- Welk beleid dient er ten aanzien van de perifere detailhandelsvesti gingei te worden voorgestaan In het hiernavolgende zullen wij trachten deze vragen beleidsmatig te beant woorden. Achtereenvolgens zullen wij aan de orde stellen: de structuur en de kwaliteit van het hoofdwinkelcentrum, de structuur van het winkelapparaat buiten de binnenstad en de perifere detailhandelsvesti gingen. De structuur en de kwaliteit van het hoofdwinkelcentrum. Uit het onderzoek is gebleken dat de regionale verzorgingsfunctie van Leeuwarden in distributief opzicht hoofdzakelijk bepaald wordt door het hoofdwinkelcentrum. Het zijn met name de niet-dagelijkse goederen die deze functie bepale waarbij in het oog springen de bestedingen vanuit de regio in Leeuwarden binnen de branches kleding, textiel, schoeisel, lederwaren, woninginr ;h- ting en electronische artikelen. Qua hiërarchische positie in de regionale verzorgingsstructuur scoort Leeuwarden vergeleken met de andere verzorgings centra in Friesland duidelijk een niveau hoger. Deze positie van Leeuwarden - als top en drager van de verzorgingshiërarchie in Friesland - komt ook in het Streekplan tot uitdrukking waarin aan Leeuwarden als enige een pr vin- ciaal verzorgingsniveau is toegekend. Niettemin constateren wij dat de pro vinciale verzorgingsfunctie op distributief gebied onder druk is kome te staan. Met name in het zuidelijk deel van het verzorgingsgebied van Leeuwar den is de invloed van verzorgingskernen, die een niveau lager liggen, duide lijk waarneembaar geworden. Versterking van het hoofdwinkelcentrum dient derhalve bijzondere aanb cht te krijgen in het te voeren distributie-planologisch beleid. Versterking van he! hoofdwinkelcentrum en de verzorgingsfunctie van Leeuwarden sluit aan ij de doelstellingen van het ontwerp-StreekplanWij gaan er ook vanuit dat bij de uitvoering van het Streekplan dit beleid door de provincie wordt onde schreve| en met beleidsmaatregelen wordt ondersteund. In de maximumvariant is Lijkens het onderzoek, onder bepaalde veronderstellingen, met name in de niet dage lijkse goederensector nog wel enige ruimte voor uitbreiding van het vloer oppervlak aanwezig. Toch zal het versterken van het hoofdwinkelcentru;) niet in de eerste plaats gezocht moeten worden in een uitbreiding van het aantal m2 vloeroppervlakte, maar in een verhoging van de attractiviteit van et winkelapparaat, waarbij de nadruk moet worden gelegd op de verbeterir van de structuur en de kwaliteit van het hoofdwinkelcentrum. Ook in het rapport "Binnenstad Stadsvernieuwing" van juni 1980 is uit gebreid aandacht geschonken aan de functie van de binnenstad en de rol die het hoofdwinkelcentrum daarin vervult. Globaal kunnen een drietal functies voor de binnenstad worden onderscheiden; ten eerste het distributieve voorzieningenapparaat zowel ten behoeve an de gehele stad als van een wijde regio; ten tweede de sociale ontmoetingjfunctie die gestimuleerd wordt door het winkelapparaat en tot uitdrukking kor; in o.a. een omvangrijke horecasectoren ten derde levert het hoofdwink< .centra een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid in Leeuwarden met al en al in de distributieve sector een omvang van plm. 2600 personen. Er wordt dan ook geconstateerd dat handhaving en versterking van het noofd- winkelcentrum een belangrijke doelstelling van het gemeentelijk beleid moet zijn. Op welke wijze dit gestalte dient te krijgen wordt afhankelijk gesteld van de resultaten van het onderhavige onderzoek, die in de onderscheiden uit voeringsplannen hun neerslag zouden moeten vinden. In de I.S.R.