Deze vervanging is namelijk gedacht in de jaren 1982 en 1983. De haalbaar]
heid zal in "belangrijke mate afhankelijk zijn van het tijdstip waarop de
Ministeriële goedkeuring afkomt.
Op zich behoeft een geringe opschuiving in de tijd geen nadelige
consequenties te hebben voor de uitvoering van de andere onderdelen van
het plan. Dit wil echter geenszins zeggen, dat hiermee de urgentie is
weggevallen, integendeel want de vervanging heeft wel degelijk te maken
met de verbetering van de omgeving van de huidige en de nieuwe locatie.
Op deze plaats willen wij enkele kanttekeningen plaatsen bij de
uitvoering van het deel van het stadsvernieuwingsbeleid, dat niet primair
en niet alleen afhankelijk is van de gemeentelijke overheid, namelijk de
verbetering van de particuliere woningen, die1 in grote getale aanwezig
zijn. In het bijzonder zal de aandacht van alle betrokkenen geconcentreerd
moeten worden op de Yegelinwijk. Wij beraden ons nog in hoeverre naast de
gebruikelijke instrumenten, zoals de toepassing van de subsidieregelingen
en de actieve rol van de stadsvernieuwingscorporatie vanuit het project
bureau, andere gehanteerd kunnen worden. Instrumenten die een nog actie
vere rol toedelen aan de gemeente. In dit verband kan gedacht worden aan
het stimuleren van beheersafspraken, het in het leven roepen van een
organisatievorm die gedragen wordt door alle of een groot deel van de
eigenaren en die de rehabilitatie activeert, begeleidt en tot een goed
einde brengt. Yoor alle duidelijkheid moet echter vooropgesteld worden
dat de primaire verantwoordelijkheid voor de rehabilitatie blijft liggen
bij de bewoners en dat de bemoeienis van de overheid zich niet verder uit-j
strekt dan tot het scheppen van voorwaarden. In de daarvoor in aanmerking
komende gevallen zal desnoods gebruik kunnen worden gemaakt van de aan-
schrijvingsmogelijkheid op grond van de Woningwet. Hoewel de bereidheid
daartoe bij ons college aanwezig is, moet erkend worden dat de practi:3che
mogelijkheden met zich brengen, dat dit middel marginaal hanteerbaar is.
De concrete invulling van dit aspect zal in nauw overleg met de
betrokkenen en het wijkcomité moeten plaatsvinden.
Gezien de opstelling van deze partners, ondermeer blijkend uit een
in het recente verleden gehouden enquête, hebben wij voldoende vertroiwen
dat ook dit onderdeel tot een redelijk einde wordt gebracht.
Bevoorschotting.
Op grond van artikel 18 van.de I.S.R. kan de Minister voorschotten
verstrekken op het door hem goedgekeurde saldo van de uitvoering.
Een bijzondere vorm van een voorschot is het werkkapitaal, dat na de
goedkeuring van het aanwijzingsbesluit kan worden verstrekt. Aangezier
beide momenten - goedkeuring van de aanwijzing en van het uitvoeringsplan-]
in het onderhavige geval samen vallen, kan het vragen van een werkkapitaal
achterwege blijven en in plaats daarvan een voorschot in de uitvoerings
kosten worden gevraagd. Dit voorschot kan, gezien het feit dat direct
na de goedkeuring wordt gestart met de uitvoering, gesteld worden op
15 van het saldo ad 21.O93.8OO,-- is 3.165.000,(afgerond).
Tenslotte.
Wij hebben het rapport ter kennisname gezonden aan de Commissie
voor het Grondbedrijf en de Raad voor de Yolkshuisvesting. Yoorts hebban
wij het advies ingewonnen van de Commissie Welzijnsaangelegenheden en
de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening.
Resumerend stellen wij D voor te besluiten overeenkomstig het hier
na in ontwerp afgedrukte besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
BurgemeesterJ. ten Brug^ocQ
Secretaris W.J.G. Reumer.
Afgezien van de kosten, welke
pariden betekent aanvaarding van he
vo3 gende
Totaal
1 1 1
vs
000
000
co 0 0
N"\ O C—
ON O T-
O LfM ICM S
r- MO CM
CM
1 1
i li
Hl
Oil
Oil
COII
•II
Oil
T-ll
r-ll
II
COII
CM I
'Kil I
1 l
fl H n
O <u -
rrt 3
i s
Da'
gil
Wil
Gemeente
1
VS
0
0
CM
II 1
CM 1
O
I II
Hl
Oil
Oil
CM II
•II
•Vtl
CM II
OH
•II
N-MI
<KII
V. en W.
1
Vs
O
O
CO
1 1
1 1 CM
1 CM 1
"*T
KN
I II
HI
Oil
Oil
COII
•II
CM II
CMI
"311
•II
KNI
«Kil 1
rH
•H
0
1
CM
C—
1 1
MO 1 j j
c— 1 1 1
CD
K~\
1 II
HI
OMI
C—II
C—II
•II
MO II
c—II
CD II
•II
CCMII
'Kil
C.R.M.
1
O
1 j j
1
CO 1 1 1
co
LfM
®K
1 II I
HI
Oil
Oil
OMI
•II
con
CD II
UMII
<HII
0
1 1
VS
T- O
CM O
T- O 1 j
co 0 1 1
CM O
-sO LTM
MO
T—
1
•II
COII
CM II
T-ll
•II
C—II
T-ll
Onderdeel/
Ministerie
1. I.S.R.Saldo
gemoeid zijn met het verbeteren van de
uitvoeringsplan financieel gezien het
Totaal overzicht.
a
1 II
HI
T-ll
CM
r-ll
■si!
2. Voorberei-
dingskosten
3. Civieltech
nische
Werken
4. Onderwys
Totaal