Herinrichting Camminghastraat
Bijlage no. 423. Leeuwarden,1 oktober 1981.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 23 juni 1980 hebt U voor het gebied Cambuursterpad
een verbeteringsplan vastgesteld in de zin van artikel 6 van de Beschik
king Geldelijke Steun Stadsvernieuwing (I.S.B.).
In dit plan is de Camminghastraat opgenomen als buurtontsluitingsweg,
hetgeen inhoudt dat ter plaatse verkeer in twee richtingen mogelijk most zijn.
Nadien is in het overleg tussen project- en contactgroep een nadere uit
werking gegeven aan dit plan. Hierbij is gebleken dat de bewoners zich
niet kunnen vinden in het profiel voor de Camminghastraat zoals dat in
het I.S.E.-rapport is opgenomen.
Bij brief van 9 maart 1981 dient de werkgroep straatplan Camminghastraat
dan ook twee alternatieve plannen in.
De bewoners zijn unaniem voor het behoud van de voortuinen en spreken, in
afwijking van Uw beslissing inzake de functie van de Camminghastraat, een
duidelijke voorkeur uit voor een oplossing met eenrichtingsverkeer voor
auto's en tweerichtingsverkeer voor fietsers. Het tweede plan voorziet
in de mogelijkheid van tweerichtingsverkeer binnen een gewijzigd profiel.
De betreffende plannen zijn voor U ter inzage gelegd.
angezien de nadien gevoerde besprekingen tussen projectgroep en contact
groep c.q. werkgroep niet volledig tot overeenstemming hebben kunnen lei
den, hebben wij gemeend U de voorkeurmodellen van projectgroep en bewoners
thans ter beoordeling voor te moeten leggen.
Oe bezwaren tegen de voorstellen van de werkgroep richten zich met name op
het. feit dat in geval van eenrichtingsverkeer zich sluipverkeer zal gaan
roordoen, er meer dan nodig is wordt omgereden, terwijl de gemiddelde
snelheid in de straat zal stijgen, met alle gevolgen van dien.
Het bezwaar tegen het tweede voorstel van de werkgroep is, dat het met
iet oog op de verkeersintensiteit in de Camminghastraat helemaal niet
aodig is afzonderlijke fietsstroken te maken, terwijl het bovendien geen
in heeft, aangezien de automobilisten in dat geval vanwege de geringe
ijwegbreedte (2.15 meter) voortdurend gedwongen worden uit te wijken naar
e fietsstrook; in tegenstelling tot de door de werkgroep veronderstelde
eiligheid is slechts sprake van schijnveiligheid.
Gezien de bezwaren tegen de voorstellen van de werkgroep heeft de project
groep een alternatief ontwerp gemaakt. Dit voorstel is voor ter inzage
elegd.
ie projectgroep blijft bij het ontwerp uitgaan van de buurtontsluitings-
unctie, overeenkomstig het door U vastgestelde Verkeersstructuurplan
ohil-Oost. Vel is nu gezocht naar een oplossing binnen de bestaande open-
are ruimte. De trottoirbreedte en de rijwegbreedte zijn op grond hiervan
ngekrompen ten opzichte van het wenselijke profiel van een buurtontslui—
ingsweg. Versmallen van de parkeerstrook is geen reële oplossing aange-
ien dit invloed heeft op de effectieve breedte van de rijweg.