-rapportage wordt geconstateerd dat de bestaande vorm van het hoofdwinkelcentrum redelijk voldoet, zij het dat, in verband met de be loopbaarheid, de grote lengte van de "winkelbanaan" wel enige nadele; ople vert. D; negatieve kanten die aan de uitgerekte vorm van het hoofdwinkelcentrum keven, komen in verschillende andere onderzoeken steeds weer terug. In dit v rband verwijzen wij U naar het onderzoek "Doelstellingen voor het Binnen- s adsbeleid" van de vakgroep Planologie van de RU-Groningen, verricht in 1^78, dat wij voor U ter inzage hebben gelegd. Ook in het onderhavige rapport van het onderzoeksbureau Van Heesewijk wordt het handhaven van verschillende zwaartepunten binnen het hoofdwinkel- ci atrum uit een oogpunt van attractiviteit niet gewenst geacht, temeer daar g: ;onstateerd wordt dat de positie van de uiteinden en de zijtakken niet zal vi ebeteren door deze gebieden onderdeel te laten uitmaken van het passanten- c rcuit. Het aantrekkelijk maken van het kernwinkelapparaat moet gezocht wor- di n in een bepaalde beslotenheid. D.artoe wordt door de onderzoekers voorgesteld een voor de bezoeker duidelijk h ckenbaar winkel-wandelcircuit te creëren binnen het citygebied en dat via k cte aanlooproutes bereikbaar te maken. Drastische ingrepen in ;de bestaande b; louwing zijn daarvoor niet nodig, daar de realisering bereikt kan worden Ir. idels een concentratie van het wandeloppervlak door het Ruiterskwartier er d :1 van te laten uitmaken, waardoor een gebied ontstaat dat aan de gestelde v irwaarden kan voldoen. Op het bijgevoegde kaartje is het voorgestelde city- c lied, met de aanlooproutes er naar toe, aangegeven. Geconstateerd mag worden dat het voorstel aansluit bij de zich reeds 1 ig in gang gezette ontwikkelingen. Immers zoals ook reeds in het binnenstad- s idsvernieuwingsrapport werd geconcludeerd, ontwikkelt zich aan het Ruiters- k trtier een winkelfront, waaraan de totstandkoming van de parkeergarage onder h Wilhelminaplein een extra stimulans heeft gegeven. Een en ander geeft ons ook aanleiding U voor te stellen een winkel-wandelcircuit te laten ontwik- k .en binnen de bestaande kern-winkelstructuur zoals hierboven omschreven. De sociale en de recreatieve functies van het circuit zullen ondersteund nv ten worden met enerzijds het creëren van een visueel aantrekkelijk geheel e anderzijds met een winkelapparaat dat in kwalitatief opzicht, naast anders- s d'tige bedrijven, ook speciaal-zaken met een hoogwaardig assortiment omvat. visuele element zal met name gezocht moeten worden in de inrichting en a kleding van de betreffende straten. Wij merken dienaangaande op dat in het k er van de uitvoeringsplannen van de stadsvernieuwing, in overleg met de b rokken ondernemers, aan deze aspecten ruime aandacht wordt geschonken. Voor de kwalitatieve versterking van het hoofdwinkelcentrum wordt een d etal voorstellen gedaan. Naast de reeds eerder genoemde concentratie van h kernwinkelapparaat wordt stimulering van de dynamische ontwikkelingen in h winkelgebeuren en het in het kernwinkelapparaat situeren van een nieuw a -actiepunt genoemd. Vanuit het gezichtspunt van de kwaliteitsversterking st t het bureau Van Heesewijk voor de noodzakelijke dynamiek in het kernwin- ke apparaat te stimuleren door middel van het realiseren van een "upgrading centrum" dat een hoogwaardig assortiment omvat. Een dergelijk centrum dient al een extra attractiepunt te fungeren en wel in die zin dat de aantrekkings- kr -ht ervan uitgaat boven die van de reeds bestaande trekkers in het kern- wi, keiapparaat. Di centrum zal binnen het winkel-wandelcircuit gelocaliseerd moeten worden. Al vestigingsplaats voor een dergelijk centrum wordt de oostzijde van het Wi lelminaplein genoemd. Wij hebben hierboven reeds uitgesproken welke belangen gediend zijn met het handhaven en versterken van het kernwinkelapparaat. Wij zijn met de on de oekers van mening dat dynamische ontwikkelingen in het kernwinkelapparaat noc zakelijk zijn om te voorkomen dat de koopkrachtbinding vermindert en de fun tie van het kernwinkelapparaat wordt aangetast. In Ie door de onderzoekers voorgestelde concentratie van winkels in een hoog waardig centrum, zien wij een belangrijke stimulans voor de regionale verzor- gin jsfuncties en de centrumpositie van Leeuwarden. - 5 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 221