Nr. 12814
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Overwegende, dat het noodzakelijk is de beslissing omtrent de vast
stelling van de bestemmingsplannen "Huizum-Badweg" en "Rondom de Grote
Kerk" met drie maanden te verdagen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 september
1981 (bijlage nr. 389);
gelet op artikel 25, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
BESLUIT:
I. de beslissing omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan
"Huizum-Badweg" te verdagen tot uiterlijk 9 januari 1982;
II. de beslissing omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan
"Rondom de Grote Kerk" te verdagen tot uiterlijk 24 december 1981.
Aldus vastgesteld in de openbare vergade ing
van
Voorzitt r.
Secretar 5.
Opheffing gemeentelijke kleuterschool "De Tuinfluiter"
Bijlage nr. 390 Leeuwarden, 10 september 1981.
Aan de Gemeenteraad.
Bij beschikking van 9 juli j.l. heeft de staatssecretaris van Onder
wijs en Wetenschappen bepaald, dat de gemeentelijke kleuterschool "De Tuin-
fluiter" niet langer dan tot 1 januari 1982 in stand kan worden gehouden.
Het aantal kleuters van "De Tuinfluiter" voldoet al sedert een reeks
van jaren niet aan het wettelijk vereiste minimum, dat thans voor onze gemeen
te 50 bedraagt. De school kan dan ook slechts, onder toepassing van artikel
11, 2e lid, van de Kleuteronderwijswet, met ministeriële machtiging in stand
worden gehouden. Laatstelijk in Uw vergadering van 24 november 1980 hebt U
besloten o.a. voor "De Tuinfluiter" deze machtiging te vragen.
De staatssecretaris staat echter thans op het standpunt, dat de school
niet meer in een reële behoefte voorziet en derhalve dient te worden opge
heven.
Het gemiddeld aantal kleuters bedroeg over de laatste jaren:
1975 26 2/3 1978 20 1/3
1976 24 1/3 1979 24
i.977 22 1980 18 2/3
Op 16 januari en 16 april 1981 stonden respectievelijk 17 en 18
kleuters ingeschreven. Met ingang van het schooljaar 1981-1982 zou de school
loor 13 kleuters worden bezocht. Gezien deze aantallen lijkt het weinig
invol tegen de beslissing van de staatssecretaris beroep aan te tekenen.
Na ontvangst van de bedoelde beschikking is overleg gepleegd met de
■vnd. hoofdleidster en de oudercommissie, waarna de ouders door de wethouder van
onderwijs zijn uitgenodigd voor een gesprek. Daarbij bleek, dat deze er de
voorkeur aan geven, dat hun kind niet eerst nog 4 maanden naar "De Tuinfluiter"
gaat, als zeker is dat het met ingang van 1 januari 1982 toch naar een andere
school moet.
Alle kinderen konden worden geplaatst op andere daarvoor in aanmerking
romende gemeentelijke kleuterscholen.
Dit had tot gevolg, dat "De Tuinfluiter" op 31 augustus 1981, de eerste
schooldag, feitelijk geen kleuters meer had, zodat vanaf die datum aan de
school geen onderwijs meer behoefde te worden gegeven.
In de personele sfeer leverde een plotselinge sluiting van de school
geen problemen op; de hoofdleidster is reeds geruime tijd ziek; in de ver
vanging behoefde per 31 augustus 1981 niet opnieuw te worden voorzien.
Wanneer Uw raad tot opheffing besluit, kan aan de hoofdleidster, met inacht-
eming van een opzegtermijn van drie maanden, per 1 januari 1982 ontslag worden
verleend. Zij heeft dan met ingang van die datum recht op een wachtgelduit
kering ten laste van het rijk.
Ten aanzien van de financiële gevolgen delen wij U het volgende mede.
Tegenover het wegvallen van de rijksvergoedingen voor stichtings- en
xploitatiekosten staat een vermindering van de exploitatieuitgaven.
De hieruit voortvloeiende batige saldi voor 1981 en 1982, ad respec-
Uevelijk 3.731,— en 10.732,-- zullen vooralsnog gereserveerd blijven
-or de noodzakelijke instandhoudingskosten van het gebouw, gedurende de
iode dat het niet in gebruik is.
Omtrent de toekomstige bestemming van het gebouw zullen wij ons nog
nader beraden.