P 2 D 21' D 21! C 11 5-8 In hoeveel gevallen is de ge meente geconfronteerd met het feit, dat eigenaars van woningen (met gemeentegarantie) niet meer aan hun hypotheekverplichtingen konden voldoen? Op welke aantallen is het bedrag van 200.000,(volgnr. 182/2) gebaseerd? Kan het College ook aangeven in hoeveel gevallen na het verlenen van gemeentegarantie in 1980 en 1981 moest worden overgegaan tot executaire verkoop? Wat waren hiervan de financiële gevolgen voor de gemeente? Heeft het College de voorwaarden waaraan moet worden voldaan voor het verlenen van een gemeente garantie voor de aankoop van een woning ook verscherpt? Zo nee, wordt dit ook overwogen? 217/ Vanaf het inwerking treden van de 218. huidige beschikkingen in augustus 1975 zijn wij geconfronteerd met vijftien executies met een totaal verlies van 168.700,waarvan 50% voor rekening van het rijk komt.In 1980 en 1981 kwam hiervan een bedrag van 36.800,voor rekening van de gemeente. Momentee.1 zijn 8 gevallen in behandeling. Van hypotheeknemers hebben wij in 44 gevallen bericht ontvangen van achterstand in betalingen. Het bedrag van 200.000,is gebaseerd op een schatting van 15 executies met een gemiddeld verlies van 25.000,a 30.000,- waarvan 50% voor rekening van de gemeente komt. 219. De verscherping van de voorwaarden heeft slechts in geringe mate plaatsgevonden en wel in dier voege, dat niet langer groeihypotheken met trapsgewijze aflossing worden gegarandeerd. Tevens worden nog meer de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager in de beoordeling betrokken. Bij de beoordeling wordt nog steeds uitgegaan van de z.g. 20% vorm: de netto woonlasten mogen niet meer bedragen dan 20% van het bruto-inkomen. Daar de opbrengst bij een onderhandse vrije verkoop vaak hoger ligt dan bij een exe cutoriale verkoop, wordt in geval van een dreigende executie ge tracht in een zo vroeg mogelijk stadium de woning onderhands te verkopen (mits de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening toestemming verleent). Herhaalde malen is er door de Leeuwarder Vrouwenraad verzocht om een straat naar Mevrouw Buisman te noemen. Ook in de Commissie voor de Straatnaam- geving is men er sinds 1975 al mee bezig. Mevrouw H.C. Buisman-Blok Wijbrandi was niet alleen de eerste vrouwelijke wethouder in onze stad, maar ook oprichtster van het Algemeen Leeuwarder Vrouwencomité Tot Opbouw (in 1939) waaruit de Leeuwarder Vrouwenraad is voortgekomen. Kunt U nu spoedig deze wens vervullen? 220. Wij zijn bereid dit zo veel mogelijk te bevorderen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1981 | | pagina 367