- 3 - Dit impliceert tevens dat bij de bouwprogrammering uitgegaan zal moeten wor den van het bevolkingsrichtgetal. Dit zal een aanzienlijk jaarlijks bouwvolume met zich meebrengen, waarbij ook gewaakt moet worden voor continuïteit, zelfs al blijkt dat gedurende korte of iets langere tijd de bevolkingsontwikkeling en/of de migratie-ontwikkeling onder de raming blijft en de frictie-leegstand tijdelijk in geringe mate stijgt. In de toelichting op het voorontwerp (blz. 77) wordt ver slag gedaan van het verschil van inzicht dat bestaat ten aanzien van de groei van het dorp Lekkum.De provincie heeft het dorp Lekkum een bevolkingsgroei toegedacht van 0,5 - 1 per jaar. In het ontwerp-bestemmingsplan "Lekkum-De Greate Houten" is een uitbreiding gepland van in totaal 170 woningen. Hoewel de realisering hiervan gefaseerd zal plaatsvinden, zal de uiteindelijke bevolkingsgroei van Lekkum uitgaan boven de provinciale groeicijfers. In de toelichting op dit ont werp-bestemmingsplan, welk ontwerp U eveneens ter vaststelling is aangeboden, zijn de argumenten voor een uitbreiding van Lekkum van deze omvang aangegeven. Kortheidshalve verwijzen wij U daarnaar. Overigens is in het rechtsgeldig plan voor het buitengebied reeds rekening gehouden met een uitbreiding van Lekkum op die plaats. Voorzieningen. Ten aanzien van de voorzieningen en de verzorgingspyramide wordt stimulering en ondersteuning van de "top" en de "basis" bepleit. Voor hoogwaardige voorzie ningen is Leeuwarden als top van de hiërarchie, de centrale vestigingsplaats. In het streekplan ontbreken echter (financiële) ondersteuningsmaatregelen voor deze centrum-voorzieningen. Ondersteuningsmaatregelen die wel worden aangekondigd ten aanzien van versterki ng van de basis. Wij hebben reeds eerder gewezen op het gevaar van het te nadrukke lijk richten van de publieke geldstroom (overheidssubsidies) op kleinschalige voorzieningen, waardoor hoogwaardige voorzieningen in de knel kunnen komen. De risico's hiervan zijn naar onze mening in het voorontwerp te weinig onderkend en wij achten wijziging van het voorontwerp in die zin dringend gewenst. Infrastructuur. Het in het voorontwerp geschetste provinciale verkeers- en vervoersbeleid sluit in grote mate aan bij de gemeentelijke opvattingen terzake. Toch willen wij enkele aspecten daarvan nogmaals benadrukken. De in het voorontwerp gemaakte kea- ze ten aanzien van he.t bevolkingsspreidingsmodel zal consequenties hebben voor het verkeers- en vervoersbeleid. Immers een sterkere spreiding van de bevolking over meerdere kernen impliceert dat de nadruk in de niet-stedelijke gebieden steeds sterker komt te liggen op het particulier (auto-)vervoer, met alle gevolgen van dien ten aanzien van de verkeersafwikkeling en parkeerdruk in de regionale en provinciale centra, met name in Leeuwarden. Als consequentie van deze keuze achten wij het noodzakelijk dat service-verlening van het openbaar vervoer waar mogelijk wordt vergroot. Daarnaast is het van groot belang dat de aan- en afvoerwegen naar de provinciale centra en de verkeersafwik keling rondom deze centra worden geoptimaliseerd. Wij verwijzen in dit verband naar de opmerking in de Regio-reactie inzake de Noord-tangent en de aanleg van Rijkswegen. Werkgelegenheid. In het voorontwerp wordt de bijzondere positie die Leeuwarden inneemt op ht t gebied van de werkgelegenheid in Friesland onderkend. Het is van belang voor de werkgelegenheid in Friesland dat de economische structuur en de werkgele - genheid in Leeuwarden worden versterkt. Een nadere invulling van de groeipoolfunc tie van Leeuwarden is dringend gewenst. Tevens zal het regionaal-economische beleid in sterkere mate dan nu het ge val is op Leeuwarden gericht moeten worden. In dat verband dringen wij er op aan dat in het