- 2 - Artikel C 68a. 1. Het is degene die een inrichting, als bedoeld in artikel 3, ee?ste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet, inricht of drijft, verboden daarin of in de aanhorigheid ervan zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders ten behoeve van de be zoekers muziek of zang ten gehore te brengen, of toe te laten dat aldaar muziek of zang ten gehore wordt gebracht (muziekvergunrdng), 2. Aan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, kunnen Burgemeester en Wethouders voorschriften verbinden. Artikel C 68b. 1. Onverminderd het bepaalde in artikel C 68a, is het verboden in een inrichting als bedoeld in artikel 3» eerste lid, onder a of c, van de Drank- en Horecawet, een geluidsapparaat of een recreatie toestel in werking te hebben, of toe te laten dat daarin een ge luidsapparaat of een recreatietoestel in werking is gebracht, op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de om geving geluidhinder wordt veroorzaakt. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen in zwaarwegende gevallen var; het bepaalde in het eerste lid ontheffing verlenen. Artikel C 68c. 1. Het is verboden in de open lucht, een geluidsapparaat, een recre atietoestel of een bouwmachine in werking te hebben op een zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluid hinder wordt veroorzaakt. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het bepaalde in het vorige lid ontheffing verlenen. 3. Burgemeester en Wethouders kunnen bij openbaar bekend te maker besluit terreinen of wateren aanwijzen, waar het verbod, vervt-t in het eerste lid, niet van toepassing is op het in werking hebben van bepaalde bLj dat besluit aangewezen categorieën van geluid: Ap paraten, recreatietoestellen of bouwmachines, voor zover wordt voldaan aan de door Burgemeester en Wethouders bij openbaar bekend te maken besluit vast te stellen voorschriften ter voorkoming of beperking van geluidhinder. 4. De in het vorige lid bedoelde voorschriften kunnen onder meer 'be treffen: - het maximale geluidsniveau; - de situering van geluidsbronnen; - de frequentie en tijden van gebruik. êEiikel_C_68d. Het is de houder of verzorger van dieren verboden toe te laten dat door deze dieren geluid wordt voortgebracht, op zodanige wijze dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. Artikel C 68e. 1. Onverminderd het bepaalde in de vorige artikelen van deze par-graaf is het verboden met huishoudelijke, ambachtelijke, dan wel doe-het- zelf-apparatuur, elektro-akoestische apparatuur, muziekinstrumenten of anderszins handelingen te verrichten of toe te laten dat d ze handelingen worden verricht, indien daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt. - 3 - 2. Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing in de ge vallen waarin de Wet Geluidhinder, de Hinderwet, de Zondagswet, de Wegenverkeerswet, het Wetboek van Strafrecht of de Vuurwerk- verordening gemeente Leeuwarden van toepassing zijn. IV. Arxikel 11, derde lid, komt als volgt te luiden: 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op overtre ding van de bepalingen C 68a en C 68b van deze verordening. V. Muziekvergunningen, verleend krachtens artikel C 23 van de Algemene Politieverordening Leeuwarden voor het tijdstip waarop deze verordening in werking treedt, blijven gedurende hun geldingstermijn van kracht. VI. Deze verordening treedt in werking op de dag volgendf op die van haar afkondiging. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 260