5-3 Pa 202. P 203. Pa 204. nemen, die er op neer komt, dat vrouwen kinderen) uit het Blijf van m'n Lijf-huis, die zelfstandig willen gaan wonen, zo snel mogelijk het hoogste aan tal punten toegewezen krijgen? Of vallen deze vrouwen, die vaak in een aantoonbare noodsituatie verkeren, automatisch binnen de termen van de sociaal-maatschap pelijke urgentiecriteria? Welke zijn precies de urgentie- criteria die afgesproken zijn met de Madi, GSD, DGGD, over de sociaal-maatschappelijke en medische urgentiepunten? Welke voorbereidingen heeft het College getroffen ter uitvoering van de Leegstandwet? Kan het College een algemene in druk geven van het functioneren van de centrale registratie en gemeenschappelijke toewijzing? Acht het College het wenselijk om voornoemd systeem te verbeteren door: de particuliere woningverhuurders en makelaars in het systeem op te nemen? één gezamenlijke administratie te voeren van het woningbestand der deelnemers aan het systeem, waar mutaties e.d. bijgehouden worden. Hoe is de stand van zaken m.b.t. voorbereiding van de uitvoering van de leegstandwet. 201. De vrouwen uit het Blijf van mijn Lijf-huis vallen automatisch binnen de termen van de sociaal maatschappelijke urgentiecri teria. 202. De criteria welke deze instantie hanteren voor een extra aantal punten, zijn gerelateerd aan de specifieke aspecten welke per ge val afzonderlijk worden bepaald. Deze criteria hebben de betrokken instanties vastgelegd aan de hand van een eigen inventarisatie en normering van de tot nu toe beken de gevallen. Door de sterk persoons gebonden normering achten wij dit een materie welke is voorbehouden aan genoemde instanties. De wijze van puntenwaardering is overigens neergelegd in een folder voor woningzoekenden, welke iedere woningzoekende bij de inschrijving krijgt. 203/ De invoering van de Leegstandwet 204. is afhankelijk van een nadere Algemene Maatregel van Bestuur. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft toegezegd over de financiële con sequenties van een en ander nader overleg te zullen voeren met de Vereniging van Nederlandse Gemeen ten. De algemene indruk van het sinds mei 1980 functionerende systeem van centrale registratie en ge meenschappelijke toewijzing is overwegend positief. Weliswaar zijn enkele knelpunten gesignaleerd, maar hierop zal nader worden teruggekomen na de eerste evaluatie door de corporaties en het Gemeentelijk Woningbedrijf omtrent het functioneren van het systeem. Omtrent de mogelijkheid het woning bestand van particuliere verhuur ders en makelaars mede in het sys teem op te nemen hebben wij reeds oriënterende gesprekken gevoerd. Binnenkort zullen wij die gesprek ken voortzetten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 362