- 6 - De hiervoor het meest in aanmerking komende locatie aan het winkel-wandelcir. cuit is ook naar onze mening de oostzijde van het Wilhelminaplein. Wij mer ken hierbij nog op dat deze locatiekeuze in overeenstemming is met de edach- tenbepaling dienaangaande zoals die in Uw raad heeft plaatsgevonden naar aanleiding van Uw besluit Uw medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de parkeergarage onder het Wilhelminaplein. Ook het onderzoek naar de her- inrichting van het Wilhelminaplein heeft ondermeer uitgewezen dat het wense lijk is de herbergzaamheid van het plein te vergroten. Daartoe dient het plein aan de oostzijde te worden afgesloten met een gebouw van voldoende om vang. Om te bereiken dat het project als trekker gaat fungeren, dient aan de stede- bouwkundige en architectonische aspecten daarvan grote aandacht te worden be steed. Voorts dient het tot stand te brengen centrum in belangrijke mate te worden opgevuld met een hoogwaardig assortiment van functies. In verband met het belang van een dergelijk project voor de gehele binnenstad dient naar onze mening de gemeente bij de ontwikkeling daarvan nauw betrokken te zijn en hiertoe de nodige initiatieven te ondernemen. In de afgelopen maan. den hebben enige oriënterende besprekingen plaatsgevonden met potentiële ont wikkelaars van een project zoals hierboven omschreven. Gezien de hoogwaardigheid van het project en de noodzaak tot een geïnt greerdf aanpak daarvan, zijn wij van oordeel, dat bij de keuze van de ontwikkelaar aai deze aspecten grote aandacht dient te worden besteed. Wij stellen U terzake voor: - uit te spreken dat het gewenst is dat op het Wilhelminaplein aan de oost zijde een zogenaamd pleinafsluitend gebouw tot stand komt, waarin en sa menhangende concentratie van winkels gesitueerd wordt met een overv gend hoogwaardig assortiment; en - ons te machtigen daartoe de nodige initiatieven te nemen. Het vorenstaande betekent wel dat het zwaartepunt van het winkel; beuren geheel in het city-gebied komt te liggen en de inkrimping van het hoo; winkel centrum kan stimuleren. Uw beslissing inzake de herbebouwing van de h k St. Oacobsstraat/Gouverneurspleinwaarin een duizend m2 winkelvloeropper lakte i: opgenomen, heeft eveneens een verschuiving in de winkelstructuur tot gevolg, hoewel deze uitbreiding volgens het onderzoeksrapport van Van Heesewt jk niet geheel in overeenstemming is met het door ons voorgestelde concentrat ie-be- leid. De haalbaarheid van de winkelfunctie in met name de omgeving Vc streel Tuinen kan onder druk komen te staan. Deze ontwikkeling tekende zich venwel ook reeds in het verleden af, op grond waarvan in het "Stadsvernieuwi gsrap- port Binnenstad" voor deze gebieden in de bestemmingsbepalingen de me elijk- heid tot meersoortig gebruik al is opgenomen. De gedachten zijn daarbij onder meer uitgegaan naar restaurants, tentoonstellingsruimten, kleine kant- ren in de dienstverlenende sector en bestemmingen in de sfeer van cultuur en recreati Het bureau Van Heesewijk ziet voor de verzwakkende delen van het hoofdwir keicentrum ook een bestemming in niet commerciële publiektrekkende voorzienin gen weggelegd, daar deze bijdragen aan de activiteiten die de binnens ad wor den toegedacht. Het opnemen in de bestemmingsplannen van de mogelijk!; id van gemengde bestemming voor deze gebieden zal eveneens voor de aanloopro tes moeten gelden teneinde de doelstelling voor het citygebied niet te or ergra- ven. Wel vormen de aanlooproutes een duidelijk onderdeel van de structuur en het is vanuit dat oogpunt dat het bureau Van