kader van de I.S.P. finan cieringsmiddelen worden aangewend ter realisering van deze in het voorontwerp jtreekplan verwoorde doelstellingen ten aanzien van Leeuwarden. Wij onderstre pen met de meeste klem de aanwijzing van Leeuwarden, als gebied waar de Bijzonde re Regionale Toeslag (B.R.T.) in het kader van de Wet Investerings Rekening van toe- (assing is. In de toelichting op het voorontwerp wordt enige malen een zienswijze gepre- jenteerd ten aanzien van zowel de omvang als de locatie van industrieterreinen, fie Leeuwarden na de volledige uitgifte van het industrieterrein de Hemrik zal loet an ontwikkelen. In de toelichting staat vermeld dat er in Leeuwarden na de ]emrlk nog behoefte zal bestaan aan enige afrondende industrieterreinen, die ten lesten van de stad gelocaliseerd dienen te worden. Wij veronderstellen dat deze Eierswijze niet is gefundeerd op onderzoeksresultaten. De gemeente Leeuwarden is jas sinds kort begonnen inzicht te verkrijgen in de mogelijke toekomstige behoef te aan industrieterreinen; daartoe is recentelijk een eerste verkenning gereed jekcmen waarin tevens een aantal locaties voorlopig als mogelijke toekomstige jiedi i jventerreinen wordt genoemd. Wij vinden de zienswijze in het voorontwerp derhalve prematuur, waardoor de Keu; evrijheid en het afwegingsproces van het gemeentebestuur te sterk worden be- jpert t en wij achten het noodzakelijk dat deze beperkingen uit het voorontwerp ver- jtvi>;nen. (lec eatie en landschap. Met betrekking tot de recreatieve en landschappelijke voorzieningen is een >ve eenkomstige opmerking te maken als ten aanzien van de nieuw aan te leggen in- ius rieterreinen. Wij kunnen niet voorshands instemmen met een locatie van een ■bos jebied ten westen van Leeuwarden. In zijn algemeenheid moeten bij het geven Lan een bestemming aan een gebied meerdere gebruiksmogelijkheden worden afgewo gen waarbij tevens een totale stedebouwkundige conceptie van het stadsgebied niet uit het oog dient te worden verloren. Sta is vernieuwing. ■in iet voorontwerp-streekplan komt naar voren dat in het provinciaal stadsvernieu wingsbeleid zowel aandacht moet worden besteed aan de stedelijke situaties alsmede aar dorpsvernieuwing. In de gemeentelijke reactie op de Nota Alternatieven Streek plan Friesland is er indertijd op aangedrongen dat gezien de aard en omvang van deze problematiek het beleid van het Provinciaal Bestuur op dit gebied in belang- rij <e mate op Leeuwarden gericht moet zijn, naast de toepassing van de Interim- Sa] doregeling. Wij hebben de indruk dat in het voorontwerp een principiële keuze en prioriteitstelling uit de weg wordt gegaan. In dat verband willen wij er nog- maels op wijzen dat stadsvernieuwing in Leeuwarden op een breder front plaats- vir dt dan alleen in de ISR-gebieden. Derhalve menen wij er op te moeten aandrin- gei dat naast de ISR gelden ook een deel van de geldstroom op grond van de recon- st3uctie- en saneringsregeling op gebieden in deze gemeente worden gericht. Ge uidshinder Vliegbasis Leeuwarden. In het voorontwerp wordt terzake opgemerkt dat de geluidshinder in de omge- vi g van de vliegbasis Leeuwarden dient te worden beperkt door de mogelijkheden to bestrijding van de bron uitputtend te benutten. Wij willen aan deze stellingen thans reeds toevoegen dat de te nemen maatre- ge en - zoals eventuele baanverdraaiing - er niet in mogen resulteren dat andere ge ieden meer overlast ondervinden. - 2 - In de regioreactie op het voorontwerp wordt het Provinciaal Bestuur aangespoord zie h in te zetten voor het op gang brengen van een nader onderzoek naar de moge- li kheden om de geluidsoverlast van de luchtmachtbasis Leeuwarden zoveel mogelijk te beperken voor de omgeving van het vliegveld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 90