parkeergarage op het terrein Ooster buurt. Een aantal bewoners uit de Oosterbuurt en omgeving heeft er be zwaar tegen, dat de parkeergarage zodanig wordt gesitueerd dat een aantal met name genoemde aanliggenden geen gebruik meer kan maken van de toegang tot hun pand vanaf het terrein Oosterbuurt. Ingeval in de toekomst wordt overgegaan tot het opstellen van plannen voor de bouw van een parkeergarage op genoemd terrein zal met de belangen van de aanliggenden zoveel mogelijk rekening worden ge houden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 385