Wij zijn met de V.N.G. van mening, dat in het kader van een optimale doel matigheidsbewaking het instellen van een gemeentelijke rekenkamer in de organi satie-structuur, zoals de Gemeente Leeuwarden die kent, geen geëigend middel is. In deze organisatie-structuur met diensten voor bepaalde beleidssectoren en over eenkomstige secretarie-afdelingen voor die sectoren in combinatie met de aanwezi ge staf-afdelingen, zijn de taken, die aan een zelfstandige rekenkamer zouden moeten worden toebedeeld, reeds aan deze organisatie-onderdelen opgedragen; daar mee zijn reeds waarborgen geschapen voor controle op de doelmatigheid. Wel zijn wij van oordeel, dat, nu de financiële positie van de gemeente op termijn bezien - zoals die blijkt uit het ontwerp-beleidsplan 1981-1985 - minder gunstig is dan in de voorbije jaren, het van nog groter belang is geworden de controle op de doelmatigheid te intensiveren. Er zijn hiertoe verschillende mogelijkheden aan wezig. De V.N.G. doet in dat verband een aantal voorstellen waarop in het navol gende onder punt III nader wordt ingegaan. III. Andere wegen tot het intensiveren van de doelmatigheidsbewaking. In het Collegeprogram voor de raadsperiode 1978-1982 is onder punt 1.5 opge nomen, dat het College met een voorstel zal moeten komen met betrekking tot de controle op de doelmatige besteding van gemeentegelden (inclusief subsidies aan derden) en de efficiency van gemeentelijke bedrijven en diensten. Een eerste ver eiste in het kader van het verbeteren van de doelmatigheidsbewaking is de aanwe zigheid van duidelijke en gedetailleerde informatie inzake de beleidsvoering en het zeer vroegtijdig beschikbaar zijn van die informatie. Deze voorwaarde vormt de basis van de doelmatigheidsbewaking. Wij zijn er ons van bewust dat het vol doen aan deze voorwaarde eerst moet zijn gerealiseerd, alvorens verdergaande maatregelen kunnen worden overwogen. In de tussenliggende fase, voorafgaand aan de verbetering van het informa tiesysteem, zal het overigens noodzakelijk zijn voor bepaalde aspecten reeds con creet over te gaan tot diepgaand onderzoek omtrent de mogelijkheden de gestelde doeleinden met een geringer beslag op de financiële middelen te realiseren. Wij wijzen in dat verband op hetgeen daaromtrent is vermeld in het ontwerp-beleids plan 1981-1985. Via beleidsombuigingen zal in 1985 een bedrag van 600.000,-- aan financiële ruimte moeten worden gevonden, terwijl daarnaast in dat zelfde jaar 700.000,-- aan bezuinigingen op onderhoud dient te zijn gerealiseerd. Wij zijn van mening, dat een gefaseerde aanpak zoals hiervoor omschreven, waarbij in eerste aanleg prioriteit wordt gegeven aan de informatievoorziening, een goede benadering is. De rapportage van de V.N.G, gaat ook heel duidelijk in die richting. De V.N.G. doet een aantal voorstellen om langs andere wegen dan via het instellen van een gemeentelijke rekenkamer te komen tot intensivering van de doelmatigheidsbewaking. De voorstellen hebben met name betrekking op: het verbeteren en actualiseren van het systeem van meerjarenramingen; - het vroegtijdig laten verschijnen van de jaarrekening van de gemeente en de takken van dienst en het verstrekken van tussentijdse financiële overzichten; het wijzigen van het administratieve systeem in de richting van een commer ciële boekhouding; - het hanteren van taakstellende begrotingen op grond van vergelijkend begro- tingsonderzoek; en het steekproefsgewijs doorlichten van gesubsidieerde instellingen. Daarnaast wordt gesproken over de noodzaak van verdergaande automatisering en de wenselijkheid van bezinning op de bestaande organisatie-structuren. De V.N.G. adviseert de uitvoering van de voorstellen op te dragen aan de be staande organisatie-onderdelen met daarnaast op ad-hoc basis inschakeling van ex terne adviseurs. Wij kunnen ons in hoofdlijnen verenigen met voornoemde voorstellen van de V.N.G. en zijn voornemens daaraan de nodige uitwerking te geven. Wij