Voorts merken wij op, dat een bestemmingsplan niet de plicht kan opleggen een bestemming te verwezenlijken. Het huidige afwijkende gebruik van panden kan krachtens het overgangsrecht worden voortgezet, doch mag niet naar aard en om vang worden vergroot. Indien reclamant van mening is, dat hij door de bepalin gen van dit bestemmingsplan schade lijdt, dan kan hij overigens in principe een verzoek om schadevergoeding indienen krachtens artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Gelet op het vorenstaande achten wij het bezwaar tegen dit onderdeel ongegrond. ad b. Om eventuele misverstanden te voorkomen zal het begrip "woondoeleinden" alsnog onder de begripsomschrijvingen worden gedefinieerd. Wij stellen U voor de voor schriften in dit opzicht aan te vullen. Wij achten dit bezwaar derhalve gegrond. ad c. Aan het Ritske Boelema Gasthuis is in principe een woonbestemming toegedacht: Deze functie heeft het pand van oudsher gehad. Wij herinneren eraan, dat inder tijd bouwplannen zijn ontwikkeld voor de huisvesting van bejaarden- c.q. jor- e- renhuisvesting, doch deze plannen bleken om financiële redenen niet reëel- Voorts moet worden bedacht, dat het een bouwwerk betreft dat ingevolge de Monu mentenwet beschermd is. Voor nieuwbouw ter plaatse is de medewerking nodig van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.. Om de nodige flexi biliteit in het plan tot uitdrukking te brengen, menen wij dat het aanbeveling verdient, dat de desbetreffende grond tevens kan worden aangewend voor kantejr- c.q. sociale-, religieuze-, onderwijskundige- of culturele doeleinden.. Eén en ander zal afhankelijk zijn van concrete plannen. Het spreekt vanzelf dat hie over nader overleg noodzakelijk is. Van de wijzigingsbevoegdheid zal onzerzijds dan ook niet eerder gebruik worden gemaakt dan nadat is komen vast te staan, dat een woonbestemming ter plaatse niet tot de mogelijkheden behoort. Uit het bezwaar schrift blijkt overigens niet dat reclamant bezwaar heeft tegen deze wijzigi gs- bevoegdheid. Eerder richt zijn bezwaar zich tegen een zijns inziens zelfde w j- zigingsbevoegdheid betreffende de zgn. Speulstra-panden. Deze zienswijze van re clamant berust echter op een misverstand aangezien de wijzigingsbevoegdheid zich slechts uitstrekt tot het hoekpand Oosterkade-Droevendal. Zulks hield verband, met een achterhaald bouwplan- Inmiddels is ter plaatse een gewijzigd bouwpla.i ontwikkeld, dat uitsluitend een woonbestemming impliceert. In verband hiermee kan de opgenomen wijzigingsbevoegdheid komen te vervallen- Wij delen het sta d- punt van reclamant niet dat voormelde wijzigingsbevoegdheid zou moeten geldex voor het gehele plangebied- Immers, hiermee zou een van de essentiële elemen en komen te vervallen aan het bestemmingsplan te weten het zoveel mogelijk herspel len c.q. stimuleren van de woonfunctie in de binnenstad.- Wij achten het bezv ar van reclamant in zoverre dan ook ongegrond. ad d. Ten aanzien van dit bezwaar merken wij op, dat reeds in het structuurplan er van is uitgegaan, zulks te/' verlevendiging van de betrokken straatwand, de woonfunc tie ten noorden van de' Kanselarij te stimuleren. Een kantoorontwikkeling in dit straatgedeelte achten wij stedebouwkundig niet juist, omdat hierdoor de waarde en bewoonbaarheid van de noordoostelijke bir ien- stad geweld wordt aangedaan. Teneinde enige diversiteit in functies te bewerkstelligen is in het plan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om twee woonpanden te mogen aanwenden voor win- keldoeleinden. Wij zien niet in, dat het pand Turfmarkt 11 niet geschikt te na ken zou zijn voor een woonfunctie. Ook dit bezwaar achten wij ongegrond. \jt ezwaarschrift van het Fries Museum te Leeuwarden. Het