No. 19175.
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het noodzakelijk is de beslissing omtrent de
vaststelling van de bestemmingsplannen "Bonifatiuskerk/Turfmarkt" en
"Schoolstraat e.o." met drie maanden te verdagen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 24 december 1980 (bijlage no. 28);
gelet op artikel 25, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening;
de beslissing omtrent de vaststelling van de bestemmingsplannen "Bonifatius
kerk/Turfmarkt" en "Schoolstraat e.o." te verdagen tot uiterlijk 18 april
1981.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
BESLUIT:
Uitbreiding personeelsformatie van de Gemeentelijke Sociale Dienst.
Bijiage nr. 29 Leeuwarden, 24 december 1980.
Aan de Gemeenteraad.
Be verslechterde economische situatie in ons land komt met name tot uiting
in het groeiende aantal werklozen in onze samenleving. Bedroeg het werkloos
heidspeil aan het begin van dit jaar voor het gehele land nog ongeveer
200.000, naar verwachting zal dit aan het eind van 1980 zijn opgelopen tot
rond 320.000 werklozen.
Be directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst heeft ons gewezen op de
consequenties die de stijgende werkloosheid voor de werkbelasting bij de
sociale dienst heeft. Bij brief van 4 november heeft de directeur, tenein
de de toevloed van werkzaamheden te kunnen opvangen, verzocht over te mogen
ga; n tot uitbreiding van de personeelsformatie bij de dienst met 15 perso
neelsleden.
He mag als bekend worden verondersteld, dat een toenemende werkloosheid
pa na enige tijd zijn weerslag zal hebben op de werkbelasting bij de socia
le dienst doordat werknemers die hun dienstbetrekking beëindigd zien worden,
ve lal eerst een beroep kunnen doen op een uitkering krachtens de Werkloos-
he dswet, welke door de bedrijfsverenigingen wordt uitgevoerd. Deze regeling
ke it echter een uitkeringsduur van 26 weken zodat werknemers die gedurende
la igere tijd werkloos blijven aansluitend respectievelijk een beroep zullen
do ;n op een uitkering krachtens de Wet Werkloosheid Voorziening (maximaal
104 weken) en de Algemene Bijstands Wet (R.W.W.), welke beide door de socia
le dienst worden uitgevoerd.
BI jkens schriftelijke informatie van de directeur van de sociale dienst is
de toename van de werkdruk bij zijn dienst - mede doordat niet iedereen eerst
ee beroep op de Werkloosheids Wet kan doen - nu al zodanig groot, dat een
verantwoorde uitvoering van de taken die aan de dienst zijn opgedragen niet
meer mogelijk is. Aangezien in het belang van de cliënten wel alle aanvragen
moeten worden behandeld, wordt aan andere werkzaamheden noodgedwongen minder
aandacht besteed dan wenselijk moet worden geacht.
Blijkt hieruit enerzijds, dat een uitbreiding van de personeelsformatie bij
de dienst noodzakelijk is, anderzijds moet worden gesteld, dat niet kan wor
den voorzien in hoeverre de piek in het werkaanbod tijdelijk dan wel min of
meer permanent van aard zal zijn. Een volledige inwilliging van het verzoek
achten wij daarom vooralsnog niet noodzakelijk en wij stellen dan ook voor
oe in afwachting van de verdere ontwikkelingen m.b.t. de werkbelasting bij
de Dienst te volstaan met een personeelsuitbreiding van ten hoogste acht
fmetionarissen. Met dit aantal kan een nieuwe werkeenheid in de buitendienst
t b.v. de uitvoering van de W.W.V. worden geformeerd. Omtrent de samenstel-
1; ag daarvan verwijzen wij IJ naar de ter inzage gelegde stukken.
D< lasten voortvloeiende uit de uitbreiding van de personeelsformatie dienen,
u; tgaande van de gedachte dat de uitvoering van sociale verzekeringswetten
d< or de centrale overheid financieel mogelijk dient te worden gemaakt, voor
d. gemeente zo min mogelijk financiële consequenties met zich mee te brengen.
B t is mogelijk door de personeelsformatie uit te breiden met functies waar
voor een vergoeding van het rijk kan worden verkregen. Dit is het geval
v: or functionarissen die zijn belast met bepaalde werkzaamheden ter uit
voering van de W.W.Y.
V orzover bepaalde functies wel noodzakelijk, doch niet declarabel zijn,
m et worden getracht gebruik te maken van de mogelijkheid die de Wet Socia-
1 Werkvoorziening en de diverse werkverruimende maatregelen bieden om de
s larislasten via andere kanalen ten laste te brengen van de centrale over-
h id.