46. besteed aan de werksituatie van de politie-ambtenaarHet gaat hier vooral om de eis, dat de politieman moet kunnen werken vanuit een situatie die voor hem hanteerbaar is, die door hem qua taak en funktie wordt gezien als zinvol en die voldoende garanties biedt voor ondersteuning in de dagelijkse werkuitvoering. Als tweede uitgangspunt wordt gehanteerd het streven naar een open, gelijkwaardige wijze van omgang tussen burgerij, bestuur, politie, justitie en hulpverleningsorganisaties betreffende eikaars activiteiten en belangen en de daarmee samenhangende verwachtingen. Er dient een adekwate afstemming plaats te vinden, de taakge bieden dienen afgebakend te zijn, men dient over en weer van elkaar te weten welke taken er worden verricht en de verantwoordelijk heden moeten op basis hiervan worden verdeeld. Op dit punt wordt in dit hoofdstuk teruggekomen. Bij het streven naar verwerkelijking van de doelstellingen stuiten wij op een aantal door de dagelijkse praktijk opgelegde kaders, die wij randvoorwaarden noemen. Deze kunnen als volgt worden omschreven: 1. Welke (nieuwe) taken de politie ook denkt te moeten verrichten, er zullen altijd een groot aantal wettelijk en anderszins opgedragen taken tot het werkpakket van de politie blijven behoren, gegeven door bestuur en justitie. 2. De te besteden financiële middelen en de organieke sterkte liggen vast en zullen de komende jaren zeker niet ruimer worden. 3. Met welke organisatie de politie ook werkt, zij is intern en extern afhankelijk van mensen, van wie de mogelijkheden beperkt zijn door geaardheid, ervaring en leeftijd. 4. De invloed van de (lokale) politiek(welke invloed de nieuwe politiewet zal hebben op het beleidsplan is nog niet exact in te schatten) op het doen en laten van de politie wordt in toe nemende mate duidelijk en voelbaar; dit geldt zowel voor de dage lijkse werkzaamheden van de politieambtenaar op straat als voor de organisatie als geheel. De verwachtingen die van politieke zij-1 de verwoord worden, zijn vaak minder concreet dan de grenzen, die door de wet zijn aangegeven. De opvattingen over de taak als- wel van de invulling daarvan lijken aanzienlijk per politieke richting te verschillen. Het is mede hierom zo noodzakelijk, dat er gemeenschappelijke uitgangspunten ontstaan en overeenstemming! bereikt wordt over de wijze van werken van de politie. 5. De rechtspositieregeling en het arbeidsvoorwaardenbeleid be palen in belangrijke mate de grenzen van beschikbaarheid en belasting van politie-ambtenaren. Naast dit alles hebben wij rekening te houden met de eisen van modern management, zoals ondermeer: a. het werken aan een grotere slagvaardigheid; b. het meer cliënt-gericht bezig zijn; c. het verkrijgen van gemeenschappelijk zicht op doelen; d. afname van administratieve werkzaamheden; e. minder verlies bij overdracht van werk en informatie; f. betere interne afstemming. 47. Subdoelstellingen De eerder geformuleerde hoofddoelstelling van de Leeuwarder politie kan alszodanig moeilijk praktisch worden gehanteerd. Zij dient derhalve te worden vertaald in meer concrete subdoelstellingen, die op hun beurt een vertaling naar een organisatiemodel mogelijk maken. Deze subdoelstellingen zijn: a. Een 24-uurs-beschikbaarheid ten behoeve van de Leeuwarder samenleving. b. Het bestrijden en trachten te voorkomen van crimineel gedrag in Leeuwarden. c. Het bevorderen van een door de Leeuwarder samenleving aanvaardbaar gevonden niveau van verkeersveiligheid. d. Het bijdragen aan een door de Leeuwarder samenleving aanvaard baar gevonden mate van veiligheid, rust en welzijn. Het is noodzakelijk dat er optimale condities worden geschapen ter realisering van de hierbovengenoemde subdoelstellingen door: - het opbouwen van een geschikte korpsorganisatie; - het geven van een behoorlijke ondersteuning aan elke politie ambtenaar, die zich met het uitvoerende politiewerk bezighoudt; deze steun komt vanuit het korps en tevens van bestuurlijke en justitiële zijde. Doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden vormen mede het bouwmateriaal, waarmee de organisatie moet worden opgebouwd.. Hieronder volgt een aantal organisatorische en taakinhoudelijke beschouwingen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 156