2. Lid 1 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomst n uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen geduren e va kantie, verlof of non-aktiviteit, onmiddellijk voorafgaande a.-n het ontslag terzake waarvan hem de uitkering is toegekend. 3. Wanneer de belanghebbende op of na de dag bedoeld in lid 1, i komsten of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf ter hand genomen vóór evenbedoelde dag, is ten aanzien van die inkomsten of hc ere in komsten het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing. De hierbedoelde vermindering vindt echter niet plaats, indien de in komsten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loon verhogi, gen, of indien belanghebbende aannemelijk maakt dat die inkom ten nie het gevolg zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, verband houdende met het ontslag. 4-, Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden, wordt niet verstaan a. de compensatie voor de premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen en Wezenwet, welke in die inkomsten is of gedacht kan worden te zijn begrepen, tenzij de uitkering i. ver leend uit een betrekking, bedoeld in artikel 2, lid 2; b. inkomsten, verkregen wegens overwerk of als gratificatie. 5 o Indien inkomsten worden verkregen uit hoofde van een vrijwill ge ver bintenis bij instituten als de nationale reserve, de reserve- rijks- en gemeentepolitie en de bescherming bevolking, kan worden bepaald dat op die inkomsten de vermindering geheel of gedeeltelijk t t weder opzegging achterwege blijft." c» artikel 9, lid 1, tweede volzin, wordt gelezen als volgt: "Daarbij doet hij voor zover mogelijk opgave van de inkomsten die hij uit dan wel in verband met die arbeid of dat bedrijf zal verkrijgen d. aan artikel 9 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende als volgt "4-, Het in voorgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toepas ing ten aanzien van de arbeid of bedrijf en de inkomsten daaruit, bed aid in artikel 8, leden 2 en 3." e. artikel 10, lid 1, eerste volzin, wordt gelezen als volgt: "1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende, adoeld in artikel 4-, lid 1, wordt aan de nagelaten echtgenoot een bedr uitge keerd gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artikel 3 - verm< cderd met de kinderbijslag voor het eerste en tweede kind, welke de bclangheb bende op de dag van het overlijden genoot, ingevolge de Algemene Kinder bijslagwet - over een tijdvak van drie maanden." f. artikel 12, lid 1, eerste volzin, wordt gelezen als volgt: "Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende als aedoeld in artikel 11, leden 1 en 2wordt aan de nagelaten echtgenoot een uitke ring toegekend, gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artike 3, bere kend over het tijdvak van de dag van overlijden tot de laatste jg van tweede maand volgende op die van het overlijden." Artikel II. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1982. Aldus vastgesteld in de o; enbare vergadering van Se er taris. Nr 14-84-1 c DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 22 oktober 1981. (t jlage nr. 4-50); BESLUIT: va t te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Wachtgeldveror dening. Artikel I. a. artikel 12 wordt gelezen als volgt: 1. Wanneer de wachtgelder inkomsten verkrijgt uit of in verband met ar beid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Alge mene Arbeidsongeschiktheidswet, of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag waarop hem het ontslag is verleend dan wel schriftelijk mededeling is gedaan van het voornemen hem ontslag te verlenen, wordt op het wachtgeld een vermindering toegepast. Deze vermindering bedraagt: a. indien de inkomsten worden verkregen uit hoofde van een betrekking waarin de wachtgelder ambtenaar in de zin van de Algemene burger lijke pensioenwet of, ongeacht artikel B7 van evengenoemde wet, zou zijn: het bedrag waarmede inkomsten en wachtgeld samen de be zoldiging te boven gaan; b. indien de inkomsten worden verkregen uit anderen hoofde: het bedrag waarmede inkomsten en wachtgeld samen 110 van de bezoldiging te boven gaan; c. indien de inkomsten, bedoeld onder a. en b., gelijktijdig worden verkregen: het bedrag waarmede de onder a. bedoelde inkomsten en wachtgeld samen de bezoldiging te boven gaan; vervolgens worden de onder a. en b. bedoelde inkomsten bij het eventueel verminderde wachtgeld opgeteld en wordt een tweede vermindering bepaald op het bedrag waarmede de verhoogde som 110 van de bezoldiging te boven gaat. 3. Lid 1 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen gedurende de vakantie, verlof of non-aktiviteit, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag terzake waarvan hem wachtgeld is toegekend. 3. Wanneer de wachtgelder op of na de dag, bedoeld in lid 1, inkomsten of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf, ter hand genomen vóór evenbedoelde dag is ten aanzien van die inkomsten of hogere in komsten het bepaalde in lid 1 van overeenkomstige toepassing. - 2 Voorzitter.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 278