- 4 -
- door de voorwaarde van het subsidiërende Ministerie, in casu
Volksgezondheid en Milieuhygiëne, dat de werken openbaar aanbesteei
dienen te worden is het noodzakelijk het uit te voeren werk een zo
groot mogelijke omvang te geven, zodat slechts één bestek gemaakt
behoeft te worden en de kosten geringer zullen zijn dan bij kleine
-bijvoorbeeld per straat- werken;
- de rioleringswerken dienen voor op te lopen en in feite gekoppeld
te zijn aan de woningverbetering;
- het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne stemt in met
de gevolgde gedragslijn, gezien de goedkeuring van de bestekken
in Oldegalileën;
- de voorbereiding en daardoor ook de uitvoering van de woonomgevings
plannen vergen meer omdat deze tot stand komen in nauw overleg meti
bevolking; dit impliceert dat de tussenliggende periode zodanig
groot is, dat herstraten nodig wordt, tenzij genoegen wordt genomen
met een bijzonder slecht wegdek;
dit achten wij niet acceptabel, een en ander nog afgezien van het
feit dat de ondergrond voldoende tijd moet hebben om in te
klinken.
c. civieltechnische werken.
In paragraaf 10.5 van het bij dit besluit behorende rapport is eei
overzicht gegeven van de civieltechnische werken. Aangezien voor het
grootste deel voor de uitvoering van deze werken een subsidie mag
worden verwacht van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat op ba;;is
van de aldaar genoemde beschikking, zijn de kosten terecht buiten het
saldo gehouden. Een en ander is uitdrukkelijk bepaald in artikel 17
lid 2 sub a I.S.R. Voor een drietal werken te weten de vervanging van
de le Kanaalsbrug en de Oosterbrug en het baggeren van het Nieuwe
Kanaal mag evenwel niet gerekend worden op een subsidie van Verkeei
en Waterstaat, zodat naar ons oordeel deze werken aangemerkt moeten
worden als een openbaar werk in de zin van datzelfde artikel 17. Het
totale negatieve saldo van 15.374.000,stijgt hiermee met
4.705.000, tot 20.079.000,
Het saldo kan als volgt over de verschillende ministeries worden
verdeeld:
Ministerie C.R.M. 824.440,
Ministerie V0MIL 1.535.415,
Ministerie V.R.0. 17.719.145,
20.079.000,—
In hoofdstuk 10 is aangegeven, dat het plan uitgevoerd kan
worden in de periode 1981 tot en met 1986. Wij achten dit haalbaar
en geven U dan ook in overweging hiermee in te stemmen.
Voor wat betreft de betrokkenheid van de verschillende departe
menten merken wij nog het volgende op.
- 5 -
Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.
In de ramingen van de bijdragen van di.t Ministerie is rekening
gehouden met 40% van 50% van de uitvoeringskosten, welke gemoeid zijn
met het herstel van de walmuren, die als monument dienen te worden
aangemerkt, in casu de Oostergrachtswal en de Oosterkade. Verder is
een subsidie geraamd ten behoeve van het realiseren van een sociaal-
culturele voorziening. Van de totale investering ad 251.600,-- komt
90% ten laste van C.R.M.
Naast het saldo zijn tenslotte bijdragen geraamd ten behoeve
van de restauratie van de monumenten en beeldbepalende panden. Hiertoe
zijn ook gerekend de panden die in 1978 zijn voorgedragen om op de
Monumentenlijst te worden geplaatst. De in 10.7 geraamde kosten zijn
totaal 5,3 miljoen, waarvan maximaal 577.500,-- door Monumentenzorg
gesubsidieerd kan worden.
Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne.
De kosten van de rioleringswerken verminderd met de ontvangsten
op grond van de verfijningsregeling worden volledig gesubsidieerd
door het Ministerie V0MIL. In het onderhavige gebied is hiermede
een bedrag van 1.535.415,-- gemoeid dat in 1982 en 1983 zal kunnen
worden besteed.
Daarnaast zal een beroep worden gedaan op dit Ministerie voor de
verplaatsing van een tweetal milieuhinderlijke bedrijven. Hieromtrent
is nader overleg noodzakelijk, reden dat nog geen uitsplitsing van
de post "verwervingen" heeft plaatsgevonden.
Ministerie van Economische Zaken.
Op 3 november 1980 is de verordening "Kaderregeling Steun
Bedrijven Stadsvernieuwing" door de Raad vastgesteld, besluit no.
15473.
Hiermee is de uitvoering van de steunmaatregelen voor bedrijven in
stadsvernieuwingsgebieden aan de gemeente opgedragen. Door het
Ministerie van E.Z. wordt een jaarlijks budget beschikbaar gesteld.
Om deze reden is het ook niet meer noodzakelijk een raming van
kosten te geven, die bij de goedkeuring van het plan worden geclaimd.
Het gebied Molenpad valt reeds onder deze regeling, omdat de Raad op
25 juni 1979 de gehele Schil-Oost heeft aangewezen tot stads
vernieuwingsgebied, hetgeen bij de vaststelling van de verordening
nogmaals expliciet is geconstateerd.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Buiten het saldo vallen de kosten van openbare werken waarvoor
een bijdrage kan worden verkregen op grond van de regeling "Beschikking
bijdragen voor voorzieningen ten behoeve van het wegverkeer en het
openbaar vervoer in en om de steden" d.d. 1967.
Weliswaar is sedert begin 1979 een nieuwe concept-regeling "Besluit
bijdragen verkeers- en vervoersvoorzieningen" verschenen, die een
verruiming van de subsidiemogelijkheden kent en meer afgestemd
is op het rijksbeleid zoals verwoord in het Meerjarenplan Personen
vervoer en het Structuurschema Verkeer en Vervoer, doch deze is
nog niet inwerking getreden.