- 1 -
INITIATIEFVOORSTEL INZAKE NAAMGEVING VAN VROUWEN
Familienamen zijn in onze samenleving zó gebruikelijk, dat we
ons nauwelijks voor kunnen stellen dat ze niet hebben bestaan.
Toch zijn ze pas sinds ca. 1100 in gebruik.
De naamgever vertegenwoordigde diegene die de naam droeg en had
het beheer over die persoon. Een slaaf kreeg de naam van de
meester, het kind kreeg de naam van de vader en de vrouw kreeg
de naam van haar echtgenoot.
We leven nu echter in het jaar 1980, met een sterke vrouwen
beweging. Vrouwen willen steeds zelfstandiger, van mannen onaf
hankelijker worden. Eén van de veie uitdrukkingen die vrouwen
aan deze wens naar zelfstandigheid geven is het weer of blijven
dragen van de 'meisjesnaam' na hun huwelijk.
Ze willen niet door hun echtgenoot vertegenwoordigd worden. Ze
kunnen zichzelf heel goed 'beheren'.
Toch wordt vrouwen nog steeds, ook door de gemeentelijke in
stanties, eerst gevraagd hoe de naam van hun echtgenoot is. Wie
ze zelf zijn is van minder belang. Dit terwijl een formeel juri-
dies uitgangspunt van de wetgever is dat de man en de vrouw in
het huwelijk ieder hun eigen geslachtsnaam behouden. Daarnaast
is er een artikel in het Burgerlijk Wetboek opgenomen (artikel
9 B.W. 1). Dit artikel verleent de vrouw de bevoegdheid de ge
slachtsnaam van haar man te voeren.
De vrouw is dus niet verplicht zich te laten welgevallen dat
derden, haar man inbegrepen, haar met een andere dan haar eigen
naam aanduiden.
PAL vindt dat er bij de gemeentelijke instanties dan ook vanuit
gegaan moet worden dat vrouwen hun eigen naam blijven houden.
PAL vindt bovendien dat er geen verschil gemaakt mag worden
tussen gehuwde en ongehuwde vrouwen. Het onderscheid tussen
mevrouw (voor gehuwde vrouwen) en mejuffrouw (voor ongehuwde
vrouwen) moet komen te vervallen.
Voor mannen geldt toch ook dat ze meneer zijn, ongeacht het feit
of ze gehuwd zijn of niet. Waarom zou dit onderscheid wel bij
vrouwen gemaakt moeten worden?