10 Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening met betrekking tot een perceel aan de Boksumerdyk te Goutum in het buitengebied. Bijlage nr. 441 Leeuwarden, 23 oktober 1980. Aan de Gemeenteraad. Bij besluit van 10 maart 1980, nr. 3332 a, hebt U van de heer J. Hoekstra Bonnema te Leeuwarden enkele percelen weiland aangekocht voor de toekomstige aanleg van de zuidtangent. Aan deze transactie is onder meer het volgende beding verbonden: "het gemeentebestuur van Leeuwarden zal zijn volledige medewerking verlenen aan het ver krijgen door de verkoper van een bouwvergunning voor een woning met een bedrijfsgebouw op het zuidoostelijke gedeelte van het aan de verkoper in eigendom toebehorende perceel, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie E, nummer 190 binnen het op de bij dit besluit behorende tekening, gemerkt II, met een groene arcering aangegeven gebied". Dit besluit is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 21 april 1980 nr. 8387. De heer Hoekstra Bonnema heeft thans een bouwaanvrage ingediend voor een woning met een agrarisch bedrijfsgebouw op vorenomschreven perceelsgedeelte. Het bouwplan wijkt af van het geldende bestemmings plan voor het buitengebied van deze gemeente, omdat het bouwperceel deel uitmaakt van die gronden welke zijn aangewezen voor Recreatieve Doeleinden. Het ligt in ons voornemen in een herziening van bedoeld bestemmingsplan het betreffende terrein te bestemmen tot "Agrarische Doeleinden, gebied D". Op grond van die bestemming is de bouw van agrarische bebouwing, waaronder een dienstwoning, toegestaan. Bij het aangaan van de overeenkomst is de heer Hoekstra Bonnema er vanuit gegaan dat op korte termijn met de realisering van zijn bouwplannen een aanvang zou kunnen worden gemaakt. Naar onze mening ligt dit ook in de lijn van de overeenkomst. Aan een vlotte bouw kan worden medegewerkt wanneer voor het be treffende bouwperceel een voorbereidingsbesluitals bedoeld in artikel 21 van de Wet op ee Ruimtelijke Ordening wordt genomen. Op grond van een dergelijk besluit kunnen wij ten behoeve van het bouwplan de nodige vrijstelling verlenen van de voorschriften van het geldende bestemmings plan en bij het verlenen van de bouwvergunning vooruitlopen op het rechtsgeldig wordei van het toekomstige herzieningsplan. Voorwaarde is wel dat Gedeputeerde Staten vooraf hebben verklaard hiertegen geen bezwaren te hebben. Gelet op het eerder bedoelde goedkeuringsbesluit nemen wij aan, dat deze verklaring zal kunnen worden afgegeven. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening over het vorenstaande is gehoord stellen wij voor ten aanzien van bedoeld perceelsgedeelte een voorbereidingsbesluit te nemen, overeen komstig het hierna afgedrukt ontwerp-besluit /Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, J.S. Brandsma, Burgemeester. W.J.G. Reumer, Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1980 | | pagina 1