Fries Museum maakt bezwaar tegen de aanduiding "bijbehorend erf waarin ge= bijgebouwen zijn toegestaan" op de plankaart ten aanzien van een bij haar in ebruik zijnde porselein-zaal en ten aanzien van twee pakhuizen die fungeren al depotruimte. Aan dit bezwaar kan ons inziens worden tegemoetgekomen door en zijds het bebouwingsvlak te verruimen en anderzijds de plankaart te voorzien va een raster waarbinnen bijgebouwen zijn toegestaan. Verder merkt het Fries Museum op, dat de eigendomsgrens van haar percelen niet ge: iel correct op de plankaart zijn aangegeven- Hieraan kan worden tegemoetgeko- me door de huidige eigendomsgrens als bestemmingsgrens op de plankaart aan te duiden. Gezien het voorafgaande stellen wij U voor de plankaart dienovereenkom st. g te wijzigen. Het vorenstaande brengt mede, dat de bezwaren gegrond moeten worden geacht. V] Bezwaarschrift van 3.T.M. Hepkema te Leeuwarden. De bezwaren van reclamant betreffen het volgende: a. bezwaar tegen het gehele plan zulks ter zekerstelling van rechten, omdat een maand voor het indienen van bezwaren te kort is; b, de overheid krijgt te grote zeggenschap over de gebruiksmogelijkheden van panden, hetgeen een inbreuk betekent op de eigendomsrechten en in vele geval len een vorm van gedeeltelijke onteigening meebrengt zonder schadevergoeding; c het plan is in strijd met artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, omdat in een bestemmingsplan volgens de Memorie van Toelichting bij bedoelde Wet niet te veel geregeld zal mogen worden waardoor belanghebbenden nodeloos in hun vrijheid worden beknot; tevens komt het reclamant voor, dat het geven van bestemmingen per pand respectievelijk per etage in strijd is met de strekking van het bepaalde in artikel 13, leden 2 en 3 van het Bèsluit op de Ruimtelijke Ordening; d. reclamant ziet niet in waarom de natuurlijke ontwikkeling niet bestendigd kan worden en waarom de particuliere zeggenschap met betrekking tot het soort ge bruik van eigen particulier bezit ineens zo rigoreus beknot moet worden; e, het gehele plan ademt de geest van regel- en heerszucht, hetwelk zal leiden tot een verstarring van het tot dusver flexibele bestemmingspatroon; f practisch bezwaar tegen bestemming per etage vooral daar waar geen afzonder lijke toegang naar de bovenetage aanwezig is; g. te weinig onderzoek gepleegd naar de behoefte aan kantoren, winkels en de in pandige mogelijkheden hiertoe; h het streven naar vergroting van de woonfunctie in de binnenstad is problema tisch vanwege de veelal geringe perceelsgrootte; het bevorderen van een woon functie in de nauwe zonloze straatjes zoals Amelandsstraat en Droevendal is evenzeer problematisch; i in het bestemmingsplan komt een te enge fixatie naar voren op de huidige functie, zodat de vrijheid van belanghebbenden nodeloos wordt beknot; j: de gele tabel blok 5 blokzijde 4 blijkt niet exact te zijn opgesteld; niet duidelijk is waarom de feitelijke bebouwing niet op- de kaart is aangegeven; k, bezwaar tegen de bestemming "winkel" aan het pand Voorstreek 60; reclamant zou graag de bestemming "gemengde doeleinden" uitgebreid zien tot alle be stemmingen zonder enige restrictie; 1. het ten offer vallen van het achter-gedeelte van het pand Voorstreek 60 en de percelen Amelandsstraat 1, 3 en 5 aan de geplande parkeergarage; m. discrepantie' tussen weergegeven maximaal toelaatbare nokhoogte van het pand Voorstreek 60 op de gevelwandenkaarten nr. 132 B8-44 en nr. 132 B8-26; n. bezwaar tegen de uitsluitende bestemming "kantoren" op het Amelandshuis aan de Voorstreek; reclamant ziet deze bestemming graag uitgebreid tot de bestem mingen "wonen, winkel en horeca";

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 193