Artikel 2.
De wettelijk verplichte leerkrachten;
Het personeelsbestand van de school dient voorzover het betreft de
wettelijk verplichte leerkrachten, die op grond van artikel 40, lid 1,
van de Kleuteronderwijswet, artikel 56, lid 1, van de Lager-onderwijswet
1920 of artikel 174, lid 1, van het Besluit buitengewoon onderwijs 1967
aan een school zijn verbonden, voor de toepassing van deze regeling
te worden gesplitst in de volgende bestandsonderdelen:
a. het hoofd c.q. de hoofdleid(st)er van de school;
b. de overige aan de school verbonden wettelijk verplichte leerkrachten.
Artikel 3.
De niet wettelijk verplichte leerkrachten:
1. De niet wettelijk verplichte leerkrachten, die op grond van artikel 40,
lid 3, van de Kleuteronderwijswet, artikel 56, lid 2, van de Lager-
onderwi jswet 1920 of artikel 174, lid 2, van het Besluit buitengewoon
onderwijs 1967 aan een school kunnen zijn verbonden, behorende voor de toe
passing van deze regeling tot één of meer bestandsonderdelen, te weten,
zij die aangesteld zijn in verband met
a. taakverlichting van het hoofd van de school;
b. een toename van het aantal leerlingen c.q. combinatie of splitsing
van klassen;
c. dislocatie;
d. samenvoeging van scholen;
e. aanwijzing van een school tot onderwijsstimuleringsschool
f. aanwezigheid van niet-Nederlands-talige, in Suriname of op
de Antillen geboren, dan wel Molukse leerlingen;
g. het rijksactiveringsplan integratie kleuter- en gewoon lager
onderwijs;
h. een Ontwikkelingsproject basisschool;
i. deelname aan een vervangingspool
2. De niet wettelijk verplichte leerkrachten die ten laste van de
gemeentekas aan een school verbonden kunnen zijn behoren voor de
toepassing van deze regeling tot de volgende bestandsonderdelen,
te weten, zij die aangesteld zijn in verband met:
a. vervanging van een leerkracht die deeluitmaakt van de
Project Werkgroep van de Begeleidingscommissie openbaar
kleuter- en gewoon lager onderwijs;
b. een bepaald onderwijskundig experiment.
3. Burgemeester en Wethouders kunnen na overleg met de desbetreffende
personeelsorganisaties wijzigingen aanbrengen in de omschrijving
van de in lid 1 en 2 vermelde bestandsonderdelen, dan wel hun aan
tal verminderen of uitbreiden.
Artikel 4.
Opheffing school:
Bij opheffing van een school wordt aan allen, die daaraan zijn verbonden,
ontslag uit hun desbetreffende betrekking verleend.
- 3 -
Artikel 5.
Ontslag wettelijk verplichte leerkrachten:
Ontslag wegens opheffing van de betrekking geschiedt in de volgende
rangorde:
a. zij, die dat wensen, waarbij ouderen in leeftijd vóór jongeren gaan;
b. zij, die op de datum van ingang van het ontslag 60 jaar of ouder zijn;
c. zij, die de kortste diensttijd hebben, waarbij jongeren in leeftijd
vóór ouderen gaan;
d. het hoofd c.q. de hoofdleid(st)er van de school.
Artikel 6.
Ontslag niet wettelijk verplichte leerkrachten:
1. Indien aan een school de werkzaamheden van belanghebbenden die uitsluitend
behoren tot één bepaald bestandsonderdeel dienen te worden beëindigd,
wordt aan alle tot dat bestandsonderdeel behorenden ontslag verleend
uit hun desbetreffende betrekking.
Voorzover zij tot meer dan één bestandsonderdeel behoren wordt de
totale omvang van hun betrekking teruggebracht met het aantal school
tijden/uren per week dat overeenkomt met de omvang van de te beëindigen
werkzaamheden
2. Indien ten aanzien van een bepaald bestandsonderdeel op enigerlei wijze
een inkrimping dient plaats te vinden, geschiedt dit overeenkomstig
de in artikel 5 genoemde rangorde.
Artikel 7.
Afwijking rangorde:
1. Om onbillijkheid te voorkomen en/of als het belang van het onderwijs
dit vereist, kan van de rangorde, bedoeld in de artikelen 5 en 6 worden
afgeweken, met dien verstande, dat, indien de omvang van de voorgenomen
afvloeiing daartoe aanleiding geeft, deze geschiedt naar een bepaald
vooraf vastgesteld en aan belanghebbenden kenbaar gemaakt plan.
2. Van de rangorde, bedoeld in de artikelen 5 en 6 wordt niet afgeweken
en het plan, bedoeld in het vorige lid, wordt niet vastgesteld dan na
overleg met belanghebbenden en hun vakorganisaties.
Artikel 8.
1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Afvloeiingsregeling"
gemeentelijke scholen voor kleuter-, gewoon lager en buitengewoon
onderwijs.
2. Zij treedt in werking op 1 februari 1981. Op dat zelfde tijdstip
vervallen de bestaande voorschriften.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
- 2 -