13813
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 1981
lage nr. 418)
BESLUIT:
de gemeente, onder afstanddoening van de voorrechten van uitwinning en
schuldsplitsing en van alle voorechten en exceptiën bij de Wet aan borgen
toegekend of nog toe te kennen, speciaal ook van voorrechten, welke zij
te harer bevrijding zou kunnen ontlenen aan het bepaalde in de artikelen
1466, 1885, 1886 en 1887 van het Burgerlijk Wetboek, te stellen tot borg
ten behoeve van de Nederlandsche Middenstandsbank n.v. te Amsterdam tot
zekerheid van de nakoming van al de verplichtingen voortvloeiende uit een
door de Stichting "Krats", gevestigd te Leeuwarden met genoemde bank te
sluiten overeenkomst van geldlening welke overeenkomst zal worden aange
gaan ten belope van 56.000,tegen een koers van 100% en verder onder
de voorwaarden, welke door de Stichting "Krats" met de Nederlandsche
Middenstandsbank n.v. in de overeenkomst van geldlening op te maken akte
zullen worden overeengekomen, als ondermeer:
- dat de rente 12i% per jaar zal bedragen, jaarlijks te voldoen;
dat dit rentepercentage na 3 jaar kan worden gewijzigd;
dat de looptijd van de lening 10 jaar bedraagt;
dat de aflossing zal plaatsvinden door middel van 10 gelijke jaarlijkse
termijnen;
dat algehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing mogelijk is tegen
bijbetaling van 3 maanden rente over het vervroegd afgeloste bedrag.
en aanzien van de te verlenen garantie met de Stichting "Krats" het vol-
ende overeen te komen:
de gelden verkregen van de onder I bedoelde geldlening worden aange
wend voor de verbouw van het gemeentelijke pand Voorstreek 106;
de Stichting is verplicht dit pand voortdurend in goede staat van on
derhoud te houden, zulks ten genoegen van burgemeester en wethouders;
aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen de
besluiten van de stichting betreffende:
a. het bij derden opnemen van kapitaal, anders dan dat, waarvoor op
grond van dit besluit garantie wordt verleend;
b. het verbouwen, uitbreiden of afbreken van het betreffende pand;
c. het geven van een andere bestemming aan het pand Voorstreek 106;
voor de aanvang van elk boekjaar zendt het bestuur de begroting voor
het komende boekjaar in ter goedkeuring door burgemeester en wethouders
het bestuur zendt binnen drie maanden na afloop van elk boekjaar de
balans en exploitatierekening in bij burgemeester en wethouders;