nr. omschrijving eenheid tarief tijdvak
(1-1-1902
96 Hek, muur of afrastering per m2 3,4-5 per jaar
97 Voetpad op gemeentegrond per ml 2,30 per jaar
98 Trottoir of andere be
strating op gemeentegrond per m2 5,70 per jaar
99 Gemeentegrond in gebruik als
tuin en/of plantsoen per m2 2,85 per jaar
Bi ge nr. 452. Leeuwarden, 27 oktober 1981
- 10 -
Vaststellen "Verordening Reinigingsheffingen".
Aan de Gemeenteraad.
In verband met het inwerking treden van een belangrijk deel van de Afval
stoffenwet per 1 oktober 1979 heeft U bij besluit van 22 juni 1981, nr. 8325a,
vas gesteld de "Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden".
Deze verordening stelt o.a. regelen m.b.t. het zich ontdoen van huishou
delijke afvalstoffen, grof vuil enz.
Voorts legt de wet in artikel 3, eerste lid, de gemeenten de plicht op,
dat. tenminste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld
bij lk binnen haargrondgebied gelegen perceel, waar zodanige stoffen geregeld
in :n particuliere huishouding kunnen ontstaan.
De wet geeft ook aan, dat ter dekking van de kosten, die voor de gemeente
verbonden zijn aan de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en daarmee
gelijk te stellen afvalstoffen, een heffing kan worden ingesteld (artikel 62
varf de Afvalstoffenwet). In verband hiermee merken wij op, dat een van de be
lang rijkste uitgangspunten van de Afvalstoffenwet is, dat een ieder in beginsel
ver utwoordelijk is voor de afvalstoffen, die hij voortbrengt. Dit uitgangspunt
gas dus uit van het beginsel "de vervuiler betaalt", hetgeen impliceert, dat
in rincipe volledig kostenverhaal mogelijk is.
De heffing volgens de Afvalstoffenwet heeft duidelijk het karakter van
een belasting, zulks in tegenstelling tot het thans van toepassing zijnde huis-
vui echt, welke heffing is gebaseerd op basis van een retributieverordening
ex. artikel 277 van de gemeentewet. Het karakter van een retributieheffing
houdt in, dat alleen een recht kan worden gevraagd van degenen, die gebruik
maks van de diensten van de reinigingsdienst. Deze vorm van heffen is dus be
perk; ar dan de thans geopende mogelijkheid op grond van de Afvalstoffenwet.
Vol as deze wet kunnen in de belasting worden betrokken al degenen, die ge-
brui. maken van een woning, die aan de route van de ophaaldienst is gelegen,
ongeacht of er al dan niet gebruik wordt gemaakt van de reinigingsdienst. De
problemen met de bewijslast om aan te tonen dat daadwerkelijk van de dienst
gebruik wordt gemaakt zijn hierbij dus vervallen.
lij geven er daarom de voorkeur aan de heffing in het vervolg te baseren
op grond van de Afvalstoffenwet. Deze heffing sluit bovendien beter aan op de
door U vastgestelde "Afvalstoffenverordening"
'bij merken ten overvloede op, dat de door ons voorgestelde afvalstoffen
heffing alleen van toepassing kan zijn op de verwijdering van huishoudelijk
afval. De heffing van de overige verrichtingen door de Dienst Reiniging en
Bran veer blijft gebaseerd op de retributieverordening ex artikel 277 van de
gemeentewet
Ln verband met het hiervoor vermelde is het noodzakelijk een nieuwe hef
fingsverordening vast te stellen ter vervanging van de huidige Verordening op
de heffing en invordering van reinigingsrechten.
Omdat de reinigingsrechten thans gebaseerd zijn op verschillende wette-
lij!' grondslagen, bieden wij U ter vaststelling aan een ontwerp, waarin de
beid heffingen zijn gecombineerd in: