No. 14731 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 oktober 1981, (bijlage no. 4-39); BESLUIT: in bruikleen te aanvaarden van de heer 3.4. van Heil, wonende te Pierrefonds in de staat Quebec in Canada, drie schilderijen van wijlen de kunstschilder 3ohan van Heil, getiteld: a. "Duinlandschap", 1919, 93 x 112 cm; b. "Portret", 1923, 108 x 82 cm; c. "Straatmuzikanten, 1952., 101 x 96 cm; zulks onder de navolgende bepalingen: 1. het bruikleen geschiedt voor onbepaalde tijd tot wederopzegging; 2. het bruikleen kan wederzijds worden opgezegd in goed overleg en met in acht neming van een opzegtermijn van tenminste een half jaar; 3. de bruikleenneemster verzekert het bruikleen voor een bedrag van 10.000,- per schilderij. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. '.j lage nr. 440. Leeuwarden, 22 oktober 1981. aststelling van een Verordening tot wijziging van de Algemene Politieverorde- ing Leeuwarden. Aan de Gemeenteraad. Op 16 februari 1979 is de Wet Geluidhinder door het parlement aangenomen, eze wet, welke ten doel heeft in het belang van de bescherming van het milieu n de volksgezondheid regels te stellen inzake het voorkomen of beperken van luidhinder treedt voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan ge- iseerd in werking. In artikel 11 van de Wet Geluidhinder wordt bepaald dat de Gemeenteraad j verordening regels stelt in het belang van het voorkomen of beperken van luidhinder ter zake van het gebruiken van geluidsapparaten in inrichtingen waarin een bedrijf of werkzaamheid, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet wordt uitgeoefend; met betrekking tot de wijze van inrichten en drijven van een recreatie inrichting behorende tot een bij Algemene Maatregel van Bestuur aange wezen categorie. it wetsartikel is op 1 februari 1980 in werking getreden. Volgens het even- ns op die datum in werking getreden artikel 180 van de Wet Geluidhinder ijven in afwijking van artikel 194 van de gemeentewet, de bepalingen van ge- entelijke verordeningen, betreffende het onderwerp waarin de Wet Geluidhinder orziet - behoudens in de gevallen waarin strijd met de bij of krachtens deze ;t gestelde voorschriften zou ontstaan - nog van kracht tot twee jaren na het werking treden van dit artikel, dat wil zeggen 1 februari 1982. Met ingang n deze datum vervallen de huidige geluidhinderbepalingen van rechtswege. De neente zal derhalve opnieuw geluidhinderbepalingen moeten gaan vaststellen. Voor het opstellen van de concept-verordening tot wijziging van de Alge- r< ne Politieverordening Leeuwarden is gebruik gemaakt van de modelbepalingen v;in de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Uit de model-bepalingen zijn de bepalingen met betrekking tot de bij A M.v.B. aangewezen recreatie-inrichtingen niet overgenomen. De reden hiervan dat de algemene maatregel van bestuur, welke krachten artikel 11, aanhef sub b, van de Wet Geluidhinder dient te worden uitgevaardigd, nog niet is v rschenen. Bij het in werking treden van bovengenoemde A.M.v.B. zal de gemeente ver- p Lcht zijn regels te stellen met betrekking tot het inrichten en drijven xploiteren) van de in de A.M.v.B aangewezen recreatie-inrichtingen. Daartoe z Al te zijner tijd opnieuw een wijziging van de Algemene Politieverordening n >dzakelijk zijn. 1 trekken van de huidige geluidhinderbepalingen. Mc het in werking treden van de geluidhinderbepalingen kunnen de artikelen C '5 9, C 60 en C 68 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden worden inge- t kken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 258