Stadsverwarming
Aan de Gemeenteraad.
adat U op 22 september 1980 besloot tot de aanleg van stadsverwarming, met
insci keling van de vuilverbrandingsinstallatie aan de Greunsweg, is met voort-
vare; iheid gewerkt aan de uitvoering van de plannen. Met name is de aanleg van
het .rwarmingsnet in het noordwestelijk deel van Camminghaburen ter hand geno
men, eneinde te bereiken dat de woningen die in de deelplannen VI en VII worden
geboiwd nog op de stadsverwarming kunnen worden aangesloten. Naar verwachting zal
de e este warmtelevering omstreeks juli/augustus 1981 plaats vinden.
Teneinde ook een verdere voortgang van de werkzaamheden te verzekeren is het
than; noodzakelijk over volgende kredieten te kunnen beschikken. Tevens zullen
tarieven moeten worden vastgesteld op basis waarvan woningen op het stadsverwar
ming iet worden aangesloten en de levering van warmte in rekening kan worden ge-
stelt U
Kredieten.
)p 22 september 1980 stelde U een krediet van 4.000.000,beschikbaar
voor net leggen van leidingen en het treffen van verdere voorzieningen in de
deel iannen VI en VII. Ten laste van dit krediet komen de thans in uitvoering ge
nome werken, te weten de levering van het benodigde leidingmateriaal en de kos
ten an het leggen daarvan. Daarna resteert van het genoemde krediet nog een be
drag van rond 1.087.000,
Op korte termijn moet worden aangevangen met de bouw van een drietal onder-
stat ons in de deelplannen VI en VII, van waaruit het warme water de wijk wordt
ingevoerd. Tevens moet een tijdelijke hulpwarmtecentrale worden gebouwd die, zo
lang de vuilverbrandingsinstallatie nog niet is omgebouwd tot (mede) een warm
wate leverende inrichting, het warme water zal produceren.
De d ar te installeren twee ketels zullen later, samen met andere ketels, in de
definitieve hulpwarmtecentrale worden geplaatst. Tot de verdere voorzieningen
kunr n worden gerekend: de aanleg van delen van het transportnet, de aanschaf van
warm :meters en van warmwaterapparaten. Voor wat de warmwaterapparaten betreft
word er van uitgegaan, dat deze (door het stadsverwarmingsbedrijfworden ver
huur evenals dit thans het geval is met geisers en boilers.
In totaal is thans een aanvullend krediet van 6.000.000,noodzakelijk.
Wij erwachten, dat de in 1981 uit te voeren werken uit dit krediet kunnen worden
bestreden. Daarbij moet worden opgemerkt, dat de studie omtrent de bouw van een
derd oven bij de vuilverbrandingsinstallatie en de ombouw van de twee bestaande
oven in een afrondende fase is gekomen, zodat wij U daarover nog in de loop van
dit 'aar een voorstel kunnen doen.
Een specificatie van het benodigde krediet is voor U ter inzage gelegd.
Tari fstellinq.
3ij het bepalen van de hoogte en de samenstelling van de tarieven voor de
leve ing van warm water door een stadsverwarmingsbedrijf wordt in het algemeen de
grondgedachte aanvaard, dat de totale kosten van verwarming, warm tapwater en ko
ken iet hoger mogen zijn dan het geval zou zijn indien gebruik wordt gemaakt
van en gasgestookte individuele centrale verwarming c.a.. Ook U hebt in de ver-
gade ing van 22 september 1980 als beleidsuitgangspunt vastgesteld, dat de kosten
van tadsverwarming voor de verbruikers gelijk of nagenoeg gelijk dienen te zijn
aan Je kosten van gasverwarming. Bij de specificatie van de tarieven zou dan te
vens gestreefd kunnen worden naar een indeling waarbij de verbruiker ook op de
onderdelen zoveel mogelijk een herkenbare situatie ontmoet.
Bijlade nr. 168. Leeuwarden, 9 april 1981.