ARTIKEL 4-
Belastingplicht
1. Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is degene, die naar om-
standigheden beoordeeld al dan niet krachtens een zakelijk of persoon
lijk recht feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan
de gemeente verplicht is tot de in artikel 3, eerste lid, van de Afval-
stoffenwet bedoelde dienstverlening.
2. Gebruik door leden van een huishouding wordt aangemerkt als gebr ik door
het hoofd van die huishouding. Voor de toepassing van dit artikel wordt
een samenwoning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, letter d, van het
Besluit bevolkingsboekhouding met een huishouding gelijkgesteld
3. Het gebruik van een perceel door meer dan één persoon, tezamen niet een
huishouding vormend, wordt aangemerkt als gebruik door de persoon, de
stichting, de vereniging of een ander rechtspersoon, die verantv ordelijk
is voor het gebruik of die zulk een gebruik mogelijk heeft gemaairt.
ARTIKEL 3
Maatstaf van heffing en tarief.
De belasting bedraagt per maand 5,15 per perceel.
ARTIKEL 6
Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld.
Wijze van heffen.
1. De belastingschuld ontstaat bij de aanvang van het tijdvak als bedoeld
in artikel 17, lid 1 of, indien een perceel in de loop van dat tijdvak
in gebruik genomen wordt, bij de aanvang van dat gebruik.
2. De belasting wordt geheven door middel van de nota, dan wel van de
automatische giro- of bankafschrijving, die door de directie vai 'net
Gemeentelijke Electriciteitsbedrijf wordt aangeboden inzake het erbruik
van gas en/of electriciteit over de verbruiksperiode die samen v It met
het belastingtijdvak.
3. Indien de mogelijkheid tot belastingheffing als bedoeld in lid ont
breekt, vindt heffing plaats door middel van een nota van de Die st voor
Reiniging en Brandweer.
4-. De in lid 2 bedoelde nota's, dan wel automatische giro- of bankt schrijvin
worden aangemerkt als kennisgeving bedoeld in artikel 283 van de gemeente
wet.
ARTIKEL 7
Tijdstip van betaling.
1. De belasting, geheven door middel van de automatische giro- of brinkaf
schrijving overeenkomstig het gestelde in artikel 6, lid 2, moe;, worden
voldaan tegelijk met en op dezelfde voet als die, waarop de betalingen
ter zake van het verbruik van gas en/of electriciteit moeten worden verrid
2. De belasting, geheven door middel van een nota overeenkomstig h gestelde
in artikel 6, lid 3 moet worden voldaan binnen veertien dagen n.: de dag
tekening van de nota.
He. dstuk III
Re igingsrechten.
ARTIKEL 8
Aa van de heffing/belastbaar feit..
1, nder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot
an door of vanwege de gemeente verstrekte diensten en voor het gebruik
van bezittingen, werken en inrichtingen als omschreven in het tweede lid.
2. et in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van
bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit:
het periodiek verwijderen van bedrijfsafval tot een hoeveelheid van
maximaal 6 vuilniszakken, als bedoeld in resp. artikel 5 en artikel 6
van de Afvalstoffenverordening gemeente Leeuwarden;
het periodiek verwijderen van in polyethyleen vuilniszakken geborgen
bedrijfsvuil in grotere hoeveelheden als bedoeld onder 2 sub a
van dit artikel, alsmede voor het periodiek verwijderen van bedrijfs
vuil, niet aangeboden in polyethyleen vuilniszakken of laadkisten;
het beschikbaar stellen en het op verzoek periodiek dan wel incidenteel
verwijderen van grof bedrijfsafval door middel van laadkisten;
het op verzoek verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen, grof huis
vuil, grof bedrijfsafval, afgewerkte olie en chemische afvalstoffen;
het op verzoek weghalen van dode huisdieren;
het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter
beschikking gestelde plaats;
het op verzoek ledigen van beerputten, zinkputten, septictanks en
dergelijke, alsmede het verwijderen van de daaruit komende stoffen;
het gebruik van openbare toiletten;
het op verzoek bestrijden van ongedierte.
ARTIKEL 9
Be istingplicht.
Be istingplichtig voor de reinigingsrechten is degene op wiens verzoek
da wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of degene die van de
be ttingen, werken of inrichtingen, bedoeld in artikel 8, gebruik maakt.
ARTIKEL 10
Ma staf van heffing en tarief.
Ve ijderen van bedrijfsafval, huishoudelijk afval op verzoek, dode huisdieren
en laadkisten.
He recht bedraagt voor:
1. et periodiek verwijderen van bedrijfsafval, als bedoeld in artikel 8,
#eede lid, sub a, afkomstig uit een bedrijfspand, waarvoor met betrek
ing tot de levering van electriciteit een tarief voor niet-huishoudelijk
.einverbruik wordt toegepast, per maand, per bedrijfspand 9,12
2. .et verwijderen van grof bedrijfsafval, als bedoeld in artikel 8,
iwéede lid, sub b, per i m3. 26,95
3. et incidenteel ophalen en afvoeren van huishoudelijke afvalstof-
en, grof huisvuil, grof bedrijfsafval, afgewerkte olie en chemische
fvalstoffen, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, sub c per
m3 30,63
-2-