-1-
1DRUGSPROBLEMATIEK
1.1. ALGEMEEN.
Wat wordt precies bedoeld met het drugsprobleem, wat zijn
eigenlijk drugs?
Hierover wordt zeer verschillend gedacht. Verschillende dis
ciplines benadrukken elk één bepaald aspect; een eensluidende
definitie geven ze niet.
Vaak worden de begrippen drugs en verdovende middelen door
elkaar heen gebruikt. Dit is onjuist, want een belangrijke
categorie drugs (waaronder bijvoorbeeld amfetaminen) heeft
géén verdovende, maar juist een stimulerende werking.
Ook wordt als kenmerk van drugs wel aangegeven, dat ze ver
slavend zouden zijn.
Wat wordt echter bedoeld met verslavend? Verstaat men eronder
dat het lichaam zich op het middel gaat instellen en dat de
lichaamsprocessen verstoord worden wanneer het middel niet
wordt toegediend (waardoor abstinentieverschijnselen optreden)?
Dan is L.S.D. (waarbij veelvuldig gebruik niet leidt tot ab
stinentieverschijnselen) niet verslavend en dus ook geen drug,
terwijl dit middel toch beslist tot de drugs gerekend wordt.
Verstaat men onder verslaving, dat steeds grotere doses van het
middel nodig zijn om hetzelfde effect te bereiken (gewenning,
tolerantie)? Dan is cocaïne niet verslavend en geen drug.
De zogenaamde roesmiddelen (psychotrope stoffen) zouden we
alsvolgt willen onderverdelen.
a. Stoffen met een stimulerende werking (psycho-analeptica)
Beoogde effecten: toename van het gevoel van lichamelijke
en geestelijke kracht, prestatievermogen, initiatief en
zelfvertrouwen; opgewekte, tot exaltatie neigende stemming,
verdwijnen van gevoelens van slaap en vermoeidheid.
Mogelijke niet-beoogde effecten: soms angst en onaangename
lichamelijke verschijnselen. Op de roes volgt als regel een
periode van psychische depressie. Bij overdosering kan
psychotisering optreden, soms gepaard gaande met agressivi
teit
a.1Cocaïne
herkomst: uit natuurprodukt
wijze van toediening: per injectie, snuiven,
psychische afhankelijkheid: ja.
lichamelijke afhankelijkheid: neen.
gewenning: neen.
a.2. Amphetaminen ("pepmiddelen")»
herkomst: synthetisch.
wijze van toediening: per os (via de mond) of per injectie,
psychische afhankelijkheid: ja.
lichamelijke afhankelijkheid: ja.
gewenning: ja.
a.3. Tot deze groep behoren ook de coffeïne (in koffie, thee,
cacao en coladranken), die een licht stimulerende
werking hebben.
a.4» tabak (nicotine). Bij het gebruik hiervan kan psychische
afhankelijkheid ontstaan, terwijl gewezen moet worden op
de rol van langdurig tabaksgebruik bij het optreden van
hart- en vaatziekten en kanker van de luchtwegen.