- 2 -
Tot nu toe zijn in totaal 5 gevallen voorgelegd aan deze klachtencommissie.
Het resultaat hiervan is geweest dat in twee gevallen alsnog een bijdrage
is verstrekt, terwijl in één geval het negatieve advies is gehandhaafd.
In twee gevallen is nog geen nader standpunt bekend. Deze verzoeken zijn
nog in onderzoek.
Een van deze twee laatste gevallen heeft betrekking op het verzoek van
mevrouw G. Hofstra-PoolOok hierbij zijn de G.M.D. en de D.G.D. het
niet eens over de medische noodzaak van de verhuizing. Op dit moment
kunnen wij U niet meedelen welke beslissing uiteindelijk zal worden genomen,
omdat zoals vermeld het verzoek is voorgelegd aan de C.O.G.
Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek van deze C.O.G. wordt het
ingediende bezwaarschrift "gegrond" danwel "ongegrond" verklaard.
Bij een eventuele ongegrondverklaring van een bezwaarschrift kan betrokkene
beroep aantekenen bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State.
Op het bezwaarschrift van mevrouw S. Hofstra-Pool is nog geen beslissing
genomen aangezien, ondanks aandringen onzerzijds op een spoedige behandeling
hiervan, van de Centrale Overleggroep Gehandicapten nog geen reactie is
ontvangen. Zodra mogelijk zal het bezwaarschrift opnieuw in behandeling
worden genomen.
Wij stellen U voor adressant overeenkomstig het vorenstaande te berichten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
3.S. Brandsma Burgemeester.
W.3.G. Reumer
Secretaris.
Vaststelling verordening inzake het toekennen van geldelijke steun aan
ondernemers in de door de Gemeenteraad aan te wijzen stadsvernieuwings
gebieden.
Bijlage no. 437. Leeuwarden, 23 oktober 1980.
Aan de Gemeenteraad.
1Algemeen.
Vooruitlopend op de totstandkoming van de Wet op de stadsvernieuwing
- het eerste in 1976 verschenen ontwerp is in 1980 vervangen door een
gewijzigd ontwerp van wet - heeft de toenmalige Staatssecretaris de
Beschikking Geldelijke Steun Stadsvernieuwing 1977 gepubliceerd.
Deze regeling, beter bekend als de Interimsaldoregeling, beoogde ervaring
op te doen met de in het wetsontwerp opgenomen financiële paragraaf.
Het ontwerp van wet ging er namelijk vanuit dat de ten laste van de
gemeente blijvende kosten van de stadsvernieuwing overgenomen zouden worden
door het Rijk. Het meest recente ontwerp kent hiervoor in de plaats een
doeluitkering. De I.S.R. heeft gezien tegen deze achtergrond een meer
beperkte werking gekregen, namelijk in een aantal op grond van speciale
overwegingen aangewezen gemeenten, waartoe ook Leeuwarden behoort.
In de I.S.R. was reeds aangekondigd, dat er eveneens een speciale
regeling zou worden ontworpen door het Ministerie van Economische Zaken,
die zou voorzien in steunmaatregelen voor de in de I.S.R.-vernieuwings-
gebieden aanwezige bedrijven. Deze regeling kwam op 18 september 1978
in de Staatscourant onder de naam B.S.B.S. (Beschikking Steun Bedrijven
Stadsvernieuwing) en had in feite hetzelfde doel als de I.S.R.
namelijk ervaringen opdoen met de op grond van de Wet op de Stadsvernieuwing
in het leven te roepen A.M.v.B. ten behoeve van de bedrijven.
Deze beschikking vormt dan ook geen opzichzelfstaande regeling,
maar vormt een onderdeel van het stadsvernieuwingsbeleid. Zij is namelijk
op dezelfde gebieden van toepassing als die, waarvan de aanwijzing
tot vernieuwingsgebied is goedgekeurd door de Minister van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening in het kader van de Interimsaldoregeling.
Vanuit die achtergrond wordt in de I.S.R.-stadsvernieuwingsgebieden van
Leeuwarden de B.S.B.S. toegepast.
Doordat de B.S.B.S. allerlei beperkingen kent en daarenboven de
geldelijke steunmaatregelen in een keurslijf van voorwaarden zijn ingebed,
is gebleken dat de beschikking onvoldoende functioneert waardoor slechts
aan een zeer klein aantal bedrijven hulp kan worden geboden. De gezamenlijke
I.S.R.-gemeenten hebben bij het Ministerie van Economische Zaken op een
herziening van de B.S.B.S. aangedrongen.
Het bestuurlijk overleg tussen het Rijk, de vier grote gemeenten
en de Gemeente Leiden, de laatste als vertegenwoordigster van zowel
de V.N.G. als de overige 10 I.S.R.-gemeenten, heeft in april van dit
jaar geleid tot overeenstemming over een nieuwe steunregeling voor be
drijven in stadsvernieuwingsgebieden van de I.S.R.-gemeenten.
De regeling behelst het volgende.
De aanpak van de steunverlening, de bepaling wie voor steun in aan
merking komt, de vaststelling van aard en omvang van de te verstrekken
subsidies en de uitvoering van het steunbeleid geschiedt door de gemeenten
op grond van regels die in een gemeentelijke verordening zijn vastgelegd,
met inachtneming van landelijke regels die in een kaderregeling van het
Ministerie van Economische Zaken zijn opgenomen (de Kaderregeling Steun
Bedrijven Stadsvernieuwing - 1980; K.S.B.S.).