Heesewijk vraagtekens zet bij eer aantal in het verkeersstructuurplan opgenomen nieuwe fiets- en wandel routes na de binnenstad. In distributief opzicht kunnen ze de bestaande routes antastf Als gevolg van de nieuwe routes zal een deeel van de bezoekers aan de binnenstad geen gebruik meer maken van de bestaande routes. De daar geves tigde middenstand kan hier mogelijk nadelen van ondervinden. Wij menen echter dat wanneer uit nader te verrichten verkeerskundig onderzoek naar huidige en toekomstige voetgangersstromen blijkt dat de geplande aanloop- routes noodzakelijk zijn, en deze zowel voor het aanzicht en de historische structuur van de binnenstad, alswel voor de gevestigde middenstand, geen onevenredig nadeel opleveren, de voorgenomen routes gehandhaafd moeten wor- d= t. In dat geval zijn wij wel van mening dat in het kader van uitvoerings ei bestemmingsplannen de mogelijkheden tot winkelvestiging aan deze nieuwe a ilooproutes zoveel mogelijk geweerd moeten worden. De bestaande aanloop- r;stes zullen blijvend een duidelijke functie vervullen ook als voetgangers r te voor de automobilist die vanuit één van de parkeervoorzieningen het c ;ygebied gaat bezoeken. Ten aanzien van de parkeervoorzieningen zijn door de onderzoekers een i ;etal belangrijke conclusies getrokken. In de eerste plaats wordt gecon- s -teerd dat de in Leeuwarden aanwezige parkeervoorzieningen en de na uit- v ;ring van het verkeersstructuurplan ontstane gewijzigde verkeerssituatie dor de geënqueteerde personen, met name door de consument, positief worden b' jordeeld. Deze conclusie kwam ook al naar voren in het Lagendijk opinie- 0' ierzoek (het rapport "Wel en Wee in Leeuwarden", februari 1981). I de tweede plaats constateert het bureau van Heesewijk dat er in Leeuwar- d; nog behoefte is aan aanvullende parkeergelegenheid bij het city-gebied Over de door het onderzoeksbureau aangedragen suggesties ten aanzien v uitbreiding van de parkeervoorzieningen menen wij thans nog geen u spraak te moeten doen. De desbetreffende onderzoeksresultaten en aanbeve li igen zullen worden meegenomen in het eerstvolgende evaluerende parkeer- o erzoek. Voor de individuele ondernemer die gevestigd is in één van de ver- z ïkkende delen van het huidige hoofdwinkelcentrum en een city-gebonden b •nche voert, zal de accentverlegging binnen het winkelstructuurmodel k neninhouden dat hij een gunstiger locatie wenst te zoeken. Wellicht dat et ele van deze ondernemers een plaats kunnen vinden in de winkelconcen tratie op het Wilhelminaplein. Gezien het karakter van de branchevoering in d e nieuwe winkelconcentratie is het ons inziens aannemelijk te veronder- s len dat vanuit het kernwinkelapparaat detailhandelsbedrijven zich in h nieuwe centrum willen vestigen. De vrijgekomen plaatsen zouden dan k nen worden opgevuld door ondernemers die nu nog in de periferie van het h dwinkelcentrum gevestigd zijn. Op deze wijze kan er een zeker autonoom d 'rstromingsproces op gang komen. D op basis van de Kaderregeling Steun Bedrijven Stadsvernieuwing (KSBS) v het Ministerie van Economische Zaken, door U in 1980 vastgestelde Vc rdening Steun Bedrijven Stadsvernieuwing (VSBS) kan in dit proces een sti luierende rol spelen. In het kader van deze regeling komt jaarlijks eer doeluitkering ter grootte van ongeveer 500.000,-- beschikbaar het door U ingestelde gemeentelijke Stadsvernieuwingsfonds Bedrijven, waaruit aan daarvoor in aanmerking komende ondernemers steun tot ten hoog st een bedrag van 150.000,kan worden verleend.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 222