merken hier bij overigens op dat in het ontwerp-beleidsplan 1981-1985 geen financiële ruimte is opgenomen voor het nemen van extra maatregelen, waaronder personeelsuitbrei ding, ten behoeve van een verdere intensivering van de doelmatigheidsbewaking. Het geven van prioriteit aan het intensiveren van de doelmatigheidsbewaking zal derhalve geen eenvoudige opgave zijn en wellicht moeten leiden tot wijziging in de prioriteitsstelling voor andere zaken. Een aantal ontwikkelingen om te komen tot een verbetering van de informatie voorziening zijn inmiddels op gang gekomen. Hierop wordt in punt IV nader inge gaan. Bovendien verwijzen wij in dit kader naar onze toezegging om ter voorberei ding van het beleidsplan 1982-1986 nog dit najaar een begin te zullen maken met een meer systematisch en gericht onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot beleidsombuigingen binnen de bestaande activiteiten. IV. Reeds op gang gebrachte ontwikkelingen ter verbetering van de informatievoor ziening ten behoeve van de doelmatigheidsbewakinq. In het kader van een noodzakelijke verbetering van het informatiesysteem met betrekking tot de financiële aspecten van de beleidsvoering zijn reeds een aantal ontwikkelingen op gang gekomen. Wij noemen hiervan met name de volgende. Met betrekking tot een aantal wijzigingen in het administratieve systeem is het van belang te wijzen op het onlangs verschenen "Interim-rapport Comptabili- teitsvoorschriften"Het voert in dit kader te ver het gehele rapport te bespre ken. Voor zover hier van belang vermelden wij dat het rapport o.m. tot de conclu sie komt, dat de knelpunten die aanleiding hebben gegeven tot de thans voorge stelde wijzigingen in het begrotingsmodel met name zijn te herleiden tot de vol gende aspecten: de onvoldoende onderlinge vergelijkbaarheid van de begrotingen op basis van het huidige model; de te beperkte mogelijkheden van de begroting als beleids- en beheersinstru ment. In het bedoelde interim-rapport wordt tevens voorgesteld te komen tot een snellere afsluiting van de rekening der gemeente en het wijzigen van het admini stratieve systeem in de richting van een meer commerciële boekhouding. De voorstellen van de V.N.G. en de wijzigingen zoals die zullen voortvloeien uit het "Interim-rapport Comptabiliteitsvoorschriften" lopen in belangrijke mate parallel. De herziening van de comptabiliteitsvoorschriften zal naar verwachting omstreeks 1984- zijn beslag krijgen. De wijze van presentatie van de meerjarenramingen staat al enige tijd ter discussie. Wij hebben U toegezegd binnen afzienbare tijd terzake voorstellen aan de Commissie voor de Financiën te zullen voorleggen. Overigens hebben wij er in dat verband op gewezen dat naar verwachting essentiële wijzigingen eerst in 1983 zouden kunnen worden geëffectueerd. Het beleidsplan Automatisering zal omstreeks ultimo 1980 gereed zijn. Wij gaan er van uit dat in dat kader de automatisering van de Algemene Dienst een hoge prioriteit zal hebben. De voorgaande aspecten zijn van wezenlijke betekenis voor de verbetering van de informatievoorziening. Het probleem is dat er sprake is van een zodanige onderlinge relatie dat een enkelvoudige benadering van één der aspecten nauwe lijks mogelijk is. Een sleutelpositie wordt ingenomen door de voorstellen tot herziening van de comptabiliteitsvoorschriften, die te zijner tijd dwingend door het Rijk zullen worden voorgeschreven. Zodra er zekerheid is over de inhoud van de herziening kan daarop het systeem van de automatisering en dat van de meer jarenramingen worden afgestemd. Wij zijn van mening dat deze werkzaamheden een zeer hoge prioriteit zullen moeten hebben, omdat de verdere intensivering van de doelmatigheidsbewaking mede afhankelijk is van een snelle en volledige infor matievoorziening Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, 3.S. Brandsma, Burgemeester. W.3.G. Reumer, Secretaris. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 394