Nr. 13803
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 oktober
1981 (bijlage nr. 4-11);
gelet op de artikelen 177 en 212 van de gemeentewet;
BESLUIT;
I. te bepalen dat Burgemeester en Wethouders beoordelen en beslissen
of vanwege de gemeente een rechtsgeding zal worden gevoerd of gebri k
zal worden gemaakt van enig rechtsmiddel tegen een gewezen vonnis
of arrest, danwel verweer zal worden gevoerd in een rechtsgeding,
terzake van:
1. het ontruimen van standplaatsen in het Abbingapark
2. het invorderen van huren van standplaatsen in het Abbingapark
3. de ontbinding van overeenkomsten terzake van de huur van stand
plaatsen in het Abbingapark
II. te bepalen, dat de onder I van dit besluit bedoelde bevoegdheid
door Burgemeester en Wethouders wordt uitgeoefend onder de voorwaa de,
dat zij binnen twee maanden na afloop van een kalenderjaar aan hem
schriftelijk kennisgeving doen van de besluiten, die zij met toe
passing van dit raadsbesluit in dat jaar hebben genomen.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van
Voorzitter.
Secretaris.
N< :a Regionaal Sociaal-economisch Beleid 1981 t/m 1985.
Leeuwarden, 1 oktober 1981.
B lage no. 4-12
Aan de Gemeenteraad.
In februari j.l. heeft de regering de Nota Regionaal Sociaal-
onomisch Beleid 1981 t/m 1985 aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze
r a worden de beleidsvoornemens van de regering voor het in de ko-
iTi tde jaren te voeren regionale beleid gepresenteerd. Tevens wordt in
nota aangegeven welke instrumenten de regering wil inzetten om
ar beleid te realiseren en hoe deze instrumenten gedifferentieerd
n ;ten worden over het land.
Deze nota zal mogelijk nog dit najaar worden besproken in de Vaste
K ^ercommissie voor Economische Zaken. Vooruitlopend daarop heeft op
2 april 1980 reeds een gedachtenwisseling tussen de toenmalige Minister
Economische Zaken en de Vaste Kamercommissie plaatsgevonden omtrent
in de nota aangekondigde beleidswijzigingen terzake van enkele stimulerings-
m hanismen en het voorwaarden-scheppend beleid.
betrof hier met name wijzigingen in de Investeringspremieregeling
0 en de Bijzondere Regionale Toeslag (BRT) in het kader van de Wet Investerings
f ening. Door de Griffier van de Vaste Kamercommissie is gevraagd eventuele
r scties op de nota af te stemmen op de procedure zoals die hierboven is
g .ehetst. Dat wil zeggen dat men in een schriftelijke reactie voor 27 april 1980
u sluitend kon ingaan op de voorgestelde wijzigingen in de stimulerings-
m anismen en op een later tijdstip kon reageren op de integrale nota.
Wij hebben bij brief van 31 maart 1980 een eerste reactie daaromtrent
g> even. In deze reactie hebben wij de in de nota voorgestelde verlaging van de
premies afgewezen en aanwijzing van Leeuwarden, als gebied waar de
B /.ondere Regionale Toeslag in het kader van de WIR van toepassing is,
b eit. Wij hebben deze brief opnieuw voor U ter inzage gelegd.
Als gevolg van de bespreking van de voorgestelde beleidswijzigingen
et de ingekomen reacties in de vergadering van 27 april van de Vaste
K< ercommissie heeft de minister besloten de voorgestelde beleidswijzigingen
t aanzien van de IPR en BRT niet te effectueren, doch een beslissing
b omtrent op te schorten tot na de behandeling van de integrale nota.
Te :ns heeft de Minister enige plannen ontvouwd c.q. toezeggingen gedaan.
L( hiervan betrof het voornemen van de Minister de halve Ruimtelijke
Oi nings Toeslag (ROT) in het kader van de WIR, zoals die momenteel voor
Leeuwarden van toepassing is, om te zetten in een volledige toeslag,
behoudens toestemming van de Europese Commissie in Brussel,
voornemen is tot op heden nog niet geëffectueerd.
Wat betreft een reactie op de integrale nota is in het Dagelijks
Be uur van de Regio Friesland Noord overeengekomen een gezamelijke
regio-reactie op de nota te doen uitgaan. Deze reactie is als briefvan het
D.B, van de regio op 31 augustus j.l. aan de Vaste Kamercommissie
toegezonden. Wij hebben deze brief eveneens voor U ter inzage gelegd.
