- 12 -
8, Verkeer en vervoer.
Het voorontwerp geeft de hoofdlijnen aan van het provinciaal verkeers-
en vervoersbeleid. Deze sluiten nauw aan bij het uitgangspunt van de
regio terzake. Dat impliceert ook de aanvaarding van de evenutele gevolgen
van de relatief sterke spreiding van het wonen en (in mindere mate)
het werken. De in het voorontwerp aangegeven hoofdlijnen zullen nader
worden uitgewerkt in het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan.
Naar onze mening dienen de gemeenten c.q. de regio's bij deze nadere
uitwerking vroegtijdig betrokken te worden.
Met verbazing hebben wij kennis genomen van het aanmerken van de toe
komstige noordelijke rondweg om Leeuwarden als "niet beslisrijp punt"
en de opmerking dat de aanleg daarvan in verhouding tot andere objecten
minder urgent is.
Uit onderzoeken door de gemeente Leeuwarden t.b.v. het Verkeersstructuur-
en uitwerkingsplan is de noodzaak van de weg duidelijk gebleken.
Niet alleen voor de stedelijke verkeersafwikkeling maar ook voor de af
wikkeling van de forenzenstromen naar de overige regiogemeenten achten wij
aanleg van deze noordtangent juist urgentL
Wij willen de hoogste prioriteit, welke aan de aanleg van rijksweg
N 32 is gegeven, benadrukken. De aanleg van dezewegis voor de
bereikbaarheid van onze Regio van eminent belang.
Gelet op het belang voor de industrie in onze regio dient naar onze mening
het Van Harinxmakanaal geschikt gemaakt te worden voor schepen tot eer'
tonnage van 2000 ton C.E.M.T. klasse V.
Voorts willen wij onderstrepen dat het voorzieningenniveau van het optnbaa
vervoer moet worden gehandhaafd en zo mogelijk verbeterd. Met name noemen
wij in dit verband het grote belang van de handhaving van de spoorlijn
tussen Harlingen en Leeuwarden.
- 13 -
Landelijke gebieden.
Door de regio is ten aanzien van de landelijke gebieden het volgende
uitgangspunt geformuleerd:
"Het is gewenst dat de gemeenten in de Regio Friesland-Noord met
betrekking tot het buitengebied een ruimtelijk beleid voeren waarin de
verschillende ruimtevragende functies (landbouw, infrastructuur, natuur-
en landschapsbescherming enz.) in samenhang met elkaar worden afgewogen.
In elk deelgebied zijn de drie primaire functies (landbouw, natuur en
recreatie) gelijktijdig zij het in verschillende verhoudingen aanwezig.
Daar waar mogelijk dient absolute voorrang aan de landbouw te worden
gegeven. Het ruimtelijk beleid dient voorts te worden gekenmerkt door een
streven naar coördinatie van juridische systematiek en voorschriften."
In het voorontwerp wordt aan een dergelijke integrale benadering ruime
aandacht geschonken, waarbij ook door de provincie de belangrijke
positie van de landbouw wordt onderkend, hetgeen dezerzijds wordt
onderschreven.
Wij hebben overwegende bezwaren tegen de aanleg van een park/bosgebied
ten westen van Leeuwarden, aangezien bos een wezensvreemd element en een
aantasting van het open landschap van de Middelzeepolders zou betekenen.