-8-
van een provinciaal preventiebeleid;
c. het accent van werkzaamheden met name ligt op de ontwikkeling van
voorlichtingsprogrammas en de public-relations van het bureau;
d. samen met de eventueel aan te stellen consulent(en) van het op dit
moment ontwikkelde G.V.O.-project Friesland voorlichtingsprojecten
zullen worden georganiseerd, waarin de onderwerpen alcohol/drugs
aan de orde komen.
De omvang van de problemen veroorzaakt door het gebruik van alcohol
en drugs zijn en worden echter dermate groot, dat een meer gezamen
lijke aanpak van deze preventietaak (met daarbij een voldoende be
manning) noodzakelijk is.
In ieder geval dienen de preventie-activiteiten te worden gesteund
door instellingen, overheden en zo mogelijk de bevolking.
Het C.A.D. is bereid en spreekt de wens uit in het geheel van preventie
activiteiten op het gebied van alcohol- en drugsgebruik een spilfunktie
te vervullen.
Vanuit deze optiek participeert het C.A.D. in de gemeentelijke werkgroep
t.b.v. de opstelling en uitwerking van een drugspreventie-project.
Gezien het intensieve en vaak excessieve gebruik van alcohol en het
wellicht minder omvangrijke, maar niet minder problematisch gebruik
van drugs door jongeren, jong volwassenen en culturele minderheids
groepen in Leeuwarden, acht het C.A.D. het wenselijk, dat aan deze
groepen extra aandacht geschonken wordt d.m.v. het aanstellen van een
drugspreventiewerker
VISIE JONGEREN ADVIESBUREAU.
Het Jongerenadviesbureau houdt zich bezig met hulpverlening in de
ruimste zin des woords aan jongeren van 12-25 jaar en wel op vrij
willige basis.
Er wordt vanuit gegaan, dat voor de hulpvraag van ouders andere hulp
verleningsinstellingen beschikbaar/bereikbaar zijn.
Genoemd adviesbureau is een onderdeel van de Stichting Jeugd en Gezin,
maar voert binnen de Stichting een eigen beleid t.a.v. de hulpverlening.
Uitgangspunt hierbij is, dat de jongere zelf om hulp komt vragen.
Hierbij wordt niet het systeem van een wachtlijst of een intake-stop
gehanteerd, omdat het vaak gaat om jongeren die in een crisissituatie
verkeren.
De globale vragen waarmee jongeren komen zijn:
- problemen met ouders (soms is de jongere weggelopen; soms woont
hij/zij nog thuis);
- problemen met school, werkgever, vrienden;
- problemen met eigen functioneren (dit kan zich op allerlei manieren
uiten o.a. door het overmatig gebruik van alcohol en/of drugs);
- problemen met zelfstandig wonen e.d.;
- vragen over uitkeringen, huisvesting, rechtspositie, dienstplicht
e.d.
Het J.A.B. is gehuisvest in de Gysbert Japicxstraat 2 en beschikt
formeel over een tweetal formatieplaatsen. Daarnaast zijn er in het
kader van diverse tijdelijke regelingen nog een aantal krachten werk
zaam (totaal ongeveer drie). Verschillende studenten(tes) van de
Agogische Akademie brengen hun/haar stageperiode door binnen het
J.A.B. Deze personele bezetting is niet direct bevorderlijk voor de
continuïteit van het geheel.
Ook in de gemeente Leeuwarden maakt het J.A.B. deel uit van de werk
groep Drugspreventieproject.
De laatste jaren valt binnen het cliëntenbestand van het J.A.B.
duidelijk op, dat veel problemen mede hun oorzaak vinden in het
drank- en drugsgebruik/misbruik.
Bovendien is opvallend, dat het alcohol- en drugsmisbruik veelal
voortvloeit uit problemen van de cliënt t.a.v. huisvesting, uitkering,
werk, relaties e.d.
Ook middels het project Begeleiding Kamerbewoning, dat gedurende
anderhalf jaar is uitgevoerd, is duidelijk naar voren gekomen, dat
veel met name jonge mensen een vergroot risico lopen tot gebruik c.q.
misbruik van alcohol en drugs te komen.
Door deze signalen, door contacten met cliënten en gelet op de ont
wikkelingen, die andere instellingen in de gemeente Leeuwarden sig
naleren, vindt het J.A.B., dat het drank- en drugsgebruik bij voor
namelijk jonge mensen zorgwekkende vormen aanneemt.
Vandaar dat het J.A.B. actief het initiatief steunt om te komen tot
een meer stedelijk beleid op het terrein van alcohol- en drugs.
Een belangrijke eerste stap hiertoe is de aanstelling van een drugs
preventiewerker
VISIE VAN HET KHIC.
Het Krisis Informatie Centrum is een vrijwilligersinitiatief in onze
gemeente. Men richt zich op de hulpverlening aan jongeren in de ruims
te zin van het woord. Hierbij wordt getracht deze jongeren te acti
veren om de door hen gewenste veranderingen bij zichzelf en in de
maatschappij te realiseren. Hierbij gaat het er vooral om die jongeren
te bereiken, die door andere maatschappelijk werk/Lnstellingen niet
bereikt worden.
Ervaringen over een aantal jaren vormen een bevestiging van de signalen
afkomstig van de hiervoor genoemde instellingen.
Het K.R.I.C. tracht naast een 24-uur opvangdienst, op basis van de or
ganisatievorm (het is een vereniging) en de werkwijze een zgn. "laag
drempelige" hulpverleningsinstelling te zijn.
RESUME.
Uit het vorenstaande valt te constateren, dat er grofweg twee stro
mingen zijn te onderscheiden in de hulpverlening n.l. de therapeu
tische (drugsvrije) hulpverlening en de maatschappelijke hulpverlening.
Het C.A.D. gaat momenteel uit van de therapeutische hulpverlening,
waarbij het essentieel geacht wordt, dat de verslaafde drugsvrij wordt,
zodat er mogelijkheden kunnen ontstaan voor persoonlijkheidsgroei
(immers de essentie van elke therapie).
Hippopotamus en ook het K.R.I.C. wijzen er echter op, dat de eis van
drugsvrij zijn/worden een groot deel van de problematische drugsgebrui
kers afsnijdt van verdere hulpverlening.
Veelal eindigt een discussie tussen aanhangers van de hiervoor kort
weergegeven opvattingen in het bezigen van termen als "hoogdrempelig"
tegenover "laagdrempelig"De eerstgenoemde (therapeutische) hulpver
lening zou dan "hoogdrempelig" zijn, de laatstgenoemde "laagdrempelig".
Wij achten het laatstgenoemde onderscheid in dit verband minder bruik
baar, daar ook maatschappelijke hulpverlening "hoogdrempelig" kan zijn.
Wij onderschrijven in principe de uitgangspunten van de therapeutische
hulpverlening. Drugsgebruik is een slechte en riskante vorm van pro
bleemoplossing, omdat het op langere termijn de mogelijkheden van een
meer fundamentele aanpak vermindert. Een onverkort handhaven van dit
uitgangspunt kan er echter toe leiden, dat een groot deel van de proble
matische drugsgebruikers door de hulpverlening niet (nog niet) wordt
bereikt.
Dit werkt weer diverse maatschappelijke problemen in de hand, die zich
evenwel tot buiten de sfeer van de individuele drugsproblematiek uit
strekken (verhoogde criminaliteit, druk op horeca, etc.).
Wij zullen deze verschillende consequenties en belangen tegen elkaar af
moeten wegen en in overleg en samenwerking met de betrokken hulpver
leningsinstellingen ons beleid hierop af dienen te stemmen.